Elke generatie zi
SER-advies
lijkt steeds
verder weg
12
Sappelen tot de
laatste snik
Dankzij de AOW
geen zorgen meer
Cerrit 1865-1940
Jan 1897-1963
vrijdag 25 september 2009
reageren?
nieuwsredactie@wegener.nl
De SER (Sociaal-Economi
sche Raad) heeft nog tot
donderdag de tijd om met
een alternatief te komen
voor het verhogen van de
AOW-leeftijd naar 67 jaar.
„Als we er niet uitkomen,
is dat een blamage."
door Hans Gertsenen Berrit de Lange
Komen de sociale partners
en de onafhankelijke
Kroonleden volgende
week toch nog met een
alternatief voor de verhoging van
de AOW-leeftijd naar 67 jaar? De
voortekenen zijn niet bepaald gun
stig. De onderhandelingen binnen
de Sociaal-Economische Raad
(SER) spelen zich af achter geslo
ten deuren, maar daarbuiten staan
de werknemers en de werkgevers
lijnrecht tegenover elkaar. Een
compromis lijkt steeds verder weg.
FNV Bondgenoten-voorzitter
Henk van der Kolk gooide gisteren
olie op het vuur door de werkge
vers te dreigen met een gepeperde
rekening als zij de kabinetsplan
nen voor de verhoging van de
AOW-leeftijd steunen. „Werkge
vers krijgen de rekening van het
AO W-gat dat ze zelf slaan", aldus
Van der Kolk, die werkgevers be
ticht van 'contractbreuk' omdat zij
eerdere afspraken om alternatie
ven aan te dragen voor een verho
ging van de AOW-leeftijd niet zijn
nagekomen.
De onderhandelingen in de SER
worden gevoerd door de vakbonds
koepel, de vakcentrale FNV. En
daar heerst nog steeds optimisme.
„Wij gaan er nog steeds van uit
dat de onderhandelaars in de SER
er volgende week uitkomen", al
dus een woordvoerder. Maar de ti
rade van Van der Kolk tekent de
patstelling. De werkgevers op hun
beurt twijfelen openlijk aan de
mogelijkheid dat er nog een ak
koord komt. Voorzitter Loek Her
mans van werkgeversorganisatie
MKB Nederland schat de kans op
een eensgezind advies op tien a
vijftien procent, zei hij gisteren.
Volgens een woordvoerder van
werkgeverskoepel VNO-NCW wei
gert de FNV al weken te bewegen
en heeft de bond zich totaal inge
graven met haar eis dat de
AOW-leeftijd hoe dan ook 65
moet blijven. Aanvaardbare alter
natieven zijn er niet en de FNV
zou diverse voorstellen van de
werkgevers om de verhoging van
de AOW-leeftijd zo pijnloos moge
lijk te laten verlopen, zoals over
gangstermijnen, regelingen voor
zware beroepen en uitzonderin
gen voor mensen die al heel lang
werken, categorisch hebben afge
wezen. „Voor ons hoeft het niet
meer, tenzij de FNV alsnog met
voorstellen komt die gaan in de
richting waar wij naar toe willen",
zegt de woordvoerder van de werk
geversorganisatie.
Volgens de werkgevers wordt er al
weken nauwelijks nog vooruit
gang geboekt binnen de SER-com-
missie. Eerder deze week werd een
geplande bijeenkomst van de com
missie afgelast omdat er te weinig
concreets op tafel lag. SER-voorzit-
ter Alexander Rinnooij Kan werkt
ondertussen koortsachtig aan een
compromis. „We houden alle op
ties open. We hebben nog zes da
gen", zegt een SER-woordvoerster.
Ook andere betrokkenen zijn er
van overtuigd dat er volgende
week alsnog een unaniem advies
op tafel ligt. Het belangrijkste ad
viesorgaan van de regering kan het
zich eigenlijk niet veroorloven om
niet met een eensgezind voorstel
te komen. Een blamage betekent
weinig goeds voor de toekomst
van de poldereconomie. Het open
lijke geruzie tussen de werkgevers
en de werknemers hoeft een ak
koord niet te dwarsbomen. „Een
hoop ketelmuziek in de publiciteit
hoort er nou eenmaal bij", aldus
een FNV-woordvoerder.
