opvoeding 115
Kinderen weer kind laten zijn
Voor het eerst naar school
opvoeden
Alles uit kinderen halen
wat erin zit: dat doel
stellen ouders en
onderwijs zich. Maar de
ontwikkeling van
kinderen dwing je niet afj
zegt ontwikkelings
psycholoog Gerrit
Breeuwsma, auteur van
het boek Het vreemde
kind. „Je moet kinderen
niet steeds onder druk
zetten iets te doen dat ze
later uit zichzelf toch wel
doen."
door Mandy Pijl
i ls mensen één dag
met ons zouden om-
j gaan zoals wij met
JL JL kinderen, dan zou
den we waanzinnig worden." Het
citaat van de Zweedse pedagoog
Ellen Key dateert rond 1900, maar
is volgens Gerrit Breeuwsma, hoog
leraar ontwikkelingspsychologie
aan de Rijksuniversiteit Gronin
gen, maar al te toepasselijk voor
hoe er nu met kinderen wordt om
gegaan.
Als voorbeeld noemt hij het elek
tronisch kinddossier, dat minister
Rouvoet van leugd en Gezin wil in
voeren. „Als ik wist dat iemand
over mij zo'n dossier bijhield,
werd ik paranoïde", zegt hij.
„Maar bij kinderen vinden we het
normaal. We vinden niet dat ze
iets zijn, ze moeten iets wórden."
Breeuwsma schreef het boek Het
vreemde kind, waarin hij stelt dat
kinderen raadselachtiger zijn dan
ooit, terwijl psychologen, pedago
zaterdag 29 augustus 2009
gen en leerkrachten meer dan ooit
over ze weten. „Kijk naar alle la
bels die we op kinderen plakken.
ADHD, nieuwetijdskinderen. Of
naar het schoolrapport. Vroeger
was dat een eenvoudige cijferlijst.
Tegenwoordig is het een boekwerk
waarin ook gedrag en taakgericht
heid worden beoordeeld. Je kunt
niet meer in één oogopslag zien
hoe het met een kind gaat."
Het onderwijs is volgens de onder
zoeker te veel gericht op een eind
doel, dat kinderen liefst in hetzelf
de tempo dienen te bereiken.
„Sommige kinderen lopen met
8 maanden al een paar pasjes, an
deren doen dat io maanden later.
In het onderwijs verwacht men
dat dat soort verschillen wegvalt
als ze allemaal in dezelfde mal te
rechtkomen. Blijft het tempo van
een kind achter bij dat van de rest,
dan maakt men zich zorgen."
Pogingen leer- of ontwikkelings
achterstanden weg te halen, halen
volgens Breeuwsma meestal maar
weinig uit. „Ik ontken niet dat er
problemen zijn, maar het spec
trum aan probleemkinderen is in
middels zo groot, dat we vergeten
dat je vaak gewoon geduld moet
hebben. De ontwikkeling van een
kind gaat meestal vanzelf"
Er uithalen wat erin zit, dat is wat
ouders vaak willen en waar het on
derwijs zich op richt. „Het heeft
We vinden niet dat
kinderen iets zijn, ze
moeten iets wórden
misschien ook te maken met het
moderne consumentisme. We wil
len uit het leven halen wat erin
zit. Waardoor het soms lijkt alsof
er tussen ouders een wedstrijd
gaande is, waarin kinderen van
ontwikkelingsmijlpaal naar ont-
wikkelingsmijlpaal snellen. Ze zet
ten kinderen tussen piketpaaltjes
en kijken dan wie het snelste is."
Een voorbeeld van hoe het onder
wijs probeert er bij een kind alles
uit te halen, is volgens Breeuwsma
de voor- en vroegschoolse educa
tie (WE), een programma dat ach
terstanden bij peuters en kleuters
moet wegwerken. Uit onderzoek
door het SCO Kohnstamm Insti
tuut, begin 2009, blijkt dat onder
zochte peuters en kleuters het na
het WE-programma juist slechter
zijn gaan doen. „Men doet alsof je
alle problemen in het onderwijs
kunt oplossen door zo vroeg moge
lijk in de ontwikkeling in te grij
pen, terwijl dat dus zelfs een tegen
gesteld effect kan hebben. Met het
VVE-geld kun je beter praktische
problemen in het onderwijs oplos
sen, dan kinderen voortdurend on
der druk zetten door ze aan te
moedigen iets te doen dat ze ken
nelijk nog niet uit zichzelf doen."
Ook het recente onderzoek van
het Nederlands Consortium Kin
deropvang vindt hij een voorbeeld
van boe er te veel aandacht is voor
het stimuleren van de cognitieve
ontwikkeling van een kind. Het
onderzoek laat zien dat pedago-
gisch medewerkers goed scoren
wat betreft de verzorging van kin
deren, maar dat ze te weinig vaar
digheden hebben om de ontwikke
ling van kinderen te stimuleren.
