Historische
klucht in de
modder
oeken21
D
Er is een leven na Rebus
Subtiele taal en een mooi verhaal
BOEKEN KORT
donderdag 17 september 2009
Aan een meer in
wat ooit Oost-Duitsland heette,
staat een huis. Daarin woonden
in de twintigste eeuw twaalf ge
neraties. Aan de hand van de
lotgevallen van twaalf bewo
ners vertelt Jenny Erpenbeck
(1967) in Huishouden de geschie
denis van Duitsland in de vori
ge eeuw, in amper 170 pagina's.
Het Keizerrijk, Weimar, het Der
de Rijk, de DDR en het verenig
de Duitsland, voor de bewo
ners van het huis was er steeds
dat gevoel van 'Heimat'. De ver
halen van de twaalf uitgelichte
bewoners zijn exact even lang.
In Duitsland is de roman ont
haald als een meesterwerk.
Jenny Erpenbeck - Huishouden.
Vert. Elly Schippers en Gerrit
Bussink. Van Gennep, 17,90 eu
ro.
door Arie Storm
René Huigen (1962) werkt
gestaag door. Hij debu
teerde in 1988 en was als
dichter een Maximaal
die zich afzette tegen de gevestigde
orde in de poëzie. Huigen bleef
met regelmaat ook proza schrij
ven. Zijn dichtbundel Geen muziek
geen mysterie (2003) werd geno
mineerd voor de VSB Poëzieprijs.
Nu is een historische roman van
zijn hand verschenen, met de be
knopte titel Woudman.
Woudman speelt in een complexe
periode van onze geschiedenis en
dan ook nog eens in een enigszins
obscure uithoek. Het is 1798 en we
verplaatsen ons naar ergens 'in het
Hertogenwoud, nabij Goé, een ge
hucht ongeveer 30 kilometer ten
oosten van Luik, in het dal van
Gileppe en Vestre, twee alleraardig
ste riviertjes voor wie van poot
jebaden houdt'. Van pootjebaden
zal het in deze roman niet komen.
Daarvoor zijn alle personages veel
te druk in de weer met van alles
en nog wat, waarbij ze elkaar lelijk
voor de voeten lopen en ze geza
menlijk deel blijken uit te maken
van een verhaal dat gaandeweg
kluchtige en soapachtige trekken
krijgt. Eén van de personages mag
bijna tegen het einde van het boek
de balans opmaken: 'Achteraf, nu
het er niet meer toe deed en hij
zijn gedachten vrijelijk en wellicht
wat al te overmoedig over de afge
lopen gebeurtenissen kon laten
gaan, betreurde hij het dat er als
een klinkend slotakkoord toch
niet wat meer slachtoffers waren
gevallen, als onweerlegbaar bewijs
van de absurditeit van, van ja, hoe
moest hij het zeggen, van al dat ge
modder.'
De aandacht wordt aanvankelijk
gericht op 'een wonderlijke bosbe
woner', zoals hij in de flaptekst
wordt omschreven, Woudman ge
noemd. Dat wordt gedaan door
een verteller die regelmatig naar
de juiste woorden zoekt, net zoals
het personage dat deed wiens ge
dachten we zojuist al lazen. Dat le
vert lange, zichzelf tegensprekende
en dan weer herpakkende zinnen
op. 'Met zekere minachting, of
nee, het was geen minachting, eer
der een soort onverschilligheid, of
nee, ook geen onverschilligheid
was het, in ieder geval: met een
houding waaruit enig ongenoegen
sprak, keek hij nadenkend' nu
ja, enzovoort. Dat schiet misschien
niet op, maar het tempo komt er
uiteindelijk toch wel in door de cu
rieuze wijze waarop de verschillen
de personages elkaar al dan niet
meer dood dan levend tegen het
lijf lopen en de moedwil en het
misverstand die aan die ontmoe
tingen ten grondslag liggen.
Het voert te ver om het verhaal
hier samen te vatten. Een aan
staand huwelijk speelt een rol, een
moord uitgevoerd door struikro
vers, een lijk dat op de wagen van
Woudman belandt, halfslachtige
represaillemaatregelen van de
(min of meer Franse) overheid.
Daarbij wordt per hoofdstuk, en
zelfs binnen de hoofdstukken zelf
gewisseld van perspectief Dan
weer krijgen we met de visie van
het ene personage te maken, dan
weer met de kijk op de zaak van
een ander. Echt verwarrend wordt
dat nooit, door de duidelijke en
soms dus aarzelende wijze van ver
tellen. Geestig is het eigenlijk wel,
al vraag je je regelmatig af waar
het allemaal naar toe zal gaan.
Sterk aan het boek is het decor er
van. Huigen houdt dat overzichte
lijk: een bos, een dorpsplein, een
kerk, een kasteel. Daarbij gebruikt
hij soms fraaie beelden, zoals wan
neer over een vlakte wordt uitgeke
ken: 'Als melk in een ontzagwek
kende kom bewogen de wolken in
het dal traag tegen de randen van
de hellingen op, alsof iemand van
hogerhand het bewonderde uit
zicht naar prevelende lippen wilde
brengen'.
De roman wordt afgerond door
een glossarium, waarin bijvoor
beeld wordt uitgelegd dat het be
grip terroristen nog niet bestond
in 1798. 'De auteur permitteert
zich hier een anachronisme om
een verband met het heden te leg
gen,' wordt daar toegelicht. Dat is
gelukkig, voor zover ik heb ge
merkt, het enige verband met het
heden dat wordt gelegd. Want hoe
wel ook door de flaptekst wordt ge
steld dat deze roman terloops com
mentaar levert op onze tijd, laat
Huigen het verleden op komische
wijze het verleden zelf zijn, zoals
dat hoort.
