Aan theorie alleen heb je niks 9 8 woensdag 23 september 2009 *m>j A'1'? V 'MSW*4"' v->vr:, $3$ >m4 r vv.i 'f ■:V"' y Huib de Vriend van het kennisinstituut Deltares: „Wij doen het denk- en ontwikkelingswerk om theorie in de praktijk om te zetten. foto Henriëtte Guest Om van labschaal naar praktijk schaal te gaan, moet je opscha- len. Ergens voldoende bacteri ën vandaan halen, die in grote I hoeveelheden aan het werk zetten en prak tisch bruikbare kuubs smart soil produce ren. Dat opschalen vergt veel denk- en ont- wikkelingswerk. „En dat doen wij", zegt 1 prof dr ir Huib de Vriend. Met 'wij' be doelt hij Deltares, het Nederlandse kennis instituut voor Deltatechnologie. Prof De Vriend, directeur kennis van Delta res, is ten tijde van het interview toevallig even in-Nederland en beschikbaar voor een interview. Geluk, want zijn werkter rein is internationaal, zijn agenda drukbe zet. Deltares houdt zich bezig met de pro blematiek van deltagebieden en dat moe ten we vooral ruim zien. De Nederlandse delta is niet alleen Zeeland: „Voor mij be gint de Rijndelta bij Bonn." De overgang van zee naar land biedt eco- nomïsch grote mogelijkheden. Niet voor niets liggen veel grote wereldsteden in del- ta-achtige gebieden, zegt De Vriend. Maar er zijn ook problemen. Een slappe bodem, I bijvoorbeeld. Verzilting. Overstromingsge vaar. Deltares probeert oplossingen te be denken, met overheidssteun, want er zijn grote belangen in het geding. „Allereerst moeten we onze voeten droog houden; an ders gaat de economie onderuit. Tegen over de bedreigingen staan de kansen. Ne derland is een fantastisch laboratorium. Denk aan ondergronds bouwen, omgaan met zeespiegelstijging en andere deltatech nologie. De kennis die daarmee opgedaan wordt, kun je exporteren en in het buiten land verzilveren." Kun je zand in steen veranderen? Jazeker. Stop er bacteriën in die een soort lijm afscheiden, en het zand klontert aan elkaar tot een steenachtige substantie: een smart soil. Dat principe, van bacteriën die op grond inwerken, is bedacht op een universiteit. Maar om er in de praktijk mee te kunnen werken heb je niets aan de hoeveelheden waarmee in een lab gewerkt wordt. door Ondine van der Vleuten Deltares verbindt de theoretische kennis van universiteiten met de praktijk. „Het re sultaat van de onderzoeken die promoven di op universiteiten doen, is meestal een boekje. De onderzoekers doen wel experi menten, ze gaan het veld wel in, maar het blijft theoretisch wetenschappelijk. De mannen van de praktijk hebben daar wei nig aan. Die willen gereedschappen, zoals een handleiding of computersoftware. Zij hebben behoefte aan expertise, het vermo gen kennis doelmatig te gebruiken in de praktijk." Deltares is ook de plek waar knappe kop pen zich buigen over de mogelijke toepas singen. "We hebben bijvoorbeeld bedacht hoe het principe van de smart soil ge bruikt zou kunnen worden om de lekkage van de ondergrondse tramtunnel in Den Haag te stoppen. Die toepassing heet bio- grout. Grout is een soort betonachtig mengsel dat je in de grond perst, dat uit hardt en dan waterdicht wordt. Maar men acht dat vervuilend; er zijn allerlei beper kingen. Biogrout is een 'groene' variant." Het experiment lukte. Later werd biogrout ingezet bij de aanleg van een nieuw aqua duct in de A4. Blokken van 1 kuub smart soil werden ook gebruikt bij een experiment in het kader van 'bouwen met de natuur' in de Ooster? schelde. Centraal stond het probleem van de zandhonger. „Wat je dan kunt doen, is de zandplaten stabiliseren met natuurlijke materialen als mossel- en oesterbedden. We wilden ook onderzoek of het kon met blokken verkit zand, smart soil-blokken. Maar toen we dat uitprobeerden, bleken de blokken in het zoute water uiteen te val len. Zo'n mislukking is ook weer een kans om erachter te komen hoe een zout milieu op dat spul inwerkt. Zo leer je. Dat is ook de bedoeling van praktijkproeven." Een andere praktijkproef is te zien op de Galgenplaat, waar Rijkswater staat vorig jaar zand opgespoten heeft. „Wij hebben daar een videopaal ge zet om te kijken naar de ontwikkeling van de zandbult. Andere camera's kijken naar het plantenleven dat zich ontwikkelt en volgen hoe de vogels op de suppletie reage ren. Uiteindelijk willen we weten: kun je de effecten van zandhonger op die platen beperken door er zand bovenop te gooien?" Vanuit de baggerwereld is het innovatie programma Ecoshape/Building with Natu re opgezet, waarvan De Vriend program madirecteur is. Hij vertelt over de 'case Hollandse kust', waar proeven lopen met een andere manier van zandsuppletie. Niet meer telkens met een beetje tegelijk op het strand, maar miljoenen kuubs ineens in een grote bult. En dan de natuur dat zand langs de kust laten verdelen. „Econo misch is het misschien niet slim, maar je bereikt er wel mee dat het zand op een heel natuurlijke manier langs de kust ver deeld wordt, dat er breder strand ontstaat, jonge duinontwikkeling, interessante vege tatie. Dat tijdens dat verdeelproces lagunes ontstaan, meertjes achter gesloten zand banken waar ook weer bijzondere bioto pen ontstaan." Misschien blijkt de aanpak ook geschikt voor de complexe Zeeuwse kust, al is die gecompliceerder met al z'n zeegaten en ei landen. In Singapore loopt nog zo'n inte ressant project van Building with Nature: „We kijken daar hoe mangrove, koraal en zeegras te gebruiken zijn om golfaanval op de kust te dempen. Dat laatste kan ook voor Zeeland wel eens interessant blijken, al zul je dan misschien geen zeegras gebrui ken maar andere vegetatie. Zo kun je de dijken lager houden." Prof. dr. ir. Huib de Vriend is hoogleraar eco logie en waterbouw aan de TU Delft. Daar naast is hij programmadirecteur van het inno vatieprogramma Ecoshape/Building with Na ture en directeur van het kennisinstituut Del tares. De Vriend is lid van de commissie voor de milieueffectrapportage en van het experti senetwerk waterveiligheid (ENW).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 87