'Nooit ongemakkelijk als
mensen naar me kijken'
'Mijn lijfspreuk is: don't
fuck met de kabouter'
II
Mensen die zichzelf bijzonder vindenhebben we met
geïnterviewd Lerarenopleider en auteur René van Kralingen
iri i i itj zaterdag 3 oktober 2009
Arnold van Piekeren (27 jaar, 1.13
meter) legde zich niet neer bij voor
oordelen en tegenwerking in het on
derwijs. „Ik ben goed gebekt, sociaal
intelligent en extravert juist omdat ik
gehandicapt ben. Het is mijn overle
vingsstrategie."
Arnold van Piekeren is door
de zeldzame groeistoornis
van McKusick niet groter
dan 1.13 meter geworden. Van Pieke
ren had graag arts willen worden,
maar voelde zich tegengewerkt tij
dens zijn opleiding. „Ik heb een tijd
lang in het ziekenhuis gewerkt maar
uiteindelijk wilden ze me toch niet
hebben. Ze vonden me te klein, te ge
handicapt."
Op de Hogere Laboratorium Oplei
ding hoorde hij van de mogelijkheid
om een tweedegraads lesbevoegdheid
te halen.
„Zodoende ben ik het onderwijs inge
rold, ik heb er niet echt voor gekozen.
Jammer genoeg kreeg ik ook binnen
het onderwijs te maken met vooroor
delen maar dat heeft me waarschijn
lijk tot de docent gemaakt die ik nu
ben. Mijn lijfspreuk is: 'Don't fuck met
de kabouter'."
Hij geeft biologieles op een dalton
scholengemeenschap in Amsterdam
en houdt van dynamiek in de klas.
„Erg veel structuur zit er niet in mijn
lessen. Ik zet de ene keer mijn hele lo
kaal op stelten met seksquizzen met
zakken spekkies als hoofdprijs. Een
volgende keer laat ik ze een heel uur
doodstil luisteren naar mijn verhaal.
Verder is meneer Van Piekeren een
leuk, irritant, klein mannetje dat vaak
gelijk heeft. Ik denk dat leerlingen mij
zo zien."
Arnold van Piekeren is kwetsbaar
door zijn geringe lengte en broze ge
zondheid. Hij moet eens per drie we
ken aan een infuus. Het lesgeven valt
hem daarom zwaar.
Die kwetsbaarheid maakt hem niet
onzeker in de klas. „Ik ben nooit bang
geweest in een klassensituatie. Ook in
de gangen met veel leerlingen voel ik
geen angst. Ik ben nooit bang voor fy
sieke dreiging want dan gebruik ik
mijn handicap. Daar kan ik mensen
enorm mee op hun plaats zetten. Leer
lingen nemen het dan voor me op."
Voor Van Piekeren is lesgeven 'op dit
moment' het mooiste wat er is. „Ik
heb eens gehad dat de tranen over
mijn wangen stroomden van geluk.
Het is fysiek wel zwaar voor me, dus
een combinatie van drie dagen lesge
ven en twee dagen wetenschappelijk
onderzoek zou ideaal zijn."
Carla Stoppelman (55) durft extrava
gant gekleed les te geven. Is het geen
indianenpak, dan draagt ze wel een
ander opvallend tenue. „Ik merk door
mijn kledingstijl dat mensen snel hun
oordeel klaar hebben. Dat wil ik nou
juist mijn leerlingen laten zien."
Ze heeft niet altijd uitbundig
gekleed voor de klas ge
staan. Carla Stoppelman be
gon op haar 26ste met een zwarte
pofbroek 'om een duizend-en-
een-nacht idee te creëren', maar daar
bleef het bij. „Het was niet dat ik dat
nog niet durfde. Angst heeft bij mij
nooit een rol gespeeld. Er was toen
simpelweg nog niet zo makkelijk aan
dit soort kleding te komen."
Een keurig mantelpakje is niet aan
haar besteed. Op de dagen dat het in
dianenpak in de kast blijft, steekt
Stoppelman zich in een poncho uit
Mexico, Peru, of Ecuador, „maar ik
kleed me ook wel eens in Aziatische
of Afrikaanse stijl of op z'n Arabisch.
Mensen die mij nieuw meemaken,
staan wel even te kijken. Soms wor
den er weddenschappen afgesloten in
welke stijl ik nu weer zal verschijnen,
maar de meesten wennen er snel
aan."
Stoppelman beschrijft zichzelf als ie
mand die 'heel makkelijk' is. „Als mijn
dochter met een man van 80 jaar
thuis zou komen, zou ik dat accepte
ren, want dat is haar keuze."
Deze vrije stijl en levenshouding lijkt
op het eerste gezicht geen basis voor
een succesvolle carrière in het voortge
zet onderwijs, waar Stoppelman ooit
als invalkracht Engels begon. On
danks de 'puinhoop' die leerlingen
soms van haar lessen maakten, ging
het 'allemaal best goed'. „Alle docen
ten liepen enorm te stressen, maar ik
bleef eigenlijk heel relaxed, maakte
me nergens druk om. Die leerlingen
voelden zich daardoor bij mij wel op
hun gemak."
Accepteren is voor Stoppelman een
sleutelwoord. „Ik heb me nooit onge
makkelijk gevoeld als mensen naar
me kijken. Dit is gewoon wie ik ben.
En zo wil ik uitdragen dat mensen
niet meteen een oordeel moeten heb
ben over anderen."
Haar kleding is daarbij een middel
om in de klas een gesprek over waar
den en normen aan te gaan: „Ik merk
door mijn kledingstijl dat mensen snel
hun oordeel klaar hebben. Dat wil ik
nou juist mijn leerlingen laten zien.
Dit is mijn doel. Met leerlingen die
moeten lachen om hoe ik mij kleed,
ga ik de discussie aan."