Droogte vaagt eeuwenoude nomadencultuur weg E 9 spectrum Kenia wordt geteisterd door enorme droogte. Herdersvolken passen zich te traag aan de gevolgen van de klimaatverandering aan, moorden om vee zijn schering en inslag en de overheid weigert te helpen. Voor miljoenen nomaden lijkt er geen toekomst meer. 'Wc kunnen niet meer herstellen van onze verliezen' Zaterdag 19 september 2009 tekst en foto's llona Eveleens Haro Halake op de uitgedroogde "akkers van de Wuaso Borana's in het dorp Gafarsa. lke voetstap veroorzaakt een stofwolk in het dorre savanne landschap. Vogels zijn schaars in de halfwoestijn en alleen de taaie neushoornvogels vliegen hoorbaar van de ene naar de andere acacia boom. Vier jaar geleden waren op de vlak ten ten zuiden van Merti nog om de paar kilometer kuddes vette koeien te zien. Nu is het gebied verlaten, op enkele groepen dromedarissen na, die door Kenianen stee vast kamelen worden genoemd. „De over levende koeien zijn vertrokken", meldt Boru Wako van de Wuaso Borana noma denstam. „De meeste bevinden zich in het wildpark Meru, waar het nu oorlog is. De parkwachters proberen onze dieren met helikopters en vliegtuigen te verjagen." De man met een door henna oranje ge kleurde baard, de gewoonte bij oudere moslims, laat het hoeden van zijn vee over aan jongere generaties. Hij verblijft in Mer ti en doodt de tijd met gesprekken met leeftijdsgenoten over de aanhoudende droogte die Kenia al meer dan twee jaar in een wurggreep houdt. Twee derde van het land is woestijn en semiwoestijn, waar zo'n vier miljoen nomaden leven. Die sa vannegebieden zijn voor weinig anders ge schikt dan voor veehouderij en wildpar ken. Boru Wako weet dat het verboden is vee te hoeden in wildparken. „Maar we zijn ten einde raad. Buiten het park is geen gras en water meer voor onze dieren." De Wuaso Borana's kunnen nergens an ders heen met hun vee. Herders van de na burige nomadenstammen willen ze niet op hun weidegronden omdat ook daar de situatie slecht is. Gewapende conflicten tus sen herdersvolken nemen toe naarmate de droogte voortduurt. Zo kwamen deze week zeker 35 mensen om bij een uit de hand gelopen veediefstal in het Laikipia- district in de Riftvallei, een week eerder kostten soortgelijke gewelddadigheden aan 15 mensen het leven. Inmiddels zijn ongeveer vier miljoen Keni anen aangewezen op voedselhulp, hetzelf de aantal als tijdens de laatste ernstige droogte in 2000. Daarvoor was het 37 jaar geleden dat de regens een paar jaar uitble ven. Klimaatveranderingen lijken ervoor verantwoordelijk dat droogten zich vaker voordoen en langer aanhouden. Maar ook is op de savannen de balans in het milieu ernstig verstoord. Nomadenvolken na men, net als hun vee, in aantal toe, terwijl de hoeveelheid beschikbare weidegrond juist afnam. Bovendien verzuimden opeen volgende regeringen maatregelen te ne men in de gebieden van de herdersvolken. Doemdenkers voorspellen het einde van het nomadisme. Sinds mensenheugenis trekken herders rond op zoek naar weide grond en waterbronnen voor hun dieren. Koeien zijn hun rijkdom, de geiten hun zakgeld. Droogten deden zich vroeger ook voor, maar minder ingrijpend en korter du rend. Nomaden pasten zich langzaam aan door onder meer steeds meer hun koeien in te ruilen voor dromedarissen, die beter bestand zijn tegen droogte. „Onze koeien sterven in steeds grotere aantallen en we kunnen niet meer herstellen van onze ver liezen. Ook de dieren krijgen niet de kans te herstellen van ondervoeding. Door de jaren heen werden we alleen maar armer. Ik zie geen toekomst meer in de levenswij ze van nomaden." Hulpeloosheid klinkt door in de stem van Boru Wako. „Daarom sturen we de kinde ren massaal naar school." Sinds in 2003 ba sisonderwijs gratis werd, gaan miljoenen meer kinderen naar school in Kenia. On der herdersvolken bestond altijd terughou dendheid over onderwijs. Herders hoef- Q Z t KENIA Eldoret Laikipia-district S O RIFT VALLEI m Nairobi Meru wildpark TANZANIA ^200_km_^ infographic: CRW den niet te kunnen lezen of schrijven. Be langrijker was wat ze in de praktijk leer den. Die instelling verandert omdat men sen het vertrouwen in het nomadisme ver liezen. Abduba Daudi geeft bijscholingscur sussen aan leraren in de regio. „Ruim 96 procent van de Wuaso