Schuimkoppen 5 4\ Roemloos einde van een enorme invasiemacht Natuurjournaal dinsdag 1 december 2009 Beeld van het afgebrande stadhuis van Vlissingen aan de Grote Markt, na het Engelse bombardement met brandraketten, de Congreve raketten. door René Schrier Dat een stelsel van staken en palen, en weet ik wat voor kustverdedigingswerken en golfbrekers nog meer, de vij and behoorlijk in de war kan brengen, was een opsteker voor mij. Ik heb het over het boek Een haven te ver over de Britse expedi tie naar Zeeland in 1809. In de proloog staat een ooggetuigever- slag van soldaat ]ohn Douglas over de landing op Walcheren. Hij herinnert zich een aaneenge sloten zandheuvel waar hij aan vankelijk de infanterie van de Hol landers en de Fransen in meende te zien. Het bleken uiteindelijk sta ken, stro en houten balken te zijn, die moesten dienen als golf brekers. Op diezelfde dag lieten toeschouwers vanaf de duinen bij Domburg optekenen dat de kim op de zaterdag van 29 juli 1809 grauw zag van de honderden mas ten, die vanuit Engeland richting Walcheren voeren. Een imposant schouwspel. Daar was de Engelse invasie, die tot doel had Antwer pen te veroveren, maar leidde tot een roemloze aftocht van de En gelsen. Het boek komt een beetje als Franse mosterd na de maaltijd. Het is vrijdag gepresenteerd, ter wijl juist deze zomer allerlei acti viteiten zijn gehouden om stil te staan bij die invasie van 1809, met onder meer een schitterend schouwspel in Veere. Een scala aan auteurs heeft vanuit zijn spe cialisme, hobby en/of deskundig heid een bijdrage aan het boek ge leverd. De genoemde ooggetuigen verslagen uit de proloog van het boek beloven veel voor het ver volg. Immers de verhalen van de mensen die er zelfbij zijn ge weest, zijn meestal de waardevol ste bijdragen. Om de geschiedenis kort te schet sen: Zeeland werd slecht verde digd en de aanvallende Britten, hadden niet de meest tactische be velvoerders ingezet. Vlissingen werd vanaf de Engelse schepen onder vuur genomen met een nieuw soort bommen en raakte behoorlijk beschadigd. Aan vankelijk namen de Britten Wal cheren en Zuid-Beveland wel in, maar omdat ze zich niet echt ver diept hadden in de feitelijke situa tie ter plaatse heeft die hele Britse bezetting niet lang geduurd. Het boek geeft goed weer dat de leefsi tuatie in Zeeland niet best was, maar dat de Zeeuwen daar kenne lijk mee om konden gaan. De En gelsen daarentegen kregen bin nen de kortste keren last van een soort Zeeuwse malaria. Ze kon den niet tegen het brakke water, waar de Zeeuwen wel aan ge wend waren. En zo beleefde deze enorme maritieme invasie een roemloos einde. Een haven te ver - De Britse expeditie naar de Schelde van 1809 - Uitgeverij Vantilt, €24,95. Tureluur Plan Tureluur is een plan voor zou te natuur rond de Oosterschelde. Het grootste gebied ligt op Schou- wen-Duiveland, maar ook op Tho- len ligt een deel van Tureluur. Op Schouwen-Duiveland strekt het gebied zich uit van Serooskerke tot aan Zierikzee. Het bekendste en oudste gebied is De Prunje, bij Serooskerke. In dit gebied is heel veel water. Het jongste gebied ligt tegen de stad Zierikzee aan. Hier zijn onder meer oude karrevelden terugge bracht. 8 Tureluur is nog niet klaar. Rondom het Havenkanaal bij Zierikzee en een gebied ten noorden van de N59 bij Zierikzee moeten nog inge richt. Het natuurgebied maakt onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstruc tuur, een aaneenschakeling van na tuurgebieden door heel Neder land. Tureluur op Schouwen-Duiveland beslaat - als het project straks af - 700 hectare. Allemaal slechte land bouwgrond. Een deel van de boe ren heeft elders grond gekregen, anderen zijn gestopt. door Melita Lanting Plan Tureluur op Schou wen-Duiveland lijkt dezer dagen op sommige plaat sen wel een binnenmeer. Het water staat hoog en als de wind over de vlakte raast staan de schuimkoppen op het wa ter. Ganzen, eenden, zwanen en- ande re wintergasten vinden er een rust plaats of knabbelen aan de schaar se vegetatie die er te vinden is. Het gras is de hele zomer kort gehou den door de koeien maar nu het groeiseizoen voorbij is staan deze dieren weer op stal. Plan Tureluur op Schouwen-Duiveland wordt steeds verder ontwikkeld. Het strekt zich uit van Serooskerke (S) tot aan Zierikzee. Aan weerszijden van de N59 liggen de natuurgebie den en zijn oude patronen in het landschap hersteld met laagtes, wa terpartijen, krekenlopen, schrale graslanden en karrevelden. De vruchtbare teeltlaag van de voormalige landbouwgronden is verwijderd en planten en vogels die schrale grond minnen vinden er een ideale plek. Onderdeel van dit natuurplan is een bijzonder waterbeheersys- Dankzij het natte weer en de hoge temperaturen groeien er nog volop paddenstoe len. Een soort die je momenteel nog geregeld tegenkomt is de ho- ningzwam. Eigenlijk niet één soort, maar een complex van drie op elkaar gelijkende soorten. In dode of kwijnende bomen zie je onder de schors of op stukken stam waar de schors al af is zwar te, vertakte dradenstelsels, die wel wat doen denken aan dropveters. Het zijn de rhizomorfen van de honingzwam. Rhizomorfen ma ken onderdeel uit van het myce lium, een sterk vertakt, meestal ondergronds, dradenstelsel. Dat mycelium is het organisme waar uit paddenstoelen voortkomen en de paddenstoelen zelf zijn eigen lijk niet meer dan vruchten, te ver gelijken met bramen aan een braamstruik. Tot voor kort werd er slechts één soort honingzwam onderschei den en die werd beschouwd als een gevaarlijke soort voor de bos bouw. De honingzwam kan gezon de bomen aantasten en in relatief korte tijd doden. Uit onderzoek is gebleken dat er in Nederland, min stens drie soorten honingzwam- men voorkomen die, ook qua schadelijkheid, nogal verschillen. De gevaarlijkste soort is de echte honingzwam, die herkenbaar is aan de honinggele kleur van de hoeden. De paddenstoel groeit in dichte bundels op bomen en komt vooral voor op vruchtbare bodem. Op schralere gronden, in Zeeland vooral in de duinen vind je de sombere honingzwam. Die is donkerder van tint en heeft klei ne schubjes op de ring. De minst agressieve soort is de knolhoningzwam, die gemakke lijk te herkennen is aan de knol vormig verdikte steelbasis. De knolhoningzwam groeit vaak op dood hout en vestigt zich vrijwel nooit in gezonde bomen. Het is net als de echte honingzwam in Zeeland een gewone soort. Het mycelium van een honing zwam kan in de loop van de tijd enorm groot worden. Uit Oregon in Amerika is een sombere ho ningzwam bekend, waarvan hét mycelium een oppervlakte heeft van 890 hectare. Naar schatting is deze zwam ongeveer 2400 jaar oud. Deze honingzwam wordt momenteel beschouwd als het grootste levende wezen op aarde. Kleine windmolens zijn een essentieel onderdeel in het waterbeheersysteem in

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 82