spectrum IO Amerika heeft li Britse helden Zaterdag 3 oktober 2009 n Liverpool kwam ik laatst oog in oog te staan met Eleanor Rigby. De eenzame da me uit het Beatles-nummer heeft haar ei- gen standbeeld. Best bizar, een gedenk- beeld voor iemand uit een liedje. Toen mijn nichtje mij vervolgens mailde dat ze bij een naderend bezoek aan Londen toch echt naar de gedenkplaats op station Kings Cross wil om Harry Potter's 'platform nine and three quarters' te bekijken, zag ik ineens een pa troon: de Britten koesteren hun helden, of ze nu fictief zijn of niet. Oude helden als Charles Dickens, Jane Austen en William Shakespeare worden in leven ge houden en fictieve of semi-fictieve helden zo als Eleanor Rigby, Robin Hood en King Arthur worden juist tot leven gebracht. De Britten hebben daar maar weinig voor no dig. Gedenkwaardige plekken creëren ze in een handomdraai. Neem mijn lokale treinsta tion bijvoorbeeld. Elke keer valt mijn oog daar op het oude, verval len, Victoriaanse hoekhuis aan de linkerkant. Het huis staat te huur en schreeuwt om een likje verf, maar door het blauwe, fletse bordje dat boven de deurpost hangt, waar op staat dat Charles Dickens hier heeft gewoond, krijgt het huis di rect een mythische status. Die truc werkt op veel plekken: Dickens heeft zo'n beetje door heel Enge land gewoond. Bedenk nog twintig STANDPLAATS onsterfelijke Britten, fictief of niet, ENGELAND van wie alle huizen gemarkeerd door zijn en Engeland is ineens een cul- Yolanda Bobeldijk tureel openluchtcentrum. Denk aan het hoofdkwartier van jg/Êfr Sherlock Holmes in de Londense Baker Street. Of de Jamaica Inn her- Wr berg in Cornwall, naar het boek van Daphne Du Maurier. Ook het W Jr vakantiehuis van Agatha Christie in Devon kan worden bezocht. Daarnaast worden er aan veel Britse helden evenementen gewijd: in Rochester houdt men twee keer per jaar een Dickensfestijn, Nottinghamshire heeft een jaarlijks Robin Hoodfestival en Stratford-upon-Avon viert nog ieder jaar de geboortedag van William Shakespeare. Al deze uitingen van de Britse cultuur zijn ei genlijk behoorlijk chauvinistisch, zei ik laatst tegen mijn Britse vriend. „Onzin, jullie Neder landers hebben gewoon minder helden dan wij", was zijn plagerige reactie. Direct op de kast, begon ik Nederlandse helden op te som men: Rembrandt van Rijn, Anne Frank, Johan Cruijff. Fictieve helden schoten me niet te bin nen. Ik dacht aan Dik Trom, Ciske de Rat en rechercheur De Cock, maar die zijn niet echt bekend in Engeland, dus ermee scoren, lukte niet. Een dag later stonden we in de kasteeltuin van Rochester, vanwaar je een prachtig uit zicht hebt over de rivier de Medway. „Wist je dat Michiel de Ruyter hier in juni 1667 over heen voer, de haven van Chatham in brand stak en vervolgens een paar Britse schepen meenam?", vroeg ik met een scheve grijns. „Jullie rekenden daar niet op, want de Britten zaten net in Breda om een vredesverdrag met ons te sluiten." Een bezoekje aan de lokale website van de ge meente leert dat 'De Ruyter voor grote paniek zorgde, vooral in Chatham. De slag was een grote triomf voor de Nederlanders, voor de Britse vloot was de lijkschouwing lang en bit ter', aldus de website. Een spiegel afkomstig van het schip The Royal Charles staat nog al tijd in het Rijksmuseum in Amsterdam, klaar mijn vriend is 'not amused'. „Wat een oneerlijke manier van oorlog voeren", is zijn oprecht verontwaardigde reactie. „Wat een gluiperd die De Ruyter." Terwijl ik over de rivier tuur, bedenk ik me dat het toch mooi is dat in het grote Britse hel denrijk een Nederlandse held voorkomt, die ook nog eens echt bestaan heeft. En daar zijn die Britten duidelijk niet blij mee. Precies acht jaar na het begin van de oorlog in Afghanistan is Amerika in de greep van twijfel. De militaire top wil extra troepen om de missie te redden, maar de Amerikaanse bevolking gelooft amper nog in een goede afloop. door Frank Hendrickx

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 102