Borana-kinderen gaat naar school. Ouders willen dat ze naar de stad gaan en een baan vinden. Ook al niet eenvoudig als de helft van de bevol king in dit land werkloos is." Hij voegt er aan toe dat een gratis schoolmaaltijd, vaak het enige eten op een dag, mede zorgt voor het hoge percentage schoolgangers. Zo'n tien procent van Kenia's bruto natio naal product komt uit veehouderij. Toch zijn nomaden gemarginaliseerd. Pas vorig jaar werd een ministerie voor het noorden en andere woestijngebieden in het leven geroepen, dat slechts 4 procent van het overheidsbudget krijgt. Door gebrek aan onderwijs in het verleden zijn herdersvol ken amper vertegenwoordigd in de poli tiek en hebben weinig in te brengen. Noor derlingen hebben het gevoel er niet bij te horen. Als ze naar de hoofdstad Nairobi gaan, zeggen ze: 'We gaan naar Kenia!'. De overheid heeft zelfs niet voor slachthui zen gezorgd in de regio. Het dichtstbijzijn de abattoir voor de Wuaso Borana's staat in een buitenwijk van Nairobi, zo'n 350 ki lometer zuidelijker. Geld om hun vee per vrachtwagen te vervoeren, hebben ze niet. Het is te ver om te lopen. Veehouders zijn aangewezen op tussenpersonen met trans portmiddelen, die de nomaden een mager bedrag bieden voor hun koeien en zelf een flinke winst opstrijken bij de slachthuizen. Nomaden hebben zich onvoldoende aan gepast aan de nieuwe realiteit. Kenia kent twee regenseizoenen per jaar, maar zelfs na het uitblijven van een derde en vierde seizoen verkopen de meeste nog altijd niet een deel van hun vee. Pas als het vee sterft en de prijzen kelderen, dringt de ernst van de situatie door. „Ik kan mijn dieren niet verkopen en dan later zo maar nieuwe aan schaffen. Het zit niet in mijn bloed dat te doen," merkt Boru Wako op. Nomaden zeggen dat ze eerst van hun vee houden, dan van hun kinderen en tenslot te van hun vrouwen. Maar onder de jonge re generaties is een verandering merkbaar, vooral bij degenen met een schooloplei ding. Zoals Adam Galgado, die Engels stu deert in Eldoret, een plaats aan de andere kant van Kenia. Hij brengt zijn vakantie door bij zijn ouders. Met de opbrengst van de koeien betaalt zijn vader, tevens onder wijzer, Adams opleiding. „Ik wil later geen herder worden, maar wel vee bezitten. Dat hoort bij mijn cultuur. Maar ik ga het eco nomisch aanpakken. Verkopen als er droogte komt. Geld zet ik op de bank, waarmee ik als de regens terugkeren nieu we dieren koop." Hij vraagt zich of het zwerven met dieren over de savanne over een paar jaar nog de manier van veehouderij is voor de Wuaso Borana's. „Misschien moeten we stukken land afrasteren en berekenen hoeveel die ren erop kunnen leven zonder schade aan te richten door te intensieve begrazing." Hulporganisaties propageren landbouw als nevenactiviteit voor nomaden om klimaat veranderingen te overleven. Een groep Wuaso Borana's in het dorp Gafarsa, niet ver van Merti, heeft daar noodgedwongen ervaring mee opgedaan. Het grootste deel van hun vee werd hen in de jaren zestig af genomen door de Keniaanse overheid, die hen daarmee strafte omdat ze partij had den gekozen in een conflict met Somalië. Het buurland wilde een stuk van het noordoosten van Kenia inlijven omdat daar etnische Somaliërs leven, die verre verwanten zijn van de Wuaso Borana's. Zonder vee waren Haro Halake en vele an deren gedwongen zich om te scholen tot boeren. „We maakten irrigatiekanaaltjes naar de Wuaso Ng'iro en verbouwden niet alleen ons eigen voedsel, maar verkochten producten ook aan anderen. Met het geld konden we opnieuw een paar stuks vee ko pen. Want in ons hart bleven we noma den", vertelt Haro Halake. Een vloedgolf vernietigde vijfjaar geleden echter niet alleen hun gewassen en irriga tiekanalen, het maakte ook dat het verloop van de stroom van de Wuaso Ng'iro zich liefst 7 kilometer van de akkertjes verwij derde. Tot overmaat van ramp is de rivier nu voor het eerst sinds mensenheugenis drooggevallen. Haro Halake wandelt tus sen nog vaag zichtbare overblijfsels van irri gatiekanalen door. „We hadden nog een kans gehad als de overheid voor waterput ten of zanddammen had gezorgd. Nu rest ons niets anders dan duimen te'draaien en te wachten op voedselhulp." reageren? spectrum@wegener.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 57