'Bij Vlissingen Diederik Hiensch moet 30 SUPER SUNDAY Het Zeeuwse voetbal maakt zich met RCS-Vlissingen en Terneuzen-Goes op voor een heuse Super Sunday. Aan de vooravond van die derby's kijken André Siereveld (RCS) en trainer Diederik Hiensch (Terneuzen) openhartig terug en vooruit. Weerzien met voormalige club fHEBïïisma zaterdag 17 oktober 2009 door Barry van der Hooft V André Siereveld: „Ik had gewoon bij Vlissingen kunnen blijven, maar dan was ik iedere keer met een kater naar de training gegaan." foto Izaak Verkeste lak voor het verstrij ken van de overschrij vingstermijn verruilde André Siereveld eind mei VC Vlissingen voor RCS. De 23-jarige verdediger had schoon genoeg van de scheve verhoudingen binnen de vernieuw de selectie, die waren ontstaan door een in zijn ogen onbegrijpe lijk beleid. Morgen speelt hij in het shirt van RCS tegen zijn oude club. Aan de vooravond van de beladen derby neemt Siereveld geen blad voor de mond. „Tegen Ruud Pen- nings praat ik niet meer." Het ongenoegen over de gang van zaken is groot bij Siereveld, die het overgrote deel van zijn jeugd bij Vlissingen heeft gespeeld. Als acht tienjarig talent maakt hij de over stap naar Kloetinge, waarmee hij drie jaar in de hoofdklasse speelt. „Ik had het erg naar mijn zin bij die club, maar het laatste seizoen was niet leuk. We verloren veel en degradeerden. De sfeer was deson danks altijd goed bij Kloetinge, maar ik wist ook dat Vlissingen ging promoveren." Het is de voornaamste reden waar om hij graag terug wil naar zijn club. Siereveld: „En ik geloofde in de ambities van Vlissingen. Achter af gezien had ik bij Kloetinge moe ten blijven. Dat is een degelijke club, waar ik mezelf ook verder had kunnen ontwikkelen. Er werd goed voor de spelers gezorgd en er was weinig gezeur. Je kon je echt op het voetbal focussen. Bij Vlissin gen was dat haast onmogelijk." In de eerste helft van het seizoen 2008/2009 gaat het nog crescendo met Vlissingen. Na de promotie is de ploeg ook in de tweede klasse ti telkandidaat en worden de ambi ties opnieuw waargemaakt. „Eddy Dobbeleir was aangesteld als voor zitter van de sponsorstichting. Ie dereen dacht toen hetzelfde: hij zal wel weer voorzitter van de club wil len worden.... Dat wordt hij name lijk bij vrijwel iedere club waar hij binnenstapt. In januari begon het te borrelen. Normaal heb je in die maand al eens een gesprek over het volgend seizoen, maar wij hoorden alleen dat dat 'binnenkort' zou ge beuren." In maart denken de spelers van Vlissingen eindelijk duidelijkheid te krijgen. „Maar dat waren echt lul lige gesprekjes. Ze waren tevreden en er zou 'binnenkort' over de ver goedingen gesproken worden. We werden dus aan het lijntje gehou den. Als spelers hadden we het ver moeden dat er geen geld meer was. Dat is prima, maar dan moet je dat eerlijk zeggen. We hadden voor de start van het seizoen allemaal te ho ren gekregen dat het een overgangs jaar zou worden. Als we naar de eerste klasse promoveerden, zou den de vergoedingen ook omhoog gaan. Ik was niet voor het geld naar Vlissingen gegaan, maar afspraak is afspraak." HOEDEKENSKERKE - De derby van morgen tussen Terneuzen en Goes is voor Diederik Hiensch een weer zien met de club waar hij bijna an derhalf jaar werkte. „Ik ben in 1995 en 1996 jeugdcoördinator geweest bij Goes en heb de B1 getraind", ver telt de oefenmeester. „In het eerste seizoen promoveerden we naar de derde divisie. We hadden echt een leuk elftal, met onder anderen Ste fan Scholten, Ryan en Gaffin de Me- za en Rosanno Acton, die nu nog in het eerste van Goes voetbalt. In no vember 1996 werd ik door Kloetin ge gevraagd terug te komen om hoofdtrainer te worden. Ik heb het gedaan, maar had er wel moeite mee. Want met goede jeugd werken is fantastisch." Het duel van morgen bestempelt Hiensch als mooi. „Het is ook leuk dat Goes het goed doet. Ze kloppen nadrukkelijk op de deur. Voor het