René Huigen - Woudman. De Be
zige Bij, 224 pag., 18,90 euro.
Het mag geen verbazing
wekken dat Hiromi Kawakami
(1958) voor haar roman De tas
van de leraar werd bekroond
met de Tanizaki-prijs. Haar pro
za heeft de sensibiliteit van dat
van de Japanse grootmeester
Junichiro Tanizaki. In de roman
ontmoeten een leraar die we
duwnaar is geworden en een
oud-leerlinge elkaar. De toena
dering laat zich niet tegenhou
den, hoe ze allebei aanvankelijk
ook proberen eikaars lokroep te
negeren. Mooi, gevoelig en stijl
vol schetst Kawakami een onge
bruikelijke liefdesgeschiedenis.
O Hiromi Kawakami - De tas van de
leraar. Atlas, 19,90 euro.
Met zijn eerste roman,
Roest, schaart Philipp Meyer
(1974) zich in het illustere lijstje
van auteurs die de achterkant
van de American Dream tonen:
John Steinbeck, Cormac Mc
Carthy en Jack Kerouac. Meyer
vertelt de levensverhalen van
Isaac en Billy die aan hun kans
loze komaf willen ontsnappen.
Ze willen weg uit een verlopen
industriestadje in Pennsyl
vania, maar het zit ze niet mee.
Somber en nihilistisch, maar
niet zonder perspectief.
Q) Philipp Meyer - Roest. Vertaling
Arjaan van Nimwegen. De Bezi
ge Bij, 19,90 euro.
Ian Rankin -
De kunstroof
(Vert.. Carla Hazewin-
dus). Luitingh, 336
pag., 18,95 euro.
door Fred Monsma
e nieuwste Ian Ran
kin is een thriller die
er mag wezen. Een
origineel misdaadverhaal,
meeslepend, boeiende hoofd
rolspelers en het decor is van
zelfsprekend Edinburgh. Er
zijn vijf hoofdrolspelers in De
kunstroof. De na de verkoop
van zijn computerbedrijf stin
kend rijke kunstverzamelaar
Mike McKenzie, diens bij een
bank werkende vriend Allan
Cruikshank en kunstprofes
sor Robert Gissing. Ze bera
men gezamenlijk de diefstal
van een aantal schilderijen
uit het depot van de National
Gallery of Scotland.
Bij de gewaagde overval krijgt
het trio hulp van een Edin-
burghse maffiabaas, Chib Cal
loway, die wat extra man
kracht en wapens levert. Om
met de diefstal weg te komen,
laten de dieven in spe de te
stelen schilderijen namaken
door een student aan de
kunstacademie. Ze willen de
originelen stelen uit het
zwaarbewaakte depot. Na de
overval laten de dieven het
busje dat ze gebruikt hebben
bij de roof, achter op de open
bare weg met daarin de ver
valsingen. Ze hopen dat de au
toriteiten veronderstellen dat
dit de echte kunstwerken
zijn. Alles lijkt voorbeeldig te
verlopen, maar dan gooit een
derde partij roet in het eten.
Er is dus leven na Rebus, de
Edinburghse inspecteur waar
mee Rankin beroemd werd.
In november verschijnt bij
ons nog Valstrik, de laatste po
litieroman rond Rebus. Met
het geschenk van de Maand
van het Spannende boek (edi
tie 2006) en het vorige
maand voor 2,50 euro versche
nen De dood is niet het einde
komt de Rebus-productie
daarmee op 21 boeken.
I Martha Heesen -
Mijn broer,
de nieuwe en ik.
Uitg. Querido,
128 pag.,
12,95 euro.
Vanaf 10 jaar.
Martha Heesen
Mii
i oroer
door Hanneke van den Berg
Martha Heesen is niet
alleen een van de
beste vertaalsters
van jeugdliteratuur uit het En
gels die ons land kent. Ze be
hoort ook tot de beste jeugd
auteurs, met boeken als Toen
Faas niet thuis kwam (Gouden
Uil) en Mijn zusje is een mon
ster (Zilveren Griffel). Behalve
haar taalgevoel valt ook op
hoe sterk haar verhalen zijn.
Wat dat betreft is Mijn broer,
de nieuwe en ik een heel ander
boek. Niet eerder schreef
Martha Heesen zo subtiel.
Het is een verhaal waarin de
veranderingen haast onmerk
baar plaatshebben en waarin
op het eerste gezicht niet al te
veel gebeurt. Lezers die van
veel spanning en avontuur
houden, zullen het daarom
misschien niet zo waarderen.
Maar voor veel anderen valt
er heel wat te genieten.
De 10-jarige Toon is de jong
ste in een gezin van twee jon
gens. Hun ouders zijn actief
als pleegouder bij crisisop
vang, wat inhoudt dat ze vaak
voor korte tijd kinderen opne
men die (tijdelijk) niet meer
thuis kunnen wonen. Toon
heeft constant het gevoel dat
die kinderen voorrang krij
gen. Daarnaast moet hij ook
nog toezien hoe zijn oudere
broer Jan de rest van de aan
dacht krijgt. Jan is een wed
strijdzwemmer, die elke och
tend moet trainen.
Uiteindelijk blijkt dat het 'te
kort aan aandacht' juist in
zijn voordeel werkt. Omdat
hij nooit het gevoel heeft aan
allerlei verwachtingen te moe
ten voldoen, kan hij ook
nooit teleurstellen en ver
loopt zijn leven heel wat ge
lijkmatiger dan dat van Jan of
de pleegkinderen. Een mooi
gegeven, dat Heesen mooi uit
werkte.
foto GPD
Een 'wonderlijke bosbewoner' zoekt naar de juiste
woorden. Woudman van René Huigen biedt een geestig
verhaal in een prachtig historisch decor.