Ellemieke
Vermolen
gaat koken
'De radiostudio is
mijn jas en ook een
beetje mijn thuis
kijktip
til
kijken luisteren
Radiojournalist Covert van Brakel wordt volgende
week zestig. Deze week nam hij na 30 jaar afscheid
van de studio. Dat vindt hij 'niet leuk', maar hij gaat
wel met de vut als 'buitengewoon tevreden mens',
vertelde hij aan Harco Ploegman.
SB Geboren op 6 november 1949 in Sche-
veningen.
Ê-
zondag, 16.30 uur
De NOS zonder Covert
Het is een georganiseerde chaos
op de redactievloer van de
NOS, zo vlak voor de middag
uitzending van het Radio 1
Journaal. Redacteuren wer
ken aan de laatste nieuwsbe
richten en presentatieteksten, in de studio
vindt druk overleg plaats en Govert van Bra-
kel moet voorafgaand aan de uitzending
ook nog twee gesprekken opnemen.
De uitzending vult zich moeiteloos met re
portages en nieuws, telefonische interviews
en gesprekken met gasten die aanschuiven
in de studio. Tussen de gesprekjes door
slaagt Van Brakel er regelmatig in enkele
woorden te wisselen of grapjes te maken
met de eindredacteur, de regisseur en de
technicus aan de andere kant van het glas.
„Het is vaak een vorm van zelfbescher
ming", aldus Van Brakel. „Je moet niet te
persoonlijk op het nieuws zitten, zeker niet
bij grote rampen. De sfeer op de werkvloer
is vaak luchtig."
Afgelopen woensdag was Van Brakels laat
ste werkdag en hij vindt dat 'niet leuk'. „Ik
heb geen hobby's, ik verzamel niets. De ra
dio is mijn hobby." Met zijn zestig jaar is hij
relatief jong. Waarom gaat hij dan nu al met
de vut? „Ik dacht: 'Waarom zou ik niet weg
gaan op een moment dat ze het misschien
nog wel prettig hadden gevonden als ik was
gebleven'."
De presentator begon zijn journalistieke car
rière als schrijvend redacteur bij het persbu
reau voor de regionale dagbladen, de Geasso
cieerde Pers Diensten (GPD). „Eigenlijk wil
de ik bij de radio. Dat was mijn grote liefde,
al weet ik niet goed waar die vandaan komt.
Als er iets groots gebeurde, zeiden mijn
ouders vroeger wel: 'We moeten televisie kij
ken, want het is een belangrijk moment'.
Mijn moeder bewaarde ook kranten: de
dood van koningin Wilhelmina, de moord
op Kennedy, dat soort momenten."
Via een toevalligheid belandde Van Brakel
bij de radio. „In de weekenden werkte ik
voor de ziekenomroep in Den Haag. Op een
gegeven moment werd ik door een collega
gevraagd om op een zaterdag in te vallen bij
de NCRV voor de verslaggeving van het za-
terdagamateurvoetbal. Dat deed ik en daar
na is het nooit meer opgehouden."
De Olympische Spelen, het WK voetbal, de
Elfstedentocht, Van Brakel heeft het alle
maal meegemaakt. Ook heeft hij 'de macht
hebbers van toen' - Reagan en Brezjnev - ge
zien. Hij vond het altijd 'een echte eer' om
op 4 mei bij de jaarlijkse herdenking op de
Dam en in de Nieuwe Kerk te zijn.
De presentator noemt zichzelf een 'buiten
gewoon tevreden mens': „Ik ben bijna over
al bij geweest. Ik ben daarin een zondags
kind. Er is me altijd gevraagd programma's
te doen. Ik heb nooit m'n hand op hoeven
houden." Van schijnwerpers houdt hij niet.
„De radiostudio is mijn jas en ook een beet
je mijn thuis. IJdelheid is me vreemd. Ik
hoop wel altijd dat ik goeie uitzendingen
maak met een paar mooie zinnen."
De presentator is niet cynisch geworden
van het vele slechte nieuws dat hij moest
brengen. „Ik lijd niet onder het brengen van
veel slecht nieuws. Ik betrap mezelf er wel
eens op dat ik wegdraai bij erge beelden van
tsunami's en vliegrampen. Op de radio kan
ik daarover praten met alles en iedereen,
adiopresentator G
eemt na 30 jaar af:
daar ook beelden bij oproepen bij andere
mensen. Maar als ik het dan op televisie zie,
wend ik mijn hoofd af. Hongerende kinde
ren in Afrika, daar wil ik niet naar kijken. Ik
denk dat het ook een vorm van zelfbescher
ming is. Toch ben ik niet het geloof in de
mensheid kwijt."