Zeeuwse voetbal zou het goed zijn als we aan het einde van het sei zoen allebei promoveren. Ik heb me laten informeren over hoe ze spe len. En met jongens als Kyle Does burg en Robin de Pagter heb ik bij Kloetinge gewerkt. Ik weet wat ze kunnen." Op de foto de B1 van Goes in het seizoen 1995/1996. Staand vanaf links: leider John Kraijenbrink, Ryan de Meza, Rosanno Acton, Stefan Scholten, Mario Kalisvaart, John Kra ijenbrink en Diederik Hiensch. Zit tend vanaf links: Mark Nieuwpoort, Gaffin de Meza, Peter van der Rey- den, Chik-in Choi, Ger Jan Timmer man en Ron Lohnstein. door Barry van der Hooft Met zijn wijsvinger tekent hij een klei ne cirkel op de houten tafel. „Zo moet je altijd beginnen bij een club", zegt Die derik Hiensch. „Die kleine cirkel, dat is je selectie." Hij maakt nog een paar denkbeeldige cirkels, die steeds groter worden. „Daarna kijk je naar de technische commissie, vervolgens naar het bestuur en zo ga je steeds verder. Stap voor stap. Je moet niet meteen alles binnen een club willen bepalen en veran deren." Dat probeert hij dus ook niet bij Terneuzen, de club waar hij sinds deze zomer werkzaam is. Hiensch leek vergroeid met Kloetinge, maar zette er na elf seizoenen (ver spreid over twee perioden) een punt achter. Waarom eigenlijk? „Omdat ik voelde dat bij mij de scherpte eraf ging", bekent de trai ner. „Niet zozeer richting de spe lersgroep, als wel naar de organisa tie toe. Iedere club heeft positieve en negatieve aspecten. Maar ik was vooral aan het vechten tegen de negatieve dingen en kon geslo ten deuren niet open krijgen." Het maakte hem moe, vertelt hij in zijn huis in Hoedekenskerke. Hiensch: „Ik zag weinig vooruit gang meer en bepaalde zaken gin gen me tegenstaan. Na de degrada tie uit de hoofdklasse, vond ik dat er weer gebouwd moest worden aan een nieuw elftal. Naar mijn idee is er vorig seizoen een goede groep neergezet, waar Kloetinge mee verder kon. Ik kon met een ge rust hart vertrekken en vind het mooi om te zien dat ze het nu zo goed doen." Het naar de hoofdklasse gepromo veerde RWH uit Ridderkerk pol ste hem, maar de combinatie met zijn privéleven zou te veel offers van Hiensch vragen. „Ik wilde best graag weer een hoofdklasser trai nen, maar had geen zin om vier keer per week meer dan een uur in de auto te zitten. Zelfs thuiswed strijden worden dan uitwedstrij den. Ik heb vijf kinderen. Mijn oudste zoon en twee dochters wo nen bij hun moeder in Nijkerk. Ik wil hen ook graag zien sporten. En hier loopt ook nog klein grut rond." Hij wijst naar Bruno en Lotte, de tweeling van tweeënhalf die braaf op de bank zit. Dan vervolgt hij: „RWH was een mooie uitdaging, maar ik heb er snel nee tegen ge zegd. Nu rijd ik op zaterdag naar Nijkerk en ga naar de voetbalwed strijden van mijn zoon of dochter kijken. Dat is pure ontspanning. Het kan ook alleen omdat ik nu bij een zondagclub werk. De com binatie is prima zo. Naar Terneu zen is het een half uurtje rijden, ik zie mijn kinderen opgroeien en kan iedere zaterdag naar Nijkerk." Na tientallen jaren in het zaterdag voetbal is nu het zondagvoetbal zijn podium. Hiensch is aan zijn derde maand in Terneuzen bezig en uit zijn woorden blijkt dat het hem uitstekend bevalt. „Ik heb vo rig seizoen een paar wedstrijden van Terneuzen bekeken. De entou rage en het veld vind ik mooi. Van Terneuzen had ik altijd al het beeld dat het een vooraanstaande club was. Dan denk ik bijvoor beeld aan de ploeg van een paar jaar geleden, met onder anderen Mike But en Dennis Rietjens. Die uitstraling heeft de club nu nog steeds. Terneuzen heeft altijd góe de jeugd gehad en ook nu lopen er veel jongens met potentie." Ambitieus als Hiensch is, wil hij vooruit met zijn nieuwe club. „De basis om stappen te maken is er. De club heeft een enorme groep vrijwilligers en supporters met een Terneuzen-hart. Zij bewaken

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 78