spectrum .O Duitse medailles in de kelder 'De piloot zwaaide naar on £2 Sluis Oostburg De Slag om de Schelde werd in ok tober 1944 beslist. West-Zeeuws- Vlaanderen - Festung Schelde Süd - werd met veel moeite bevrijd. Schoondijke, Oostburg, Sluis en Breskens veranderden in puin. Zes- Geallieerde troepenbewegingen in de Slag om c Zaterdag 24 oktober 2009 Oorlog en vrede in De Canadezen kwamen van Scherp- bier en uit de richting van de gasfa briek bij Oostburg. De Duitsers hadden zich verschanst in de Henricuspol- der, tussen Oostburg en Zuidzande. „Daar", wijst Karei Malcorps, „daar zagen we de Canadezen lopen." We staan naast een boerenschuur aan de noordkant van de Bruggendijk. Nu van steen, in 1944 van hout en met riet gedekt. Drie dorsvloeren, vertelt Malcorps, het was één van de mooiste schuren van de streek. De katholieke school van Oostburg, waar de Duitsers hun voedselvoorraden opsloegen, was kapot geschoten. De ene dorsvloer kwam vol te liggen met vlees, de andere met honderden broden, 's Nachts werd het eten met paard en wagen opge haald, om het te verdelen onder de Duitse militairen aan de kust. Overdag schoten ge allieerde jagers op alles wat bewoog. Karei Malcorps was 21 jaar toen. Hij woon de in Middelburg en ging naar de middel bare landbouwschool in Goes. Vanaf 1942 liep hij in de zomermaanden stage op de boerderij van zijn oom Bram aan de Brug gendijk. Zo kwam hij in de finale van de oorlog in de frontlinie te zitten. Er werd de hele tijd geschoten. Door ja gers, maar ook door geschut vanaf het Leo- poldkanaal. In de tuin waren putten gegra ven, waar je in kon schuilen. Honderd me ter verderop bood een duiker een gemet seld dak. ,,'s Nachts sliepen er vluchtelin gen uit Oostburg in de kelder. Ik niet. Je wende aan de beschietingen. 'Het was Arsène Stokkerman woonde aan het Sluisseveer, net ten noorden van Sluis. Zijn vader had er land in de omgeving. Een huis met schuur. Als je op het dak klom, kon je ver kijken. Voor de oorlog, toen het wel crisis maar verder onbekommerd was, had hij zicht op de vliegshows bij Knokke. Stokkerman werd 18 jaar in 1944, en kreeg met de arbeids inzet te maken. Boer Provoost, die even verderop woon de, regelde een baantje voor hem. 's Ochtends ging hij met twee paarden en een dichte autowagen Belgen opha len, die voor de Wehrmacht palen moesten zetten op het strand. „In Cadzand zat een Feldwebel. Ik had 'Vliegende Hollander' op mijn wagen geschilderd. Dat mocht niet. weer raak vannacht', hoorde ik 's och tends. Ik had dan overal doorheen gesla pen. Mijn oom zorgde dat we elke och tend het dak opgingen, om de kapotte pan nen en panlatten te repareren. Dat is het behoud van het huis geweest." Vanaf 6 oktober werd een door twee man bezette Schreibstube in de boerderij onder gebracht. De komst van die administratie ve afdeling was een teken dat het front in beweging was. Twee weken later vertrok ken de mannen richting Cadzand. Ook de Duitse commandant vond even onderdak in de boerderij. Hij legde zijn stafkaarten onder een glasplaat op tafel. Vanuit de boerderij werden telefoonlijnen getrokken naar de geschutstellingen in de polder. „Op de kruising van de Stampershoekweg en de Mosterdweg werden twee geallieer de tanks uitgeschakeld met pantservuisten. Er kwamen tien Canadezen uit, die hier in de schuur als krijgsgevangenen werden op gevangen en naar Cadzand doorgestuurd. In vergelijking met de Duitsers zagen ze er uit als een ongeregeld zootje. Vies, je houdt het niet voor mogelijk. De mannen die hen gevangen hadden genomen, kre gen meteen een onderscheiding. De Duit sers hadden een hele kist medailles in on ze kelder staan. En ze boekten nog een suc ces: ze maakten een brencarrier buit, die vol zat met sigaretten. Ik kreeg ook een pakje." Alle acht boerenschuren in de Henricuspol- der werden in brand geschoten. Die van oom Bram als laatste. Westkapelle 4e Canadese pantserdivisie, 2e en 3e Canadese infanteriedivisie Britse 52e infanteriedivisie met diverse toevoegingen Geïnundeerd gebied Gent Toen heb ik er 'De Zwerver' op gezet. Later zag ik die Feld webel in een stoet krijgsgevangenen lopen en heb ik een lange neus naar hem gemaakt." Een andere herinnering: „We schuilden bij boer Provoost. Daar zaten ook Duitsers. Eén van hen liet zijn koppelriem met pistool slingeren. Die heb ik onder het stro verstopt. Omdat ik al gauw verdacht werd, ben ik gevlucht, ik ver stopte me in een droge sloot verderop, achter een dichte braamstruik. Op een dag komt er over de dijk een Duitse militair gereden. Hij stopt precies ter hoogte van mijn schuilplaats. Kleedt zich uit, trekt een burgerpakje aan, en rijdt verder. Zijn uniform heb ik weggehaald." De Zwinbrug zou worden opgeblazen. Het gezin Stokker man - behalve de ouders en Arsène ook broer Roger - trok richting Knokke, met twee paarden en een wagen. „Toen we op Zwinpolderdijk liepen kwam er een Engelse jager over. Hij schoot een stro-opslag naast onze dijk in brand. Een scherf verwondde één van onze paarden. In paniek zijn we met witte lakens gaan zwaaien. Hij kwam nog een keer heel laag over. We zagen de piloot zitten, hij zwaaide naar ons." Ze kwamen in de Hazegraspolder terecht, in de schuur van Kootje Bouillon. „We hoorden de Canadese bevrij ders dichterbij komen. Iemand vloog naar buiten: 'Alle maal civielen hier, allemaal civielen'. Waar zitten er Duit sers, vroegen ze. Ik heb vier man naar een bunker ge bracht. Er werd even een vlammenwerper op gericht. De deur ging open, zes of zeven Duitsers gaven zich over. Daar stond ik bij." „Ik vertel er niet vaak over. Mijn drie zonen begrijpen niet hoe erg het geweest is. Beschoten, van de weg gere den. Op de terugweg zagen we overal dode Duitsers. Meestal waren hun laarzen en sokken uitgetrokken."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 46