spectrum 14 Kids Zaterdag 1 augustus 2009 Kleine kinderen schijnen een slech te naam te hebben bij restau ranthouders. In New York ston den we ooit met onze wolk van een dochtertje in een volmaakt leeg restau rant. De 'gastheer' keek naar ons, toen naar zijn boekingsboek en verklaarde met dodelijke ernst: „We zitten vol." Pardon? „Alle tafels zijn gereserveerd." Zo doolden we door een druilerig Manhat tan. Dochter hongerig, wij moe van een sla peloze nacht in een te kleine hotelkamer. Vanaf de stoep probeerden we bij ieder res taurant onze kansen in te schatten. Hier? Nee, te druk. Hier? Te chique. Hier? Nee, de tafeltjes staan te dicht bij elkaar. Uiteindelijk vonden we onderdak bij een Ierse pub met een twintigtal dronken mannen aan de bar, die uit volle borst onverstaanbare liederen zongen. De eigenaar streek over zijn hart. We mochten plaatsnemen ach ter een gordijn in een hoekje van het morsige café, de moderne variant van een stalletje in Bethlehem. Ouders verkeren vaak in een staat van ontkenning. Ze denken dat het niet opvalt: een glas water dat voor de derde keer omvalt, het bestek klet terend op de vloer, het gevecht tus sen zusjes om een kleurkrijtje, de al tijd ongelukkig getimede behoefte naar het toilet te gaan en het welge meende 'jakkie' bij het verschijnen van de hoofdmaaltijd. „Nou, dat ging best goed", zeg je dan na afloop. Dit kan hard aankomen, maar inmiddels weet ik vrij zeker dat de overige gas ten daar anders over denken. Ik was ooit bij een politiebijeenkomst over 'haatmisdrijven' tegen homo's in Dupont Circle, de bekendste homobuurt in Was hington. Na afloop begon een lesbienne over een andere gruwelijke misstand: steeds meer jonge gezinnen trekken naar Dupont Circle. „En ze nemen overal hun kinderen mee naar toe", zei de lesbienne misprijzend. „]e kunt bijna nergens meer rustig zitten." De overige lesbiennes, ho mo's en transseksuelen knikten instem mend. Je zag ze denken: kan de politie daar niets aan doen? Gelukkig is er altijd wel een ondernemen de Amerikaan die geen probleem ziet, maar een markt. Ronddolende ouders op zoek naar een restaurant blijken een inte ressante doelgroep. Enkele vooraanstaande restaurants in Washington introduceerden onlangs kids week. Tussen vijf en zeven uur krijgen ouders een speciaal menu voor 29 dollar en de kinderen betalen hun leef tijd - in ons geval twee en vier dollar - voor een gastronomisch correct kinderme nu (lees: geen hamburgers of hotdogs). Iedereen wint. De restaurants vullen hun tafeltjes op een moment dat er dóórgaans weinig gasten zijn, de overige bezoekers zijn gewaarschuwd (pas op: kids week!) en ouders met jonge kinderen zijn onder el kaar in hun eigen, kleine getto. Het werkt. Samen met de overige aanwezi gen in restaurant Belga op Capitol Hill vormden we een zelfhulpgroep van lotge noten. Geen afkeurende blikken, slechts empathische glimlachen. De kinderen ble ken bovendien een hypnotiserend effect op elkaar te hebben. Ze staarden elkaar on gelovig aan: „Wat doe jij hier?" Er blijken meer van dit soort toevluchtsoorden voor ouders te zijn. Ik twijfel nog over de movie mom's club (ook voor vaders). Een bios coop iets buiten Washington stelt op woensdag de zaal beschikbaar voor ouders met jonge kinderen. Borstvoeding, luiers verschonen, zindelijkheidstraining: alles is toegestaan. En de zaal is minder donker om te voorkomen dat poepluiers naast de prullenbak belanden. Dat had ik moeten weten toen onze kinderen jonger waren. Nu vind ik baby's een beetje te luidruchtig. infographtc: RV Cucurrupi v i f~- o a ^«Bogota President Alvaro Uribe heeft met harde hand grote delen van Colombia veiliger gemaakt. Maar het conflict heeft zich daardoor verplaatst naar afgelegen gebieden, waar het aanstaande geweld voelbaar is. Bericht van het nieuwe front. door Robert-Jan Friele foto Robert van Wilgenburg /GPD et dorp Cucurrupi ligt op 40 minuten vlie- ij. gen, 2V2 uur rijden en iy3 uur varen ten wes- ten van Bogota, in een bocht van de immen- JsSk. se San Juan-rivier. Er wonen achthonderd mensen in houten huizen op palen, zonder elektriciteit en stromend water. De 'hoofdstraat' van het dorp is een blubberig zandpad dat begint aan de rivier en 400 meter verder eindigt bij de evangelische kerk waarin leider Rito Gonzalez (63) zijn volgelingen voorhoudt dat ze van hun zonden worden bevrijd als ze zich overgeven aan de verlossing van Je zus Christus. De bewoners van Cucurrupi staan letter lijk op bij het kraaien van de hanen en gaan rond negenen slapen, als het donker is. Niemand lijkt te worstelen met de vraag die zich opdringt aan de buitenstaander: hoeveel doden gaan er vallen en wanneer? Het begon veertig jaar geleden met de strijd van kleine boeren die het niet langer pikten dat rijke grootgrondbezitters, vaak met geweld, de dienst uitmaakten. Maar een guerrilla kost geld en dat hadden ze slechts in beperkte mate. Hun strijd borrel de daarom voort, totdat begin jaren tachtig de vraag naar cocaïne in de VS en Europa explosief toenam. De miljoenen stroom den Colombia binnen. Die maakten niet alleen mensen als Pablo Escobar schatrijk, ze fungeerden ook als bron van geweld. Be dreigd door toenemende acties van de guerrilla's, richtten rijke grondeigenaren en drugskartels eigen legers op, de parami litairen. Met de miljoenen verdwenen ideo logieën en op den duur streden guerrilla's en paramilitairen slechts om controle over gebieden waar coca werd geteeld, cocaïne het land kon verlaten en wapens het land in konden komen. Dat Colombia be schreef Juanita León rond de eeuwwisse ling in het boek Pais de Plomo, crcmicas de guerra (Land van Lood, oorlogsreporta ges): massamoorden, bombardementen, afgezaagde ledematen. Dat land waren de Colombianen beu toen ze bij de presidentsverkiezingen van 2002 Alvaro Uribe kozen. Door massale legerin- zet en demobilisering van paramilitairen, maakte deze veeboer grote delen van Co lombia weer leefbaar. In de woorden van León, die vorig jaar de dorpen uit haar boek bezocht: „Uribe is erin geslaagd de oorlogsmachine een halt toe te roepen. De dorpen worden niet meer gebombardeerd, er zijn nauwelijks aanvallen van de Fare en ouders hoeven niet meer bang te zijn dat hun kinderen gerecruteerd worden." Dat is één kant van het verhaal. De andere kant staat geschreven op een schoolbord in Cucurrupi, een dorp zo afgelegen, dat het conflict er lang onopgemerkt bleef. Al wisten de mensen er wel van omdat de mannen ooit massaal afreisden naar de oor-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 56