De rol van de presentator is in de loop der
tijd veranderd, aldus Van Brakel. „Ik kom
uit de strenge Hier en Nu-radioschool, waar
in het nieuws belangrijk was en de presenta
tor ondergeschikt. Nieuws omschreef je zo
sec mogelijk. Bij ons hoor ik tegenwoordig
zeggen: 'Er heeft zich een grote aardbeving
voorgedaan'. We doen er een bijvoeglijk
naamwoord bij. Laatst hoorde ik zeggen:
'Het is een veelzeggende verklaring van de
DSB-Bank'. Dat zouden we voorheen weg
gelaten hebben. De luisteraar oordeelt maar
of het veelzeggend is of niet. Ik zou zeggen:
speel niet de wijsneus. Ik houd van de klei
ne vraag en het mooie antwoord. Presenta-
m Govert van Brakel
Opleiding: HBS-A.
Begon zijn carrière als persvoorlichter
van het Ministerie van Onderwijs en We
tenschappen. Was een aantal jaren bu
reauredacteur binnenland GPD. Vervul
de vanaf 1979 diverse functies bij de
NCRV (eindredacteur/presentator Zater
dag-Sport, Donderdag Sport, Hier en
Nu-Radio, MM-Magzine en hoofd radio-af
deling Gevarieerd en Cultuur). Presen
teerde bij de NOS Langs de Lijn, Met het
Oog op Morgen en het Radio 1 Journaal.
Govert van Brakel is getrouwd en heeft
drie kinderen.
toren moeten ook klein durven te zijn. Klei
ne mannetjes en vrouwtjes die gewoon het
vervoermiddel zijn voor een spreker om op
een heldere manier zijn verhaal te vertellen.
Het zit in ons vak niet opgesloten om klein
te willen blijven. Dus is het wel handig el
kaar daar af en toe op te wijzen."
Van Brakel staat niet te juichen bij de ver
jonging in toon, muziek- en onderwerpkeu
ze die op Radio is doorgevoerd. „Wij wil
len beleidsmatig jonge mensen trekken en
dat doen we dan, lijkt mij soms, ten koste
van onze trouwe, vaste oudere luisteraar.
Terwijl die jongeren echt niet massaal ko
men toestromen. Die zetten echt niet om
zes uur de radio aan voor het nieuws, zoals
mijn oude tante."
Van Brakel is een instituut. „Dat is een kwes
tie van lang zitten, misschien", meent hij.
„Nou bagatelliseer ik het misschien. Het is
denk ik toch door je gesprekspartners voor
vol worden aangezien. Wij worden altijd af
gerekend op details. Ik moet weten met wie
ik praat en wat diegene doet. Toen prinses
Juliana stierf, kreeg ik in de uitzending de al
lereerste reacties van de fractieleiders. Om
dat ik al jong kranten las, wist ik nog dat de
vader van Jozias van Aartsen minister van
Volkshuisvesting en Bouwnijverheid was in
het kabinet-De Quay 1959-1963. Ik vroeg
hem daarnaar en kreeg een schitterend ver
haal over 'die lastige mevrouw' (Juliana,
red.), die zich volop bemoeide met de ver
bouwing van het paleis op de Dam. Dat luk
te me door simpelweg iets te weten. Dat no
digt uit.
„Als je als presentator kennis hebt, gaat er
bij iemand anders een laatje open dankzij
jou. Kennis is macht. Ik zeg wel tegen jonge
collega's dat ze nooit mogen zeggen: 'Dit
was van voor mijn tijd'. Je kunt alles bijle
zen. Niet de details, maar hoofdlijnen.
„Al het nieuws speelt zich afin een kader.
Wij zeggen te gemakkelijk dat iets uniek is.
Het is allemaal eerder gebeurd. Wat is een
drama? Is het omvallen van een bank een
drama? Oké, maar voor wie? Is het verlie
zen van een voetbalwedstrijd een drama?
Daar moeten we over nadenken en het er
niet zomaar uitflappen. Het gevolg is dat we
allemaal dezelfde woorden gebruiken, om
dat we elkaar napraten."
SS Reageren?
redactie.media@wegener.nl