media
39
De koning is dood,
leve de koning!
'De Italianen hebben opera, de Spanjaarden
stierengevechten, wij oudejaarsconferences.' Peter
Voskuil biedt in zijn boek De koning is dood, leve de
koning een kijkje in de keuken van dit
oer-Hollandse instituut. Monique Brandt
bladerde er eens doorheen.
media@iwegener.nl
024-3650570
Zaterdag 31 oktober 2009
w
ijn op en twee kal-
meringspillen met
één resultaat:
helpt niet. Nei
ging om mij dood
te laten verklaren
om van alles af te zijn", tekende een somber
ende Wim Kan op 20 december 1976 op.
Amper twee weken voor oudjaar, leed de
perfectionistische en immer onzekere Kan
als vanouds onder de oudejaarsconference
stress. Het bleek onnodig: de voorstelling
was een doorslaand succes en tevens min of
meer het Waterloo van de toenmalige
CDA-minister van Justitie Dries van Agt,
die haarscherp op de korrel werd genomen.
Na de tv-uitzending volgde diens vrije val
in de peilingen. Joop den Uyl won in 1977
de verkiezingen.
Deze en andere aardige kijkjes in de keuken
van de oudejaarsconference staan opgete
kend in het boek De Koning is dood, leve de
Koning, waarin journalist Peter Voskuil tot
in de smakelijkste details de geschiedenis
van dit typisch Nederlandse verschijnsel on
der de loep neemt.
Tegenwoordig is de oudejaarsconference
lang niet meer zo exclusief als in de hoogtij
dagen van de grote oudejaarsconferenciers
Wim Kan, Youp van 't Hek en Freek de Jon
ge. Dat was de tijd dat één man op één pu
blieke zender bepaalde waar het volk rond
de jaarwisseling naar keek. De impact was
groot, getuige bijvoorbeeld Van 't Heks 'afre
kening' met het alcoholvrije Bucklerbier,
dat door de cabaretier belachelijk werd ge
maakt en daarna kon opdoeken.
In het boek behandelt elk hoofdstuk 1 jaar
oudejaarsconference, in totaal 40 voorstellin
gen van de laatste 40 jaar. Voskuil raadpleeg
de tal van archieven en praatte met arties
ten en betrokkenèn: van Wout van Liempt,
de manager van Wim Kan, Freek de Jonge,
en Youp van 't Hek tot de nieuwste lichting
cabaretiers als Jan-Jaap van de Wal en Gui-
do Weijers.
Wim Kan was in 1954 voor het eerst met
oudjaar op de radio te horen: een uur lang,
voor 1.000 gulden. Conference nummer 3 in
1958 was in feite de eerste multimediale con
ference: aan het einde van de voorstelling
stapte Kan als het ware van radio over op
tv. De verwarring in de Nederlandse huiska
mers was groot. Zeker vanaf dat moment
was de conference, met vele miljoenen luis
teraars, niet meer weg te denken.
De overstap naar de tv werd lang uitgesteld.
'Radio kun je zelf verpesten, bij tv kan een
ander dat voor je doen', zo verwoordde Kan
zijn vrees voor het nieuwe medium. Toen
hij in 1969 een jaar oversloeg, dook zijn
voormalige tekstschrijver Seth Gaaikema op
verzoek van de Avro in het gat: de eerste
oudejaarsshow op televisie, was een feit. De
recensies waren lovend, maar tussen Gaaike
ma en Kan kwam het niet meer goed.
In 1973 volgde de superieure wraak met een
opzienbarende tv-show van de meester zelf.
"•Sil
VAN DE OUDEJAARSCONFEfig
SETH GAAIKEMA YOUP VAN 'T HEK
FREEK DE JONGE WIM KAN LEBBIS EN JANSEN M'
JAN JAAP VAN DER WAL GUIDO WEIJERS
Haat, nijd
grote ego's
Freek de Jonge.
Midden: Wim Kan
(1960). foto's GPD
Youp van 't Hek.
foto Bob Bronshoff
Het publiek in de zaal lag aan Kans voeten,
evenals 6,5 miljoen kijkers thuis. „Als jullie
wat willen vragen, tik gerust even tegen de
buis", merkte Kan tijdens de show op.
Pas jaren later, in 1982, werd de Kan-hege
monie tijdens de jaarwisseling doorbroken
op een ongekende manier. Freek de Jonge
ging bij de Ikon met zijn show De Openba
ring rechtstreeks de concurrentie aan met
de dat jaar slecht in vorm zijnde monopo
list: het werd een botsing in generaties en
persoonlijkheden.
Domineeszoon Freek de Jonge leidde een
nieuwe tijd in in de geschiedenis van de
oudejaarsconference. Van één enkele show
om bij de oliebollenschaal en champagne te
volgen, was voortaan geen sprake meer. Het
rijk van Koning Kan versnipperde. Het
werd Seth en Freek of Seth en Youp. Soms
was het Freek tegenover Youp of tegenover
Lebbis en Jansen, in 2008 mocht Arie
Koornen bij BNN het instituut oudejaars
conference een jongere draai geven.
