delta vol technologie 15 Toekomst is een vraagteken woensdag 23 september 2009 Medewerker Frank Peene in de veelkleurige algenkwekerij van de hatchery, het broedhuis, van schelpdierconcern Roem van Yerseke. foto Mechteld Jansen Somberen wil Pieter Geijsen ze ker niet. En dat geldt ook voor zijn collega Ronald de Vos, ma nager afdeling aquacultuur bij Prins en Dingemanse in Yerse ke. „Natuurlijk hebben wij hoopvolle ver wachtingen", geeft Geijsen aan, „maar, zo als ik al zei, of nieuwe kweekmethoden toekomst hebben, is één groot vraagteken. Maar: als je er niet aan begint, kom je ook nooit méér te weten." De roep om viskweek te stimuleren en ver nieuwingen in de schelpdiersector door te voeren klinkt al jaren. Het ministerie van Landbouw en de provincie hebben de laat ste tijd miljoenen euro's subsidie verleend om ondernemers een duw in de rug te ge ven. „Vis en visachtigen, zoals schelpdie ren, bieden gezond voedsel", verklaart De Vos van Prins en Dingemanse deze bewe ging. Visvetzuren hebben een gunstige in vloed op hart- en bloedvaten. Dat is het niet alleen. Wilde visbestanden staan onder druk. Viskweek zou die druk kunnen verminderen, al is er voor veel vis soorten vismeel en visolie nodig als voed sel. Wild gevangen vis, meestal spiering en sprot die geen mens eet, is weer de grond stof voor vismeel en visolie. „Maar is Nederland wel de juiste plek om vis te kweken?", vraagt Geijsen zich af „De lonen zijn vrij hoog. De klimatologi sche omstandigheden zijn niet al te best. En je moet ook de ruimte hebben. Zoals in sommige delen van Azië, waar ze grote kweekvijvers aanleggen en vervolgens - als die 'op' zijn - weer nieuwe maken, dat kan natuurlijk niet in Nederland." Import van goedkope Aziatische kweekvis, Wie lef heeft, investeert in viskweelï en nieuwe kweekmethoden voor schelpdieren. Het ministerie van Landbouw en ook de provincie helpen een flinke hand. „Maar of aqucultuur toekomst heeft", zegt Pieter Geijsen van schelpdierconcern Roem van Yerseke, „is nog één groot vraagteken." door Harmen van der Werf met name tilapia, stimuleert ondernemers niet om in Nederland geld te steken in nieuwe kweekbedrijven. Een stimulans is ook niet dat veelbelovende initiatieven zijn mislukt. Bijvoorbeeld Happy Shrimp, dat tropische garnalen wilde kweken met behulp van koelwater van een elektrici teitscentrale op de Rotterdamse Maasvlak te. Het bedrijf ging dit jaar kopje onder. Nieuwe kwekerijen hebben het moeilijk. Teun Sieperda in Urk stichtte begin vorig jaar een kwekerij voor barramundi, een vis die veel in Australië voorkomt en een deli catesse heet te zijn. Barramundi Farm Urk heeft moeite het hoofd boven water te houden. Sieperda verklaarde eind juli in dagblad De Stentor: „Ik geloof in het pro duct, maar de recessie helpt ons niet. En dan heeft iedereen het nog over duurzaam dit en duurzaam dat. Maar als er een prijs kaartje aan hangt, willen mensen het niet betalen." Een uitzondering die de regel bevestigt, is de Noord-Bevelandse tarbotkwekerij Seafarm aan de Oosterschelde, bij de stormvloedkering. Oprichter en eigenaar Adri Bout, oud-Noordzeevisser, ontving afgelopen zaterdag op de Dag van de Zeeuwse Visserij in Vlissingen nog de Vis serij Award 2009. Seafarm is vaker gelau werd. In 2008 won Bout de eerste Verant woorde Vis Prijs van het Productschap Vis. Seafarm werkt met een innovatief kweek- systeem, helemaal door het bedrijf zelf ont wikkeld, waaraan geen medicijnen te pas komen en het energieverbruik tot een mi nimum is beperkt. Het bedrijf doet de ver werking en distributie ook zelf. De Vos en Geijsen noemen Seafarm als lichtend voorbeeld. „Zo'n initiatief bewijst dat aquacultuur toekomst heeft", stelt De Vos. „Je moet heel secuur weten wat je wilt gaan doen. Wat betreft kweektechnie- ken, wat je wilt kweken, ook om nieuwe markten aan te boren." Zowel Prins en Dingemanse als Roem van Yerseke is daar volop mee bezig, met de ontwikkeling van kweektechnieken voor schelpdieren die een commerciële meerwaarde hebben. Roem van Yerseke maakt hier al enkele ja ren werk van in een broedhuis, een hatchery, aan de Groeninx van Zoelen- straat in Yerseke. Hatchery-medewerker Frank Peene geeft een rondleiding langs grote, langwerpige plastic zakken waarin veelkleurige algen worden gekweekt. Hij pakt een handje zelfgekweekte tapijt- en venusschelpen uit een bak. Ze zien er prachtig uit. „In Spanje en Italië zijn die schelpen heel geliefd in pasta's." „We zijn begonnen met het kweken van mosselzaad", vertelt Geijsen, „maar daar zijn we snel 'mee gestopt, na de komst van de nazi's, mosselzaadinvanginstallaties." Met nazi's wordt mosselzaad ingevangen. Mossellarfjes hechten zich aan de netten en touwen van de nazi's. Dat is 'simpeler' dan het kunstmatig kweken van mossel zaad in een hatchery. Bovendien, de aloude visserij op wild mos selzaad van de bodem mag ook altijd nog. Roem van Yerseke heeft zich in het broed huis toegelegd op de productie van duurde re schelpdieren; kokkels, tapijt- en venus schelpen en platte Zeeuwse oesters. Achter de productie van platte Zeeuwse oesters zit een mooi verhaal. Vorig jaar zijn bij mosselzaad visserij in de Ooster schelde grote platte Zeeuwse oesters mee- gevangen. In de hatchery zijn de dieren verleid - 'wij vertroetelen ze echt', zegt Geijsen - zich voort te planten. Dat is won derwel gelukt. De nakomelingen verblij ven momenteel in proefinstallaties in de Oosterschelde, in mandjes aan speciale lij nen, om tot consumptierijpe oesters uit te groeien. Uitzaaien op oesterkweekpercelen in de Oosterschelde was geen optie. „Elk zaadje dat je verliest, kost geld." Geijsen is tot nu toe tevreden over de resultaten. „De uitval is gering." Hij blijft voorzichtig. „Hoe ver der je met de ontwikkeling bent, des te moeilijker het wordt. Het moet zich alle maal eerst nog bewijzen."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 83