261 cultuur <Ti 1 Een dubbel saluutschot Een gijzeling van negen maanden De Nisero-affaire zaterdag 8 augustus 2009 JOHN UPDIKE ENDPOÏNT door Dirk-Jan Arensman oen ik begon, vijftig jaar gele den", vertelde John Updike vorig jaar in een interview in The Observer, „waren onze beste schrijvers hele perio den bezig met in stilte broeden. Vervolgens publiceerden ze een dik boek en daarna zwegen ze weer vijfjaar." Een eerbiedwaar dig tempo. Maar: „I decided to run a diffe rent kind of shop". Een literaire winkel waarin zijn publiek elk jaar minstens één nieuw werk van hem afkon komen reke nen. In januari van dit jaar overleed de Ameri kaanse schrijver op 76-jarige leeftijd aan longkanker, maar dat zijn belofte ook voor 2009 gestand zou doen, was al bekend. In juli zou de verhalenbundel My Father's Tears verschijnen. Die bundel is er nu, met daarnaast een dichtbundel met de passende titel Endpoint. Een dubbel saluutschot over het graf heen dus, van de man die een halve eeuw gele den ook al met twee publicaties zijn entree in de Amerikaanse letteren maakte. Met de roman The Poorhouse Fair (1959) en de ver halenbundel The Same Door (1959) groeide hij uit tot één van de productiefste schrij vers van zijn en elke andere generatie. Maar liefst 24 romans en 15 verhalenbundels, als mede een een paar flinke handen vol kin derboeken en poëzie, één toneelstuk en vele honderden essays en kritieken over alles van beeldende kunst en literatuur tot auto's en de bekoringen van het golfspel. Ruim zes tig boeken in totaal. Het zijn indrukwekkende getallen, zoals de ze twee bundels een indrukwekkend en pas send vaarwel zijn. Bundels waarin de oude meester terugkijkt op zijn eigen werk en le ven. Hij bezoekt nog één keer de plekken, momenten en thema's die zijn literaire ver beelding al die jaren voedden. Tegelijkertijd neemt Updike afscheid van zijn lezers. In Endpoint gebeurt dat het sterkst en meest ontroerend in de lange titelcyclus die de bundel opent. In de gedichten, de eerste ge schreven rond zijn verjaardag van 2002 en de laatste precies een maand voor zijn De veelzijdige en productieve schrijver John Updike overleed begin dit jaar. Zijn twee laatste boeken bieden een terugblik op de motieven die hem een leven lang bezighielden. John Updike. door John Jansen van Galen De Nisero-affaire is een mengeling van fictie en non-fictie, waarheid en verdichting. In dagblad Trouw verklaarde auteur Fred Lanzing dat hij de grens tussen die genres scherp getrokken heeft: wat verzonnen is, staat cursief, de rest gewoon rechtop. Dat klopt niet. Cursief staan de belevenissen vanuit het per spectief van de hoofdpersoon, de gefingeer de echtgenote van de kapitein van het ge strande schip. De rest van de tekst gaat over personen die wel degelijk echt bestaan heb ben, maar wat ze zeiden en dachten heeft de schrijver toch zelf verzonnen. Hij deed re search naar de zogeheten Nisero-affaire en maakte er een verhaal van. Wat was dat voor affaire? In 1883 strandde het Britse schip Nisero op de noordwest kust van Sumatra in een streek die behoor de tot Nederlands-Indië, maar nog niet on der het gezag van Batavia gebracht was. Pas tien jaar eerder had Nederland bij de trakta ten van Londen door een ruil van koloniale aanspraken met Engeland de vrije hand ge kregen in het noorden van Sumatra en het zou nog vele decennia hardnekkig, hardhan dig en vergeefs bezig zijn het oproerige Atjeh te pacificeren en er de 'pax Neerlandi ca' te vestigen. Tot grote verlegenheid van Den Haag wer den de opvarenden van de Nisero prompt gegijzeld door de radja van het gebied, een onberekenbaar heerschap. Moest men het met zo'n plaatselijke potentaat op een ak koordje gooien? Maar ook Londen zat met de kwestie in zijn maag, want de Nisero bleek smokkelwaar aan boord te hebben: wapens voor de strijd tegen het Nederland se bewind. Niet minder dan ruim negen maanden duurde de gijzeling. Toen kreeg de radja veel geld van Nederland en nog een vrijhaven ook. Lanzing beschrijft de gebeurtenissen geheel vanuit de gegijzelden die hun tijd uitzitten foto EPA/Random House in een Sumatraanse kampong. De sfeer van onzekerheid, verveling en toch allengs ge wenning is goed geschetst. Maar door dat perspectief steekt de ware liefhebber van non-fictie naar mijn smaak toch te weinig op over de ontwikkelingen in de affaire zelf, de moeizame onderhandelingen, de opwin ding in de publieke opinie, de irritaties tus sen Den Haag en Londen, de brute pogin gen van de Hollanders om een doorbraak te forceren. De gegijzelden (en daardoor ook de lezers) vernemen daar namelijk slechts mondjesmaat iets van, als gezanten van de Engelsen uit Singapore het dorp bezoeken. Het boek is een lofwaardige poging een