FABRIEKSARBEIDER
TIMMERMAN
De laatste jaren voor zijn ontslag, scharrelde
Gerrit een beetje rond op de werkvloer van
de meubelfabriek. Veel zwaar werk kon hij
niet meer verrichten, maar met zijn ruim
veertig jaar werkervaring, kon hij de jongere arbeiders
nog wel eens met tips van dienst zijn. Gerrit werkte in
de fabriek sinds die in 1891 was opgericht. Aan die be
drijfstrouw had hij te danken dat hij voor 700 gulden
per jaar ook aan mocht blijven toen zijn productiviteit
afnam. Ondernemingspensioenfondsen waren in op
komst, maar de fabriek waar Gerrit werkte, had er geen.
Trouwens, de uitkeringen van dergelijke pensioenen,
vaak vanaf 60 of 65 jaar, waren zo laag dat ook pensioen
trekkers meestal probeerden te blijven doorwerken.
Die crisis van de jaren dertig hakte er bij de meubelfa
briek hard in, en zodra Gerrit in 1935 op 70-jarige leeftijd
in aanmerking kwam voor het staatspensioen, werd die
uitkering op zijn loon ingehouden. Sinds 1919 keerde de
Ouderdomswet vanaf de leeftijd van 70 jaar aan echtpa
ren drie gulden per week uit en aan alleenstaanden
twee gulden. Ook al waren die bedragen al een paar keer
verhoogd, het was geen vetpot. Weduwnaar Gerrit kon
net de huur van zijn woning ermee betalen.
Een jaar later dreigde de fabriek op de fles te gaan en zet
te de directie Gerrit alsnog op straat. Van zijn arbeiders
loon had Gerrit nooit kunnen sparen, en hij had niets
achter de hand om van te leven. Toch hoefde hij niet
naar een armenhuis. Hij trok in bij zijn zoon Jan. Dat
scheelde Gerrit de huur terwijl zijn uitkering een beetje
hielp het gezin van Jan de crisisjaren door te komen.
Lang heeft Jan niet genoten van zijn goedgeregel-
de, maar duurbetaalde oude dag. Binnen een
jaar nadat hij met zijn vrouw in een luxe bejaar
denhuis was gaan wonen, overleed hij.
Na zijn schooltijd was hij bij een timmerman in de leer
gegaan. Als goed vakman verdiende hij daarna niet
slecht, zo'n 15 gulden per week. In 1927 had hij genoeg
geld en diploma's bij elkaar gespaard om voor zichzelf te
beginnen. Voor een habbekrats kocht hij een vervallen
huisje buiten de stad. Handig als hij was, knapte hij het
zelf op, en richtte erbij een werkplaats in.
De crisis gooide roet in het eten. Jan en zijn gezin moes
ten sappelen van kleine spaarzame opdrachten om de ja
ren dertig en de oorlog door te komen. Reden voor Jan
om nog maar geen geld opzij te zetten voor een levens
verzekering, pensioen of andere oudedagsvoorziening.
Na de oorlog kwam de ommekeer. In de tijd van herop
bouw was er voor een ervaren timmerman genoeg
werk. Halverwege de jaren vijftig kon Jan zich erop be
roepen dat hij een gezond bedrijf had.
Wel maakte hij zich zorgen hoe dat moest met zijn oude
dag. Tot zijn opluchting werd de in 1947 ingevoerde
Noodwet Ouderdomsvoorziening, in 1957 permanent ge
maakt in de vorm van de AOW. Dat zou toch ruim dui
zend gulden extra per maand opleveren na zijn 65ste.
Voor de zekerheid sloot Jan begin jaren vijftig ook een
lijfrentepolis af waarvoor hij toen de forse premie wel
kon opbrengen. In 1962 verkocht hij huis en bedrijf voor
80.000 gulden. Daarmee verwierf hij zich een onbezorg
de oude dag.
door Chris Halkes, Niek Opten en Martin Ruesink; illustratie: Jos Diender; met dank aan Theo Gommer