spectrum 6 Zeeuwse recreatie-ondernemers die willen uitbreiden, moeten daar sinds oktober 2006 iets tegenover stellen. Iets dat bijdraagt aan een mooie omgeving. Tot dusver heeft de provincie 201 projecten geturfd, samen goed voor een investering van ruim 3,5 miljoen euro in 'ruimtelijke kwaliteit'. Zaterdag 17 oktober 2009 door Marcel Modde Nou, dit is het", maakt Lilian Dingeman se een weids gebaar naar de tweedui zend vierkante meter met zicht op het hoogste duin van Nederland, achter Valkenisse. „De kloostertuin in aanleg. Met de nadruk op aanleg, want we zijn nog volop be zig." Achter de oude muur opent zich een andere wereld, die niets meer te maken lijkt te hebben met het ak kerbouwbedrijf voor de houten poort. De familie Dingemanse van Werendijke heeft als één van de 45 minicampings in de gemeente Veere toestemming gekregen uit te breiden tot 25 plaatsen. Mits die groei zou worden verevend. „En Veere heeft nog wat extra regels bedacht", zegt Lilians vader ietwat zuur. „Je moet met iets nieuws komen, een andere doel groep aanboren, dan zit je bij die 45. We hebben hier zo'n 160 kampeerboeren. Dus dan moet je wel iets bijzonders bedenken!" Een andere strikt Veerse regel is de waarborgsom die recreatie-ondernemers moeten storten bij het indie nen van hun uitbreidingsplannen. De gemeente wil zo afdwingen dat de verevening ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Na realisatie krijgen ze dat bedrag weer terug. Dingemanse kwam onder die regeling uit, omdat hij direct al achtduizend euro investeerde in de kloostertuin. „Op mijn eigen terrein hé!" Hij laat even een stilte vallen, weegt zijn woorden. „Maar ik mag daar geen schapen meer zetten of aard appelen poten...." Toch is dit beter dan zomaar vijfduizend euro wegge ven aan de gemeente voor een gezamenlijk plan, vindt hij. „Dan is het maar afwachten waar een mooi bosje komt of welke kerktoren ze met mijn geld restaureren." Eerlijk is eerlijk, moet hij toegege ven. Wanneer hij niet gedwongen was na te denken over toevoeging van iets bijzonders aan zijn bedrijf, was hij nooit op het idee van een kloostertuin geko men. „Ik niet, zij wel", wijst hij naar Lilian. Anderhalfjaar geleden werd een tuinarchitect in de arm genomen en ging de schapenwei op de schop. Lilian loopt naar de speelzaal van de boerencamping en stopt bij een plattegrond. Op de schets is goed te zien hoe de kloostertuin is opgebouwd uit verschil lende compartimenten, langs rechte paden in de vorm van een dubbel kruis. Naar authentiek voor beeld, benadrukt Lilian, gebaseerd op beschrijvingen uit boeken en informatie op internet. De oude boerderij van Werendijke maakte in de Middeleeuwen mogelijk deel uit van het klooster complex Hemelpoort. Een groot stuk van de tuin muur is opgebouwd uit de kloostermoppenfundatie die onder het varkenshok vandaan kwam. Op een te kening uit de periode rond 1560 prijkt de Hemel poort zo ongeveer op de plek van het huidige akker bouwbedrijf, schuin links onder Zoutelande. Geïnspireerd op de gedachte dat het leven binnen een kloostercomplex grotendeels zelfvoorzienend was, bestaat de hoofdmoot van de tuin uit (genees krachtige) kruiden, oude groenten, drieduizend buxussen en bomen van de kweepeer, appels, mis pels en noten. Lilian: „Daar hebben we zelf wat ele menten aan toegevoegd. Een labyrint voor kinderen en een stuk waar onze campinggasten zelf bloemen en kruiden mogen plukken. Afgelopen zomer zag je hier overal op tafels mooie vazen staan. Hartstikke leuk toch! En de wintertuin moet er voor zorgen dat gasten die al in maart komen ook wat te zien heb ben." Zelfs aan het medidatieve is gedacht, wijst Lilians moeder Jopie op het strandhuisje in de hoek naast de muur. „Een plekje waar je in alle rust kunt genie ten van de vlinders, vogels en geuren in de tuin." Lilian: „Ik ga er vanuit dat het een jaar of vijf duurt voordat alles lekker vol staat." Voor de bosschages rondom moet daar zeker nog twee jaar worden bijge teld. Zware zeeklei, een nat najaar gevolgd door de V droge zomer en een vrijwel onafgebroken zilte zee- wind maken de aanleg niet eenvoudiger. „De eerste maanden dat we hier bezig waren dacht ik: dus dit bedoelen ze met monnikenwerk!" Het schelpenpad knispert onder de schoenen. Lilian plukt een stukje van de muntplant, een weldadige geur dringt de neus binnen. „Daar komen rabarber, bietjes, crambe (zeekool) en venkel. Groenten die ook nog sierwaarde hebben." Ze strijkt langs het gro te blad van de acanthus, bron van inspiratie voor ver siering van gebouwen uit de Griekse oudheid. Een Lilian Dingemanse is voor de inrichting van haar Kloostertuin uitgegaan van een zo authentiek moge De kinderboerderij in Kats wordt aangevuld met een groot Oosterscheldespel.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 92