H Pierre Paulin Multifunctionele rasp denk Paulin zenden exemplaren van verkocht. Ook de Ribbon Chair, een klassieker die in 1969 al de American Industrial Award won, wordt nog altijd veel verkocht, voor al aan liefhebbers en verzamelaars. Paulin volgde een opleiding tot beeldhou wer aan de kunstacademie. Maar door een ongeval en ziekte kon hij dat zware werk niet meer doen. Hij ging zich in de jaren vijftig toeleggen op het ontwerpen van zitmeubels. Zijn beeldhouwersoog kwam hem daarbij goed van pas. De meeste van zijn ontwerpen hebben dan ook een sculpturale vorm. „Paulins ontwerpen zijn fris en innova tief en hadden vrijwel direct succes in het naoorlogse Nederland", zegt Tol. „Hij combineerde een hoog zitcomfort met nieuwe technologieën zoals ongeschilde metalen buisframes en elastische bekle dingshoezen. Daarnaast was hij heel sterk in tijdloze vormen." Functionaliteit gecombineerd met esthe tiek, daar houden Nederlanders van, we ten ze bij Artifort. Paulin blijft, naast een eindeloze stroom jong designtalent, al die jaren vaste ontwerper voor Artifort. Daarnaast maakt hij ook werk voor het Franse Ligne Roset en het Italiaanse Ma- gis Design en ontwerpt hij vooral in Frankrijk veel voor overheden en kunst instellingen. Heel bijzonder was het jubeljaar 2007: 50-60-80. Huisontwerper Pierre Paulin werd dat jaar 80, hij werkte 60 jaar als ontwerper, waarvan 50 voor Artifort. „Toen zijn de ABCD en Le Chat op nieuw geïntroduceerd in de Momentum- stof van Jack Lenor Larsen." De Artifortklassiekers, met hun hoge ico nische beeldwaarde, zullen zeker in het assortiment blijven, stelt Tol. „Maar we werken net als vroeger ook steeds aan het vernieuwen van onze beeldtaal en onze technologische mogelijkheden. De verhouding nieuw ontwerp en klassie kers is ongeveer fifty-fifty." Patrick Norquet, eveneens een Franse ontwerper, heeft in 2002 het jongste Artiforttijdperk waardig ingeluid. In dat jaar ontwierp hij fauteuil Apollo, waarvan de lijnen sterk herinneren aan die van die andere grote Franse meester, zonder dat ze aan autonomie inboeten. „Het past precies in het straatje van Arti fort én Paulin", erkent Tol trots. Maar er is meer. De Nederlandse ontwer per René Holten gooit hoge ogen met zijn bankenserie Mare, Khodi Feiz ver leidt een jong publiek met stoeltje Gap, Patrick Norguet voegde tafeltje Presso toe aan de lijst en Michiel van der Kley verraste tijdens de meubelbeurs in Mil aan met de kleurige en loungeachtige meubeltjes Swamp, pm letterlijk en fi guurlijk in weg te zakken. Artifort en Paulin, ze zullen altijd bij el kaar blijven horen. In de collectie, maar ook in de designgeschiedenis. Het van oorsprong Maastrichtse bedrijf zoekt nog naar een manier om de Franse ontwer per die zo veel voor Artifort betekend heeft, een passend postuum eerbetoon te bezorgen. In de vorm van een boek of tentoonstelling. „Het duurt nog even, want we doen niks zonder Paulins vrouw Maïa, maar dat eerbetoon komt er zeker. Het is tijd om het oeuvre van Pau lin definitief op waarde te schatten." www.artifort.com www.pierrepaulin.com Reageren? Pierre Paulin is geboren in Parijs op 9 juli 1927. Hij studeerde beeldhouwen. Vanaf midden jaren vijftig legde hij zich toe op het ont werpen van stoelen, onder meer voor Artifort en Thonet. Zijn mot to: 'een fauteuil moet de zitter be schermen'. Paulin was ook betrok ken bij grote vormgevingsprojec- ten als het ontwerp voor het Fran se paviljoen voor de Expo '70 in Tokio, de inrichting van passagiers ruimtes in de