61 uit eten
Wie weet hoe
het hoort?
www.pzc.nl
Als er iets misgaat
Vingerkommetje
woensdag 25 november 2009
etiquette
Bij een informeel etentje
hoefje het niet overdreven
nauw te nemen. Toch zijn
tafelmanieren niet
voorbehouden aan de elite,
ledereen kan immers in een
situatie komen waarbij de
juiste eetgewoonten tellen.
Dan is het goed in elk geval
de grondbeginselen van de
etiquette stevig in het hoofd
te hebben. Want spieken
van een briefje is ook niet
bepaald beleefd.
Wat basisregels.
met dank aan Lekker Eten.nl
Natuurlijk kent iedereen de voor
de hand liggende regels: niet met
volle mond praten, niet blazen bij
warm eten, geen eten op je bord
prakken, niet te veel opscheppen.
Weet je het echt niermeer, dan
kan je nog altijd kijken hoe je an
dere tafelgenoten het doen.
ALGEMEEN
Als je wordt uitgenodigd om uit
eten te gaan, wacht dan altijd tot
de gastheer/gastvrouw begint met
eten of aangeeft dat er
gegeten kan wor
den.
Kauw en
slik het
voedsel door
voordat je een
slok van je drin
ken neemt.
Schraap niet uitge
breid je bord schoon.
Als je naar het toilet wilt, je han
den wilt wassen enz., excuseer je
zelf dan. Ben je klaar met een ge
recht, leg dan soeplepels, theele
pels en dessertlepels aan de rand
van je bord of schotel. Laat ze
nooit in de kom of kop staan.
Duw borden niet van je af en ga
ze ook niet opstapelen.
Leg mes en vork als je klaar bent
in de (tien over vier) positie, met
het mes aan de buitenkant en de
vork aan de binnenkant.
Of leg het bestek naast elkaar in
het midden van je bord, de vork
met de tanden naar beneden, en
het mes rechts, met de snij kant
Dessert wijn
Bestekposities
Gids voor het
correct plaatsen
van bestek,
glazen en
borden op
de tafel
Pauze positie
Europa
Pauze positie
VS
Verschillende regels
van land tot land
Engels gebruik
Frans gebruik
Tanden wijzen naar
beneden
Bestek wordt geplaatst aan beide zijde van het bord, in de volgorde van gebruik,
waarbij het bestek om mee te beginnen aan de buitenkant ligt
Snijkantvan de
messen altijd
richting het bord
Source: "The Art of the Table" by Bernard Loiseau, Gense Graphic: Majbrit Hoyrup (incl. photo), Elsebeth Nielsen
naar de vork toe.
Doe geen zout, peper of sauzen op
je eten voordat je het geproefd
hebt. Voedsel wordt altijd links ge
serveerd en rechts afgeruimd.
Drank wordt altijd rechts van je ge
serveerd.
HOUDING
Zit rechtop.
Als je niet eet, hou dan je handen
op je schoot of met je polsen op
de rand van de tafel.
Ellebogen mogen alleen op de ta
fel tussen de gangen door, als de
borden zijn opgehaald. Nooit tij
dens het eten.
DOORGEVEN
Begin altijd brood, boter of scha
len rond te geven, ook als je zelf
niet wilt.
Geef het altijd naar rechts door.
Schalen altijd doorgeven met het
handvat naar degene die je aan
biedt.
Pak niet zelf iets aan de andere
kant van de tafel, als je er niet bij
kunt vraag dan of het doorgegeven
wordt.
Als je iets op de tafel of over je
zelf knoeit, gebruik dan je servet
en vraag eventueel om water.
Doop niet je servet in je glas
met water.
Als je iets over iemand ander
knoeit, ga dan niet proberen het
op te deppen, maar bied je
servet aan en biedt aan om de
stomerij te betalen. Als je bestek
laat vallen, en je kunt er niet
makkelijk bij, roep dan de ober
om het te vervangen. Als je iets
breekt, roep dan de ober.
SOEP
Slurp de soep niet op, maar eet
het van de zijkant van de lepel.
Is de soep te heet, wacht dan tot
het afgekoeld is, ga niet blazen.
Soep lepel je op door de soepkom
schuin van de weg te kantelen.
Alleen heldere bouillon mag uit
de kom gedronken worden,
maar dan alleen als er oren aan
de kom zitten.
BROOD
Breek
brood of
broodjes
met je
handen
niet met je mes. Breek een stukje
brood af en doe er wat boter op.
Smeer niet een hele snee brood of
broodje tegelijk met boter.
Je kunt een stukje brood op een
vork gebruiker om er wat saus of
jus mee op te nemen. Maar hou
het brood niet in je handen.
SERVET
Leg je servet op je schoot. Als het
een kleine servet is kun je het uit
vouwen. Is het een grote servet,
houd hem dan half gevouwen met
de vouw naar je toe.
Hou de servet daar totdat je ver
trekt. Als je weggaat, leg de de ser
vet, los gevouwen aan de linker
kant van je bord, nooit op je bord.
Stop je servet nooit in je boord, als
een soort slab.
Snuit nooit je neus in het servet.
Wrijf nooit bestek of servies op
Vingerkommetjes kunnen je
na het hoofdgerecht en voor
het dessert worden aangebo
den. Als het kommetje voor je
op een bord wordt gepresen
teerd, til je het kommetje met
beide handen op en zet je het
links van je neer. Als er ook
een vingerdoekje onder ligt,
verplaats je die ook naar links.
Vaak wordt het vingerkomme
tje al links geplaatst. Doop de
vingers van één hand in de
schaal en en droog ze af aan
het servet dat op je schoot
blijft.
Doe hetzelfde met de andere
hand. Er kan een bloem of
schijf citroen in het kommetje
liggen, laat die gewoon liggen.
Sommige restaurants geven
een hete handdoek, gebruik
die op een zelfde manier als
het vingerkommetje.
met je servet. Als het niet schoon
is vraag je de ober om nieuw.
BESTEK
Als er een botermes bij het boter-
schaaltje ligt, gebruik je dat om bo
ter mee naar je (brood) bordje te
brengen. Gebruik het nooit om
brood mee te besmeren.
Ligt er geen mes bij het boter-
schaaltje gebruik dan je eigen mes.
Je eigen botermes ligt of wel diago
naal op je (brood) bordje of is het
uiterste mes links. Kip of pizza
mag je met je vingers eten als je bij
een informeel etentje of barbecue,
of lopend buffet bent.
In andere gevallen gebruik je mes
en vork.
Hou de vork in je linkerhand en
het mes in de rechter. Het mes
wordt gebruikt om dingen te snij
den en op de vork te schuiven.
Het is niet de bedoeling om bestek
van hand te wisselen.
Rijst wordt met lepel en vork gege
ten, waarbij je de vork links houdt
en de lepel rechts, en met de vork
de rijst op je lepel duwt.
De vorken liggen links. Messen en
lepels liggen rechts. Uitzondering
is de oester of visvork, deze liggen
rechts naast je soeplepel.
Boven je bord ligt de dessert lepel
en desservork. De koffielepeltjes
liggen rechts of worden gebracht
met de koffie. Als je met het des
sert begint, schuifje ze naar de
kant van je bord. Vork links en le
pel rechts.
je gebruikt de de vork om voedsel
op de lepel te duwen. Je eet van de
lepel.
Als je in een restaurant eet en je
bestelt geen vis, dan zal de ober
het bestek dat je niet zult gebrui
ken weghalen.