Opmerkelijk in het boek zijn de verhalen
over de keiharde concurrentiestrijd achter
de schermen. De een gunde de ander het
licht in de ogen niet. Kan was boos op Seth
Gaaikema, Freek de Jonge onttroonde Kan,
Van 't Hek zou volgens De Jonge uit zijn
werk jatten en tegenwoordig liggen Jan-Jaap
van de Wal en SBS-conferencier Guido
Weijers, beiden komend oudjaar te zien,
met elkaar in de clinch. Van 't Hek en De
Jonge hebben ook geen hoge pet op van de
nieuwe generatie cabaretiers, die maatschap
pelijke relevantie zou missen. Volgens au
teur Voskuil hoort die animositeit bij het
vak, zoals het doek en het podium bij elkaar
horen. „Het zijn allemaal grote ego's en dat
hoort ook zo. Ze moeten daar toch staan
met de overtuiging dat zij de leuksten zijn."
In het voorwoord van het boek stelt Youp
van 't Hek onomwonden dat de oudejaars
conference 'van toen' niet meer bestaat. In
2002 al verkondigde Freek de Jonge dat hij
'het zwembad te vol vond worden'. Is het
boek een zwanenzang? Een begrafenisboek?
Niet als het aan Voskuil ligt. „Je moet Youp
een beetje gelijk geven. Maar ik heb dit
boek óók gemaakt in de hoop dat de tradi
tie gekoesterd zal blijven worden."
De auteur behoort, net als Seth Gaaikema
en Guido Weijers, tot de optimisten waar
het gaat om de toekomst van het oudejaars-
instituut. Voskuil: „De conference zal beslist
uit de mode raken. Maar ik ben ervan over
tuigd dat er iemand zal opstaan die het pu
bliek wél weer massaal weet te boeien."
Peter Voskuil - De koning is dood, leve de ko
ning. De geschiedenis van de oudejaarsconfe
rence, uitgeverij Vierkant, prijs: 24,99 euro.
In omroepmuseum Beeld en Geluid in Hil
versum is in december een tentoonstelling
over de oudejaarsconference.
Reageren?
redactie.media@wegener.nl
COLUMBO
In de serie Heimwee TV worden elke
week tv-series uit het verleden belicht
die de geur van nostalgie ademen.
foto GPD
Vale trenchcoat, kromme
rug en blik die het mid
den houdt tussen die
van een dronken poedel
en een aangeslagen bok
ser in de twaalfde ronde. Suf en
morsig, zo kun je luitenant Colum-
bo van de politie van Los Angeles
het best omschrijven. Maar achter
de facade van de verlopen politie-
veteraan gaat een van de meest
briljante detectives uit de tv-ge-
schiedenis schuil.
De 69 afleveringen van de serie,
uitgezonden tussen 1971 en 2003,
verlopen allemaal volgens hetzelf
de schema. In tegenstelling tot de
meeste andere detectives zie je bij
Columbo meteen in het begin wie
de misdaad, meestal een moord,
heeft gepleegd. Columbo begint
dan stuntelig aan de zoektocht
naar de killer. Hij stelt ogenschijn
lijk domme vragen en focust regel
matig op de volstrekt verkeerde
personen. De echte dader waant
zich al snel veilig. Maar juist dan
slaat Columbo toe. Efi als onze
held de legendarische zin 0, just
one more thing uitspreekt, weet de
killer dat het voorbij is. Columbo
stelt dan steevast die ene, briljante
vraag, die het kaartenhuis van leu
gens laat instorten. Met één hand
op zijn voorhoofd en een licht ge
kromde rug kijkt hij naar zijn
'slachtoffer', op een manier die in
middels legendarisch is geworden.
De visuele beperking van acteur
Peter Falk komt hem hierbij prima
van pas. Falk heeft namelijk een
glazen oog, dat dof in de oogkas
tolt. Het gezonde kijkertje focust
tegelijkertijd haarscherp op de
moordenaar en fonkelt van sluw
heid en onverbloemde pret.
Columbo is wat je noemt een anti
held. In 1971, het jaar waarin Dirty
Harry het symbool wordt van de
echte Hollywood-cop, gooien de
makers van Columbo het over een
andere boeg. Waar Dirty Harry
zijn .44 Magnum laat spreken, ge
bruikt Columbo zijn hersenen.
Waar Dirty Harry strak in het pak
door het beeld stapt, sloft Falk op
afgetrapte schoenen en met een va
le trenchcoat door het beeld.
O, just one more thing. Weet u ei
genlijk wat de voornaam van Co
lumbo is? Wel, officieel heeft hij
er geen. In een aflevering komt
even zijn legitimatiebewijs in
beeld en hierop is met veel fanta
sie de naam Frank te ontwarren.
De makers van het spel Trivial
Pursuit kregen ooit een rechtszaak
aan hun broek, omdat ze als ant
woord op de voornaamvraag met
'Philip' op de proppen kwamen.
De zaak kwam nooit voor de rech
ter. Stefan Dölcken