Peper was geen arme sloeber
spectrum
Lilian
33
VERENIGDE STATEN
Verslaggeefster Lilian Dominicus reisde van
medio februari tot en met medio april door hel
noordoosten van de Verenigde Staten, op zoek
naar Zeeuwse sporen.
Regelmatig publiceert ze nieuwe geschiedenis
sen over geëmigreerde Zeeuwen op het weblog:
www.pzc.nl/blogs/liliandominicus.
Zaterdag 29 augustus 2009
De boomgaarden in Wayne County zijn net iets ruimer bemeten en bomen iets groter dan bij ons in Zeeland.
Appel- en peer boomgaarden
tot over de horizon, een wir
war van sloten en dijken en
kleigrond waar uien op wor
den verbouwd. Wie niet be
ter weet, waant zich in een Zeeuwse pol
der. Maar het is gezichtsbedrog, want Way
ne County aan Lake Ontario, in het noor
den van de staat New York, is zo Ameri
kaans als maar zijn kan. De wegen zijn
breed, de auto's imposant en over het land
verspreid staan de typische Amerikaanse
huizen met grote veranda's en authentieke
rood geverfde schuren. Maar als je goed
kijkt, zijn de appelbomen van grotere om
vang dan de exemplaren thuis.
De Zeeuwse emigranten, die hier massaal
medio negentiende eeuw arriveerden voel
den zich op hun gemak. Van huis uit wis
ten ze al met de van nature aanwezige klei
grond om te gaan. De oorspronkelijke en
inmiddels gekapte bossen hadden door de
jaren gezorgd voor een vruchtbare toplaag
van humus. Muckland, noemen ze deze
aarde hier. Mensen uit de regio herinneren
zich nog heel goed waar hun voorouders
vandaan kwamen. In de huizen liggen
oude kookboeken opgeslagen met recep
ten voor Vet Kooken (oliebollen) of Sugar
Speck (boterbabbelaars). Wie mazzel
heeft, kan zelfs een zakje kopen in de win
kel.
Terecht of niet: wij Nederlanders kijken
vaak laatdunkend neer op de geringe topo
grafische kennis van de gemiddelde Ameri
kaan. Maar laat ze het hier niet merken. Ze
weten Zeeland op de kaart aan te wijzen.
Plaatsnamen als Groede, Nieuwvliet en
Schoondijke kunnen ze ook nog eens pro
bleemloos uitspreken. „Mijn familie komt
uit Schoondijke", zegt Chester Peters in
zijn huiskamer in het slaperige stadje Pult-
neyville. Hij is de klokkenmaker van het
dorp en tevens de plaatselijke historicus.
'Maker van lange klokken en verteller van
lange verhalen' staat er op het bord op zijn
voordeur. „Ik ben er enkele jaren geleden
nog geweest. Ik heb daar de plek van het
huisje van mijn voorvaderen opgezocht,
aan een dijkje. Het is er mooi, maar alles is
wel piepklein." Even later stapt zijn buur
man binnen. „Dus jij bent van Zeeland?",
vraagt hij. „Bijna iedereen hier komt daar
waarmee hij waarschijnlijk naar Amster
dam was gereden voor de overtocht, meu
belen en vijfduizend dollar in goud", ver
telt Peters. Abraham Peper had een ander
motief dan geld. „Hoewel hij waarschijn
lijk wel schulden had, vermoedt Nelly van
Langevelde uit Serooskerke, zelf een nabe
staande van Abraham Peper.
Het was in de Franse Tijd en de
troepen van Napoleon hadden
Pepers land afgenomen. Op ze
kere dag wandelden twee Fran
se soldaten zijn binnen. Ze beledigden zijn
familie en dit maakte Peper zo boos, dat
hij een zeis greep en ermee naar links en
rechts zwaaide. Eén soldaat sloeg hij neer
en hij gooide ze uiteindelijk beide zijn huis
uit Of Peper bij zijn actie iemand heeft ge
dood, zullen we waarschijnlijk niet meer
te weten komen. In ieder geval kwam er
een 'rechtszaak en Peper pleitte dat hij het
recht had zijn huis te verdedigen. Peper
was mogelijk lid van de Vrijmetselaars
Broederschap, evenals de officieren van
het hof die hem uiteindelijk vrijspraken..
Diezelfde officieren waarschuwden hem
vertrouwelijk dat de Franse soldaten hem
wel eens uit vergelding zouden willen ver
moorden. Hij kreeg het advies om zijn be
zittingen te verkopen en het land te verla
ten.
Aldus geschiedde. De Pepers reisden eerst
naar Amsterdam, om daar over de Zuider
zee (het huidige IJsselmeer) naar Den Hel
der te varen. Ze maakten de overtocht
naar New York met het zeilschip Factor.
Vanuit New York voeren ze over de
Hudson rivier naar een plaatsje nabij Whi-
tesburg. Daar bleven ze tot 1808 en toen
verhuisden ze naar Pultneyville (NY). „Het
huis staat er nog, maar je kan er niets van
zien", zegt Chest Peters. "Maar de meubels
die ze meenamen hebben ze nog lange tijd
gebruikt", weet Nelly van Langevelde uit
de overlevering. Alleen het graf is nog een
blijvende herinnering.
De Pepers lieten misschien geen fysieke er
fenis achter, wel een geestelijke. Er kwa
men vele nabestaanden. "Onder wie de op
richters van de Chicago Tribune en The
New York Times, twee toonaangevende
Amerikaanse dagbladen", aldus Peters.
door Lilian Dominicus
Chester Peters, verhalenverteller en klokkenmaker: „Mijn familie komt uit Schoon
dijke. Ik ben er enkele jaren geleden nog geweest. Het is er mooi, maar piepklein."
Het graf van Abraham Peper en zijn vrouw op de begraafplaats van Pultneyville.
vandaan. Ik ben er een paar keer naar toe
gereisd."
Maar nog voordat de grote massa, veelal ge
dreven door armoede van Zeeland naar
Wayne County kwam, arriveerde hier in
1802 een andere familie uit Oost-Souburg:
Abraham Peper, geboren op 2 november
1757 in Buttinge, zijn tweede vrouw Wille-
mina Blommert en zeven kinderen in de
leeftijd van zes tot zeventien jaar. „De Pe
pers waren geen sloebers. Ze kwamen aan
met een span muisgrijze pony's, een rijtuig
Nog voordat massa's arme
West-Zeeuws-Vlamingen medio
negentiende eeuw naar Wayne
County in het noorden van de
staat New York emigreerden,
vestigde zich er het gezin Peper
uit Oost-Souburg. Peper
arriveerde met een span pony's
en vijfduizend dollar aan goud.