Sappige klaver 1 'Ezeleen' wil haar liefde voor ezels graag overbrengen op anderen Het is nu tijd om steltlopers te spotten 2 dinsdag 18 augustus 2009 door Cïjs Kamphuis De liefde voor ezels zit diep bij Heieen Molken- boer. Ze kwam met de dieren in aanraking door haar werk in het speciaal on derwijs en was meteen verkocht. Het was de zachtaardigheid, de knuffelkracht, van de ezels die haar zo aantrok. De wandelingen over het Walcher- se strand zijn dan ook meer dan een commerciële dienstverlening. Molkenboer doet het vooral voor het welzijn van de ezels. De kos ten voor de wandeling komen vol ledig ten goede aan haar lastdie ren. Ze wil er niet aan verdienen. Haar dieren zijn allemaal zoge noemde 'opvang-exemplaren'; die ren die ergens anders weg moes ten omdat ze werden verwaar loosd of mishandeld. 'Ezeleen', zoals ze zichzelf geksche rend noemt, wandelt niet alleen met de dieren, ze is ook een offi ciële ezelinspecteur. Dit houdt in dat ze voor de landelijke stichting Opvang Ezels (STO) en de Ezelso ciëteit (die ongeveer dezelfde doel stelling hebben) opvangezels plaatst en controleert hoe het met ze gaat. Zelfheeft ze geen plaats meer, anders zou er zo nog een paar lastdieren bijnemen. „We heb ben er nu zes, maar als het zou kunnen had ik er tien." Ze hoopt met de ezeltochten haar liefde voor de dieren over te brengen op anderen. „Het gevoel van lopen met een ezel over het strand is niet goed uit te leggen. Dat moet je gewoon een keer beleven." Heieen Molkenboer trekt elke week behoorlijk de aandacht als ze met haar zes Ezels laten zich makkelijk aaien. Ze zijn niet snel van hun stuk te brengen. Jack Molkenboer lopen minstens een keer per week met hun dieren naar het strand. Om ze in conditie te houden én omdat ze het leuk vinden. „Kijk maar naar hun oren, die staan fier overeind. Dat bete kent dat ze het naar hun zin heb ben", vertelt Heieen. Wie het leuk vindt om eens een ezel 'uit te laten' op het strand kan -na reservering- met Heieen en haar man meelopen. Hoewel 'uitla ten' volgens de deelnemers tekort doet aan de ervaring. „Het heeft ge woon iets aparts, zo met een ezel langs de zee", vertelt Clara Zietse. door Gijs Kamphuis foto Ruben Oreel e hebt er wel bekijks mee, als je met zes ezels over een duinovergang sjouwt. De op- I merkingen van passanten die n het strand komen zijn niet van de lucht. Het is ook een koddig gezicht. Zes ezels die stapje voor stapje het duin op lopen, keurig de eerste in de rij volgend, verder geen acht ne mend van wie of wat dan ook. Sinds dit jaar zijn ze een vaste ver schijning op de stranden van Dis hoek en Zoutelande. Heieen en door Chiel Jacobusse In deze tijd van het jaar gaan de broedtijd en de trektijd van de vogels vrijwel naad loos in elkaar over. Veel mensen denken bij de vogeltrek direct aan de herfst, maar in feite is die in de zomer al volop op gang. Het is nu de tijd om veel verschillende steltlopers te zien. In het buitendijkse gebied zijn vo gels als de zilverplevier en de rosse grutto nog in hun fleurige broed- kleed te zien, hoewel het wel op valt dat het verenpak aan hevige slijtage onderhevig is. Binnendijks zijn in deze tijd van het jaar de meeste soorten steltlo pers te zien. Watersnip, oeverloper, witgatje, bosruiter, kemphaan, groenpoot- ruiter en zwarte ruiter kun je over al waar plassen of brede sloten zijn tegenkomen. Het aardige is dat al die steltlopers hun eigen voedselspecialisatie en jachttech niek hebben en dat ze elkaar daar door niet of nauwelijks voor de voeten lopen. Wat overigens niet wil zeggen dat je ze nooit samen tegenkomt. Er zijn plekjes waar bijna het hele as sortiment tegelijk te bewonderen is en juist dat kan ons veel leren over de specifieke eigenschappen van iedere soort. Zo zie je bijvoorbeeld dat zwarte ruiters zich vaak aaneensluiten tot groepen, die samen in dichte for matie proberen hun prooien te be machtigen. Ze eten vaak kleine za- gertjes (zeeduizendpoot), maar bij het groepsgewijs foerageren is het waarschijnlijk eerder te doen om het vangen van kleine visjes of gar naaltjes. Van een watersnip zag ik hoe die in de loop van een halfuur een he le reeks bloedzuigers wist te be machtigen. En zo valt er momen teel heel veel te leren en te genie ten van broedvogels uit het hoge noorden, die hier in grote aantal len passeren. Tegelijkertijd merk je dat onze ei gen broedende steltlopers het hier voor gezien houden. In een gebied als de Yerseke Moer is geen ture luur of grutto meer te vinden en ook de kieviten zijn-weggetrokken naar de kust. Daar vormen ze gro te groepen, vaak samen met de uit noordelijker streken afkomstige goudplevieren. Zo valt er overal wat te beleven. Een foeragerende watersnip. foto Chiel Jacobusse .V

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 70