on bekende episode uit onze koloniale geschie denis tot leven te brengen. Maar als Lanzing zichzelf meer perspectieven en meer pagi na's had gegund, had het een stuk informa tiever kunnen worden. Fred Lanzing - De Nisero-affaire. Augustus, 15 euro. eerste jongen was die haar naar huis bracht en kuste op het voorportaal. Updike zelf beperkte zich, ook in My Fat her's Tears, niet louter tot zijn geboortestaat. In het minder geslaagde openingsverhaal, 'Morocco', ontsnapt een Amerikaans toeris tengezin ternauwernood aan de gevaren van een Noord-Afrikaanse vakantie. Mil- ford, de bejaarde en getrouwde hoofdper soon van 'The Apparition', verlustigt zich hopeloos aan een jongere reisgenote tijdens een tocht door Egypte. Er zijn uitstapjes naar Spanje. En in het briljante waagstuk 'Varieties of Religious Experience' beschrijft hij de aanloop en nasleep van aanslagen van 11 september vanuit vier verschillende perspectieven, waaronder een 64-jarige ad vocaat uit Cincinnati die zijn dochter in Brooklyn bezoekt en door de gebeurtenis sen in een geloofscrisis belandt én twee van de vliegtuigkapers tijdens hun voorbereidin gen in een striptent in Florida. Het zou wei eens een klassieker in de vaak troebele wate ren van de 9/11-literatuur kunnen worden. Maar toch, Pennsylvania bleef trekken. De plek waar ook de schrijver zijn ziel en zelf bewaarde, terwijl hij, net als David Kern in 'The Road Home', heel goed besefte dat hij er nooit meer echt terug kon komen. Kerns Olinger en Updikes Shillingon zijn plaatsen die zijn opgetrokken uit herinnerin gen'. Glasheldere details van vroeger waar ze, in het zicht van het naderende eind punt, doorheen bladeren als door een fotoal bum. Soms met een melancholieke glim lach en de afstandelijke wijsheid van de ouderdom. Updike heeft zijn indrukwek kende oeuvre nog mooi én zelfbewust af kunnen ronden. (Want dat we een jongere versie van David Kern al tegenkwamen in de bundel Pigeon Feathers uit 1962 is maar één van de vele manieren waarop Updike de cirkel in My Father's Tears sluit.) Maar dat dit echt zijn allerlaatste verhalen zijn heeft, wat hij zelf ook beweerde, wel dege lijk iets schokkends. John Updike - My Father's Tears Sr Other Sto ries. Hamish Hamilton (imp. Penguin), 17,95 euro. Endpoint and other poems. Ha mish Hamilton (imp. Penguin), 20,85 euro. ke is, zoals de zwakkere bladzijden in End point opnieuw bewijzen, altijd meer een dichterlijke prozaschrijver dan een geboren dichter geweest. Maar zijn beste regels bezor gen je niettemin koude rillingen. De achttien verhalen in My Father's Tears sluiten in sfeer en thematiek vaak nauw bij Endpoint aan. De toon is elegisch en de per sonages-op-leeftijd mogen andere namen en andere beroepen hebben, ze delen veel van Updike's biografische details en preoc cupaties. David Kern bijvoorbeeld, de verteller van twee van de opgenomen verhalen, 'The Walk With Elizanne' en 'The Road Home'. Daarin keert hij terug naar zijn geboorte stadje Olinger, de plek waar Updike door de decennia heen aan een fictionele versie van zijn eigen Shillington, Pennsylvania bleef bouwen. In het eerste verhaal is Kern er voor een schoolreünie. Eerst bezoekt hij een klasgenootje in het plaatselijke ziekenhuis, omdat zij, in 'het laatste hoofdstuk van haar leven', te ziek is om te komen. Voor Mamie is het eind in zicht, maar ze put, net als de schrijver, - troost uit de zekerheid van dt haar geloof. En op de reü- H nie zelf verrukt het voorma lig mooiste meisje van de klas, Elizanne, hem door te vertellen dat hij ooit de aller- dood, schrijft Updike over opgroeien in een klein stadje in Pennsylvania. Over zijn jon gensliefde voor Mickey Mouse en stripverha len, de gefnuikte literaire ambities van zijn moeder en de opwinding én het kleine ver raad van zijn eigen schrijverschap. Stelen van het leven om de planken te vullen. And then to have my spines Line up upon the shelf, one more each year, Ffowever out of kilter ran my life! I drank up women's tears and spat them out As io-point Janson, Roman and ital. En, ja, hij dicht ook onvermijdelijk over ouderdom, ziekte en de dood. Zoals in deze grimlachende ziekenhuisstrofe: All praise be Valium in Jesus' name: A CAT-scan needle biopsy sent me Up a happy cul-de-sac, a detour not Detached from consciousness but sweetly part -1 heard machines and experts murmering about me - A dulcet tube in which I lay secure and warm And thought creative thoughts, intensely so, As in my fa ding prime. Plans flowe red, dreams. Of die memoires-in-ver- zen ook zo aangrijpend zouden zijn zonder het extra gewicht van de auto biografische intimiteit? Waarschijnlijk niet. Updi- Fred Lanzing

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 46