Liefdesverdriet
vol levenslust
28
pygmalion Poëzie tussen Google en de oude Grieken
donderdag 3 september 2009
Sombere bespiegelingen kan
Maarten 't Hart heel opgewekt
brengen. Verlovingstijd is een knap
geconstrueerde roman waarin de
personages elkaar geestdriftig naar
het leven staan.
MAARTEN 'T HART
door Airie Storm
Beeldend schrijven, kom er maar
eens om bij de meeste Nederland
se auteurs. Gelukkig hebben we
Maarten 't Hart, hij kan het. Ook
deze keer weer. 'Op een zonnige, windstille
septemberdag stoven wij naar een groeve in
Groningen', luidt de eerste zin van zijn
nieuwste roman, Verlovingstijd.
Die 'groeve in Groningen' is goed, maar de
crux van de zin zit 'm in dat 'stoven'. Je ziet
het voor je. De personages van 't Hart rep
pen zich voort in een wereld die zonnig en
windstil is, die al met al niet op die drukke
personages zit te wachten. Maar daar trek
ken ze zich niets van aan. Energiek bewegen
ze zich voort naar, nota bene, een begraaf
plaats. Dat getuigt van levenslust. Zelfs een
uitvaart is een feest!
Ook sombere bespiegelingen hebben bij 't
Hart een opgewekt karakter. Bijna aan het
eind van de roman heeft de hoofdpersoon,
die dan aan de universiteit werkt, een over
spelige vrijpartij met een studente. Ander
maal uitgehijgd (want er wordt natuurlijk
niet zomaar één keer gevreeën), filosofeert
deze naamloze verteller over wat zou gebeu
ren als er geen kinderen meer zouden wor
den geboren. Volgens hem zou dat geen
ramp zijn. De laatste mens zou mooi het
licht uit kunnen doen en er zou een kolossa
le zucht van opluchting te horen zijn.
Van wie? 'Van alles wat leeft. Wij staan im
mers alles naar het leven. De mens is het
meest abjecte product van de evolutie. Niets
is heilig of veilig voor hem, behalve z'n
krankzinnige godsdiensten. Wat een wel
daad als hij zou oprotten. Vort ermee, om
met mijn moeder te spreken'.
Het is een gedachte die toevallig ook in Zoe
te mond, de nieuwe roman van Thomas Ro-
senboom, door een van de hoofdpersonen
wordt ontwikkeld, met eenzelfde enthou
siasme. 'Zijn mond was open gezakt, gretig
grijnzend staarde hij uit in het verbluffende
verschiet van een mensvrije wereld'.
Ze hebben meer gemeen, deze auteurs Ro-
senboom en 't Hart, maar laten we ons
weer even tot de laatstgenoemde beperken.
Voorlopig lopen er nog mensen rond in de
wereld die door hem in zijn romans wordt
gecreëerd. Die mensen, of liever gezegd: die
personages, staan elkaar, bedoeld of onbe
doeld, geestdriftig naar het leven. Daarbij
houden ze een verrassend goed oog voor
hun omgeving. De naamloze verteller leeft
zich naar vertrouwd 't Hartiaans recept uit
De Nieuwe Waterweg bij Maassluis, de stad waar veel werk van Maarten 't Hart zich afspeelt.
in prachtige opsommingen van bloemen,
planten en dieren en laat zich gaan in zijn
liefde voor klassieke muziek. Hij wijst op el
kaar tegensprekende zaken in de Bijbel, uit
zich in soms raar, ja, soms zelfs ongram
maticaal, maar altijd pakkend taalgebruik -
en is vrijwel voortdurend verliefd op de ene
vrouw na de andere.
Dat laatste begint al vroeg, zoals ook het
voornaamste plotgegeven van Verlovingstijd
zich al snel openbaart: zodra de verteller ver
liefd wordt op een meisje gaat zijn knappe
vriend Jouri ermee heen. Jouri pikt al zijn
potentiële vriendinnetjes van hem af.
Het staat de vriendschap bijzonder genoeg
niet in de weg, maar het levert de verteller
wel het nodige hartzeer op. Ook die liefdes
pijn wordt weer beeldend en enthousiast be
schreven, wanneer 't Hart zijn verteller bij
voorbeeld laat ronddwalen in het door hem
bijna tot een mythe gemaakte Maassluis en
omgeving. Enige pathetiek ontbreekt daar
bij niet, maar dat vergroot de pret alleen
maar: 'De wind waait aan over het water.