vliegtuigen van Air France en de restyling van de pri- vévertrekken van het presidentiële paleis in Parijs. Het Centre Pom pidou in die stad heeft een perma nente tentoonstelling van Paulins meubelontwerpen. Ook andere musea, onder meer het MOMA in New York, hebben zijn ontwerpen in de collectie. Paulin overleed op 13 juni van dit jaar in Montpellier. redactie.wonen@wegener.nl Artifort vierde een driedubbel Paulinjubileum tijdens de meubelbeurs in Milaan in 2007. Paulin werd 80, werkte 60 jaar als ontwerper en 50 jaar voor Artifort. Ter gele genheid van dat feest werd onder andere Le Chat opnieuw in productie genomen. Het is een model uit 1967. foto's GPD Ooit hip en veelgebruikt, nu afgedankt en zieltogend in een hoekje van de kast: keukenlijken. In deze aflevering: de aardappelraspmachine. door Jan van Mullem Veel zijn er niet overgebleven. Vooral de altijd hongerige supermarktketens hebben de ver trouwde groenteboer-op-de-hoek de WW in gejaagd. Zoals dat ook met talloze brood- en vlees collega's is gegaan. Over het hoe en waarom, de schande of de vooruitgang wil ik het niet hebben. Wel over die handige machine die ook de groente boer in mijn dorp - nu zit er een kapper - opvallend in zijn winkel had staan. Een pondje Eigenheimers, Parel of Doré kon je er zó, ongeschild, krijgen. Of, voor een paar cent extra, geraspt. Het ding stond in mijn beleving nooit stil. De muzak van de groentezaak, speelde hij. Geen kilootje andij vie ging ovër de toonbank zonder begeleiding van dat raspende koortje op de achtergrond. Ik dacht wel eens dat de groenteboer het erom deed: ik be doel, marktonderzoek had hij niet nodig om te we ten dat je klanten moet teasen als je wilt verkopen. Hij deed dat onophoudelijk. Drukte waarschijnlijk ook triomfantelijk op de knop als het antwoord eens 'ongeschild' was. Elektrische aardappelraspmachines waren er ook voor thuisgebruik. Maarten van Lankvelt stuurde ons een foto van de machine die zijn vader in de ja ren zestig aan zijn vrouw cadeau gaf. Voor Moeder dag - in die tijd kon je voor zo'n gelegenheid nog met huishoudelijk presentjes thuiskomen, nu krijg je ze, in extreme kringen, naar je hoofd. „Mijn moeder was zeker niet boos, maar vanaf het begin wel vrij sceptisch over het apparaat", herinnert Van Lankvelt zich. „Wij niet. De oudere kinderen waren er juist blij mee. Dit machientje zou immers onze dagelijkse schilbeurten na schooltijd overnemen!" Het plezier was toch van korte duur. „De aardappels moesten, nadat ze waren geraspt, alsnog handmatig ontpit worden. Ook kwamen de aardappelen er niet mooi glad uit." Maar wat het apparaat écht de das omdeed, was het schoonmaken van de binnenkant na elke raspbeurt: een klus die meer tijd in beslag nam dan wanneer je zelf het mesje han teerde. Wat er van de 42,5 centimer hoge en 30,5 centimeter brede en diepe OSCA-raspmachine, die volgens Van Lankvelt des tijds zo'n 100 gulden kostte, te recht is gekomen, raadt nie mand. „We hebben hem thuis één keer gebruikt. Tegenwoor dig staat hij bij mijn broer in de schuur. Het is een handig zitbankje gebleken." NB: Herinnert u zich de 'Millecroquettes' van vori ge week? Het apparaat is nog te koop (van 25 tot 350 euro). Zie www.millecro- quettes.com voor meer info. Ook gezien op Marktplaats: http://link.marktplaats.nl/ 288906542 (15 euro). De aardappelrasp lijkt een minicen- trifuge. foto PR Ook een keukenlijk in huis? Mail info en foto van keukenlijk naar redactie.wonen@wegener.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 75