W:
7 spectrum
Anna Bijns Prijs voor Tjitske Jansen
RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE
op het droge
Zaterdag 21 november 2009
ranneer ik word geraakt door iets
of iemand, ontwaakt er in mij een
jachtinstinct. Ik moet achter de
muziek aan om het naadje van de
kous te achterhalen.
Zo werd ik vrolijk geraakt door de tweede bun
del poëzie van Tjitske Jansen. Ik had de bundel
Koerikoeloem gekocht bij verschijnen, evenals
haar eerste gedichten Het moest maar eens gaan
sneeuwen, maar toen ik vernam dat Tjitske de An
na Bijns Prijs had gekregen, schoot de vlam in
mijn pan en moest ik achter de muziek aan!
Zondagmiddag begaf ik mij naar de Amsterdam
se Balie, waar de prijs plechtig aan Tjitske werd
overhandigd. Het was het hoogtepunt van een
middag, waarbij een fraai gezelschap lovend
over haar werk sprak. In een mooi boekje, uitge
geven ter gelegenheid van de uitreiking van de
Anna Bijns Prijs, schreven Jaap Goedegebuure,
Anna Enquist, juryvoorzitter Fleur Speet en criti
ca Marja Pruis steekhoudende en nieuwsgierig
makende essays over Tjitskes poëzie, waarbij ik
hier een paar zinnen uit het juryrapport wil cite
ren: „De jury ziet in deze bundel een talent
bloesemen dat zijn weerga niet kent. Koeri
koeloem werpt een originele, gewaagde en ver
frissend humoristische blik op tragische gebeur
tenissen. De bundel is licht en donker, waaiert
uit en bindt in. De bundel houdt afstand en
schrijnt op de huid. De bundel is een samensmel
ting van contrasten die schitteren als een ju
weel."
En wanneer je ziet dat Tjitske Jansen voor die
prijs moest concurreren met de andere genomi
neerden, Esther Jansma en Eva Gerlach, beide ge
vestigde namen, dan ga je haastig de bundels
herlezen om te zien of je de jury gelijk moet ge
ven.
Ja! Ja! Jazeker!
Binnen drie dagen ontwikkelde ik mij als een
groupie van Tjitske, interviewde haar voor de
Margriet, en volgde haar naar een poëzieavond
in het Utrechtse Paradiso, kunsthol en cultuur
spleet Club Moira in de Wolvenstraat, voor een
avond van iPoetry Live want ik wilde haar nu
ook wel eens zelf haar werk horen voorlezen.
Een volle bak, met vooral veel studenten Neder
lands, die naast Tjitske ook podium bood aan
o.a. Paulien Cornelissen en Mischa Andriessen.
En om mijn enthousiasme met de lezer te delen,
laat ik Tjitske hier zelf aan het woord. Over de
liefde. De voorbije liefde:
„Er was mijn eerste geliefde die zes jaar nadat
hij het uit had gemaakt bij mij op bezoek kwam.
Op een bank in het park zat ik naast hem en
keek naar zijn oren. Ik dacht: o ja, zo waren zijn
oren."
„Er was mijn eerste geliefde die zes jaar nadat
hij het uit had gemaakt bij me terug wilde ko
men: 'Ik heb nooit meer gevoeld wat ik voelde
bij jou'. Twee jaar heb ik liefdesverdriet gehad.
'Het zou een mooi sprookje zijn', zei ik, 'maar je
bent een paar jaar te laat'."
En het gedicht waarmee de bundel opent:
„Er was mijn oma, de moeder van mijn moeder,
die niet meer lang zou leven. Wij spraken elkaar
aan de telefoon, wisten niet goed wat we tegen
elkaar moesten zeggen. 'Ik moet ophangen', zei
ze na een tijdje. 'Lingo begint.'"