Mijn ogen tranen ervan. Door mijn tranen
heen zie ik de dansende lichtjes aan de over
kant van de rivier. De eeuwige vlam van Per
nis kreunt en zucht'. Een passage als deze
foto Robin Utrecht/ANP
kent trouwens een voor 't Hart kenmerken
de verdubbeling: er wordt niet alleen door
de terugblikkende volwassene, maar ook
door de verliefde en teleurgestelde jongen
die hij toen was, uitgekeken over het water.
Verlovingstijd zit technisch beschouwd knap
in elkaar, dat mag ook wel eens worden ge
zegd. 't Hart gaat zelfverzekerd met zijn ka
rakteristieke verhaalstof om. De door hem
geschapen wereld houdt hij machtig in be
dwang in de holte van zijn hand.
Maarten 't Hart - Verlovingstijd. De Arbei
derspers, 304 pag., 19,95 euro.
Streel ik je vlezige steen maak wakker
mijn verlangen
naar wat ik heb gehouwen jarenlang
sprak ik
met je zocht je
borsten je buikje dijen de curven
van je lippen waar komt je lijf
vandaan uit mijn lendenen of mijn hoofd
warm wil ik je schoot dat het vloeien
gaat
in je aderen van marmer raak ik je
venusheuvel dat het zach t en ingewikkeld
wordt achter je huid zo dun en teer zo
zonder fossielen in de spieren tót
de windingen in je hersenen mij laten
wonen in een kwetsbare geest van
zenuwen en
bloed laat de eeuwigheid worden een
moment
HENRY SEPERS (geb.1955)
door Mairio Molegraaf
Pygmalion? Zegt me niets. Pygmalion,
u kent hem wel degelijk, al is het mis
schien onder een valse naam.
Pygmalion, over wie Henry Sepers een zin
nelijk en zinderend gedicht schreef, is een
oude bekende. Want we doen het allemaal,
éven dromen dat die mooie meid op een
uithoek van het internet, die leuke vent op
een tijdschriftfoto ineens naast ons staan.
Voor Pygmalion, een mythologische ko
ning, werd het onbereikbare bereikbaar. Hij
maakte een beeld van zijn ideale vrouw,
werd verliefd en de godin van de liefde re
gelde de rest.
Pygmalion, er zijn schilderijen en opera's
over hem, de musical My Fair Lady gaat te
rug op het oude verhaal.
Iedere keer als we in de spiegel kijken, zien
we een verre kleindochter van de Romei
nen of een late kleinzoon van de Grieken.
De Oudheid is overal, al zijn we het ons
nauwelijks bewust.
In Ajaxeninonze HeilfV SeftSfS
achilleshiel, in anes
thesie en in abortus,
en in alle andere let
ters van het alfabet.
Wie de Griekse my- SetiiChtEfl
thologie kent, heeft
een complete catalo
gus van de menselij
ke geest bij de hand.
Voor Henry Sepers zijn het verrassend ver
trouwde gestalten, koning Midas met zijn
ezelsoren en Orpheus met zijn lier. Het ver
re verleden wordt bij hem volledig vandaag.
Neem zijn gedicht over Daphne. Oorspron
kelijk was ze een nimf die geen aanbidders
wil, zelfs de god Apollo wordt afgewezen.
In het gedicht bevinden we ons in disco De
Zon, een 'god van de polder' ziet 'de blonde
chick preuts voor zich uitstralen boven haar
breezer'.
Ook de moderne Daphne wil niet, ze
'vlucht als een schicht door het licht van
het laserkanon'. Daar is geen woord Latijn
bij, maar toch volgt de dichter het verhaal
helemaal.
Nu kun je alleen maar begrijpen via toen,
daarom moeten we terug, vindt Sepers. Des
noods moet de complete schepping worden
teruggeschroefd, 'dan pas valt er weer te
scheppen', beweert hij. Terug naar af, terug
naar het nulpunt, terug naar de duisternis.
Baaierd, zijn eerste poëziebundel, maar de
opvolger van vijf romans, is een bijzonder
dichtersdebuut, tussen hel en hemel, tussen
Google en de Grieken.
Een getuigenis dat wij leven, dat zij leven, al
die helden en antihelden uit de mythen. Ze
zijn onder ons, in ons. Goedemorgen, Pyg
malion.
Henry Sepers - Baaierd. De Arbeiderspers,
60 pag., 17,95 euro.