Neerbuigend, noemt Breeuwsma
de manier waarop er soms over
leidsters wordt gesproken. „Er zijn
allerlei overspannen verwachtin
gen van crècheleidsters. In de eer
ste zeven jaar leren kinderen juist
op informele manier, in de om
gang met anderen, met hun verzor
gers. Nu lijkt het alsof alles ertoe
doet in de ontwikkeling. Speel
goed, de crèche: alles moet je inzet
ten om er uit te halen wat erin zit.
Alsof een kind een vat is. Kinde
ren hebben geen inhoud klaarlig
gen, die je met een onderwijspro
gramma naar boven haalt."
Gerrit Breeuwsma - Het vreemde kind.
Uitgeverij Bert Bakker, 27,95 euro.
Reageren? gezondheid@wegener.nl
Als het tempo van een kind achterblijft bij dat van de rest, maakt men zich al snel zorgen, vindt ontwikkelingspsycholoog Gerrit Breeuwsma. foto ANP
0 door Annie de Vreugd
De basisscholen hebben hun deu
ren weer geopend. Ouders van
kinderen die binnenkort 4 jaar
worden, gaan wellicht nu op
zoek naar een passende school voor hun
kind. Wordt het de school om de hoek
waar ook de kindjes uit de straat naartoe
gaan? Of liever een school op christelijke of
islamitische grondslag?
Op de traditionele school wordt klassikaal
les gegeven. De kinderen worden als groep
benaderd, op individuele verschillen wordt
niet ingegaan. Deze vorm van onderwijs is
bijna verdwenen door invloed vanuit ver
nieuwingsscholen. Die gaan niet uit van de
leerstof, maar van het kind. Enkele van de
ze onderwijsvormen zijn Jenaplan, Freinet,
Dalton, Montessori en Rudof Steiner.
lenaplan werkt vanuit het idee dat het on
derwijs in het verlengde ligt van de gezins
opvoeding. Kenmerkend voor dit school
type zijn stamgroepen. Daarin zitten kinde
ren van verschillende leeftijden en niveaus
bij elkaar, net als in een gezin. Juist door
hun verscheidenheid kunnen kinderen van
elkaar leren. Er wordt nauw samengewerkt
met ouders. Ouders die voor deze school
kiezen, moeten dus beschikken over veel
tijd en flexibiliteit.
Freinet werkt vanuit de gedachte dat kinde
ren spontaan leren vanuit hun natuurlijke
belangstelling. Leren is hier niet passief
luisteren naar kennis. Een kind leert pas
echt als hij door zelf handelen en experi
menteren samen met anderen tot eigen in
zichten komt. Niet de leerkracht bepaalt de
richting van het leren, maar de groep. Het
klaslokaal ziet eruit als een soort werk
plaats met knutsel- en bouwhoeken.
Op de Daltonscholen zijn kinderen voor
een groot deel zelf verantwoordelijk voor
hun leerproces. Er ligt nadruk op zelfwerk
zaamheid. De kinderen kunnen kiezen uit
vastliggende taken, maar ze bepalen zelf de
volgorde en het tempo.
Ze kijken ook zelf hun
stof na. De leerkracht
komt pas in actie als
het kind hem om
hulp vraagt.
Montessorischolen
gaan uit van het stand
punt dat een kind ac
tief op zoek gaat naar
leermomenten. Er is
een innerlijke motiva
tie om te ontdekken,
het kind leert vanuit zintuiglijke en motori
sche ervaringen. Er zijn momenten dat een
kind ontvankelijk is voor bepaalde kennis,
de zogeheten gevoelige periodes. Als het
kind op die momenten het juiste materiaal
krijgt, zal het zich vanzelf optimaal ontwik
kelen. De kinderen werken in hun eigen
tempo, alleen of in groepjes. Er zitten kin
deren van verschillende leeftijden bij el
kaar, zodat ze elkaar kunnen hel
pen. De overgang naar een andere
groep is niet afhankelijk van de
leeftijd, maar van behoeften en
mogelijkheden.
De Vrije School werkt vanuit
de antroposofie volgens Ru-
dolf Steiner. Het streven is
alle ontwikkelingsgebie
den van kinderen aan te
spreken. Niet alleen intel
lectuele kennis, maar ook
sociale, kunstzinnige en
technische vaardigheden tellen mee. De ge
dachte hierachter is dat elk kind het al in
zich heeft zich te ontwikkelen tot een ei
gen persoon. Het onderwijs moet op zoek
gaan naar die individuele mogelijkheden.
Voor al deze invalshoeken is iets te zeggen.
Wie niet kan kiezen, troost zich met de ge
dachte dat moderne basisscholen kenmer
ken van al deze scholen in zich verenigen.
illustratie Eliane Duvekot