De keuze voor een studie of opleiding is een van de moeilijkste besluiten die een mens in zijn leven moet nemen. Maar zijn leven hangt er ook weer niet van af. door Emmanuel Naaijkens Op het bureau van Carrie Grootaers, hoofd van het Studenten Adviesbureau van de Universiteit van Tilburg, staat heel opvallend een doos met zakdoekjes. Be doeld voor meestentijds eerstejaars studen ten die, na reeksen van onvoldoendes bij de tentamens, niet weten hoe het verder moet. „Dan houden ze het lang niet altijd droog en komen de tranen. Zo'n gesprek kan heel confronterend zijn, omdat vaak voor het eerst de vraag op tafel komt of ze eigenlijk wel de goede studiekeuze hebben gemaakt", vertelt Grootaers. Het antwoord is nogal eens negatief, weet Grootaers, net als tal van andere adviseurs die met hetzelfde bijltje hakken. Het kie zen van een studie of een beroepsoplei ding is voor heel wat jonge mensen een welhaast bovenmenselijke opgave. Het is geen eigentijds probleem, want al in de stu diekeuzegidsen van de jaren vijftig - overi gens aanzienlijk dunner dan nu - stond te lezen dat veel studenten op de verkeerde plek terechtkomen. „Maar eigenlijk is dat niet zo heel gek", zegt Grootaers. „Scholieren moeten een keuze maken in een periode dat hun per soonlijkheid nog volop in ontwikkeling is. Vaak zijn ze nog aan het puberen en we ten ze nog niet wat ze met hun leven wil len. Een beperkt aantal uitgezonderd." De afgelopen jaren is er steeds meer weten schappelijk onderzoek gepubliceerd waar uit blijkt dat de hersenen op die leeftijd nog niet voldoende rijp zijn om afgewo gen, doordachte keuzes te maken. Het wordt de jongeren niet gemakkelijk ge maakt om hun route naar studie en be roep uit te stippelen, vindt Grootaers. „Ik heb de induik dat studiedecanen op de middelbare school onvoldoende tijd vrij kunnen maken om in een persoonlijk ge sprek met hun leerlingen na te gaan waar precies zijn of haar interesses liggen. Leer lingen krijgen brochures aangereikt en het advies om vooral open dagen te bezoeken en daar moeten ze het vaak mee doen." Grootaers is niet te beroerd om ook de hand in eigen boezem te steken. „Ik denk dat wij als instellingen voor hoger onder wijs vaak onvoldoende helder maken wat een studie inhoudt en wat er van een stu dent verwacht wordt. Het voorlichtingsma teriaal ziet er heel flitsend en aantrekkelijk uit, want je wilt toch zoveel mogelijk stu denten bereiken. Je kunt je afvragen hoe reëel het beeld is dat wij schetsen." In het eerste jaar van de studie houdt onge veer tien procent van de studenten op de universiteit het voor gezien. In het hbo ligt dat percentage op vijftien procent, in het mbo ook in die orde van grootte. Nu zijn dat niet meteen cijfers om dramatisch over te doen, want een aantal van die studen ten stapt vervolgens over naar een andere smdie. De redenen waarom studenten er op een gegeven moment de brui aan ge ven - soms zelfs al op de eerste dag! - zijn zeer uiteenlopend. De gekozen studie is bij nader inzien toch niet zo boeiend als ver wacht, er komt wel erg veel wiskunde aan te pas, de docenten zijn zo saai of de nach telijke studentenfeesten zijn veel leuker dan studeren. En laten we wel wezen, eigenlijk hoort dat ook bij het eerste jaar - dat je je als student kunt oriënteren en dat de keus die je ge maakt hebt niet definitiefis. Zo is het ten minste altijd geweest. Maar de laatste jaren kantelt die opvatting. De overheid vindt dat de uitval moet worden teruggedron gen, want studenten die te lang over hun smdie doen, kosten uiteindelijk zichzelf hun ouders en de belastingbetaler onnodig veel geld. Nu doen de instellingen al heel veel om studenten te helpen die dreigen af te ha ken. Zo bieden ze begeleidingstrajecten aan om hen weer in het goede spoor te krijgen. Een batterij aan studieadviseurs, decanen, mentoren, psychologen en ande re deskundigen is beschikbaar om dolende studenten met raad en daad bij te staan. Maar, merkt Grootaers op, dat is vooral achteraf Het keuzeproces op de middelba re school verdient meer aandacht. Leerlin gen zouden meer tijd moeten krijgen om in de praktijk te kunnen snuffelen aan be roepen die hen mogelijk aanspreken. Tegelijkertijd wil Grootaers de betekenis van een keuze relativeren. „Het is al lang niet meer zo dat een keuze voor een be paalde studie je loopbaan bepaalt. Heel veel mensen doen ander werk dan waar ze ooit voor opgeleid zijn." Voor leerlingen heeft ze in ieder geval een heel duidelijk advies: kies voor een smdie of opleiding waar je interesses liggen, laat je niet sturen door wat je omgeving wenselijk vindt. Volg je hart. En als je het echt nog niet weet? „Ga een jaar iets heel anders doen. Zoek een baan of maak een wereldreis." Studeren in het zuiden (najaar 2009) is een bijlage de PZC en BN De Stem. Bijdragen: Martijn van Best, Vanda van der Kooi, Annemarie van Malsen, Emmanuel Naaijkens, Patrick Wiercx. Foto voorpagina Dolph Cantijn en Wouter Cresnigt Coördinatie: Emmanuel Naaijkens Vormgeving: Wouter Cresnigt Fotografie: Dolph Cantrijn (tenzij anders vermeid) Eindredactie: Marleen Duijf, Karin van Krevel, Joop van der Pol Accountmanager: Danny van Berkel (06-10927140)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 25