Wandelen langs het nooit afgemaakte Maas-Moezel- kanaal op de grens van België en Luxemburg. Wiel Beijer stapte over bergen en door dalen en tunnels. De wandeling m reizen@wegener.nl 1 reizen |J1 024-3650360 IllSi Zaterdag 28 november 2009 Het kanaal bij Bernistap (boven). Oude foto's sieren het kanaal bij Hoffelt. foto's Wiel Beijer Koning Willem I en enkele Neder landse industriëlen bedachten begin negentiende eeuw een on gelooflijk project. Ze wilden de rivieren Maas en Rijn via de Ourthe en de Moezel met elkaar verbinden door een 261 kilometer lang kanaal dwars door de Ardennen te graven. Er werd welis waar met graven begonnen, maar de afschei ding van België gooide roet in het eten. Uit eindelijk kwam er slechts een klein stukje kanaal, dat nooit bevaren werd. De restanten van de eerste kilometers van het kanaal zijn aan de Belgische kant - het heet er Canal de Bernistap - vrij goed be waard gebleven. Het is nu een natuurreser vaat. Daar ligt ook een stuk van de tunnel, die het kanaal door de bergrug tussen de Maas en en Moezel had moeten voeren. In de omgeving van de tunnel is een 16 kilo meter lange wandelroute langs restanten van dit Maas-Moezelkanaal. Wij starten on ze kanaaltocht in het dorp Hoffelt, niet ver van Troisvièrges. Grote, ingelijste zwart-wit- foto's confronteren passanten met het ka naal. We zien er een foto van de ingang van de tunnel en kinderen die poseren bij de bedding van het kanaal. De contouren van die bedding krijgen we te zien als we de struiken achter de foto's induiken. We lopen licht stijgend over eerst een ver harde en later een onverharde weg door koeienweiden en akkers richting bos. Als we bij een T-splitsing naar rechts moeten, wandelen we letterlijk over de grens: links België en rechts Luxemburg. Volgens de to pografische kaart is dit het hoogste punt van de wandeling: de waterscheiding. Even later begint de afdaling. We gaan door een tunnel van de voormalige spoorlijn van Bastogne naar Troisvièrges en bereiken het gehucht Plinesou. Hier sturen de bordjes ons over een smal pad tussen twee weilan den door. Dan zijn we ook zo bij het kanaal. Tussen de struiken en bomen door zie je de gemetselde ingang van de tunnel. Ooit was de tunnelingang vier meter hoog, maar nu is die deels dichtgeslibd. De loop van het ka naal is wel goed te zien., We wandelen enigs zins verbaasd door deze kunstmatige vallei langs troebel water. Hier moesten boten met een diepgang van tweeënhalve meter kunnen varen. Voortgetrokken door paarden of schippers vrouwen op het jaagpad dat nu wandelpad is. In de duistere tunnel zouden de schip pers de boot via metalen haken voorttrek ken. Nu mag de natuur hier woekeren. Bo men die in het water vallen, blijven liggen. Alleen het wandelpad wordt vrijgehouden. We volgen het pad tot de hoeve van Bernis tap. Hier eindigt het kanaal bij een weg. Aan de overkant van de weg stroomt alleen een smalle beek, de Poulou. Na een fikse klim en een afdaling bereiken we het prach tige dorp Tavigny met zijn middeleeuwse kasteel en zestiende-eeuwse St. Remykerk. Op het kerkhof staan veel grote grafmonu menten. Er straalt rijkdom vanaf In dit dorp woonden ooit de kanaalbazen. Terug naar Hoffelt via kanaaldorp Buret, langs een watertoren, over het talud van die oude spoorlijn en opnieuw over de water scheiding. De landsgrens passeren we in het bos bij grenssteen 263 uit 1843. Even moe ten we zoeken naar de bordjes en dan begin nen we aan de lange, langzame afdaling naar Hoffelt. NL HHHsü O c H Brussel BELGIË Z Luik LUX. Hoffelt infograpjilc. DE ROUTE Start: parkeerplaats Barteshaus in Hoffelt (Luxemburg) of bij de kerk van Tavigny (België). Afstand: 16 kilometer. Markering: Bordjes met witte pijlen op blauwe achtergrond. Moeilijkheidsgraad: niet zwaar, deels verhard, deels onverhard, soms een beetje drassig, af en toe stukje klimmen. KAART: wandelkaart Syndicat d'lnitiatieve de Wincrange (Luxemburg) Om de Maas met de Rijn te verbinden zou het kanaal volgens de plannen moeten beginnen in Luik op een hoogte van 60 meter boven de zeespie gel. Van daaruit zou het de loop van de Ourthe in stijgende lijn volgen. Vervolgens moest het kanaal achter Houffalize op 505 meter hoogte de waterscheiding van het Maasbekken en het Rijnbekken passeren om weer dalend door de Luxemburgse rivierdalen uiteindelijk bij Wasserbil- lig, op een hoogte van 130 meter, in de Moezel uit te monden. Om alle hoogteverschillen te overbruggen, zouden 218 sluizen nodig zijn. In juli 1827 kreeg de maatschappij Société d'Exploration du Luxem bourg de concessie om het kanaal aan te leggen. Het grootste probleem is de doorsnijding van de bergrug tussen de dalen van de Maas en de Moezel. Daarvoor moet tussen Buret (nu België) en Hoffelt (nu Luxem burg) een 2.528 meter lange tunnel door de berg van graniet en leisteen gegraven worden. In 1828 starten 400 arbeiders bij Bernistap met het graven van het kanaal en begin 1829 wordt begonnen met het graven van de tunnel. Als in 1830 de Belgen in opstand komen tegen de Nederlanders, wordt het werk stilgelegd. Bij Buret is de tunnel al 1.130 meter gevorderd. Na de afscheiding van België wordt het werk niet meer hervat. Reageren? redactie.reizen@wegener.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 105