Pas na zijn dood werd het lieve papa spectrum 12 Groeten uit de hemel Zaterdag 1 augustus 2009 door Jan Vriend foto Diederik van der Laan/GPD In de serie 'Groeten uit de hemel' vertellen kinderen van bekende landgenoten over de band met hun overleden vader of moeder. Boven de bank hangt een inge lijst gedichtje van zijn hand. Speciaal voor haar. Pas na de dood van Herman Brood, schreef ze hem terug. Een dag boek vol belevenissen. 'Lieve papa', staat er boven de bladzijden. „Toen hij nog leef de, noemde ik hem nooit lieve papa", zegt Lola Brood. „Toen was 'hoi, pap' genoeg. Ik schreef ook welke jongens lekker kon den zoenen. Veel intiemer dan ik hem ooit zou hebben verteld. „Naar mijn idee was zijn dood geen zelf moord. Ik zie het als euthanasie. Zijn lichaam was op. Te veel drugs, medicijnen en drank. Hij kon niet meer. Als hij niet van het Hilton was gesprongen, had hij hooguit nog enkele maanden geleefd. Dan was de kaars langzaam uitgegaan. In zijn afscheidsbriefje stond ook 'liever uitdoven dan opbranden'. Die sprong was typisch iets voor mijn vader. Zo'n opvallend einde paste bij zijn grote en opvallende leven. Ik weet zeker dat hij lang over die laatste stap heeft nagedacht. Het moest groots zijn, zonder het risico dat zijn gezin hem als eer ste zou vinden. Dat zou luguber zijn ge weest. Dit paste bij hem. Daarom neem ik het hem niet kwalijk, die laatste stap. Als er iets is wat ik hem wel kwalijk neem, dan is het dat hij niet met de drugs is ge stopt toen ik geboren ben. Want dan was hij er waarschijnlijk nog geweest. „De avond van tevoren vroeg hij me nog: 'wat zou je doen als ik er nooit meer zou zijn?' Op dat moment ging ik er niet se rieus op in, ik was 15. Met een paar vrien dinnen stond ik te oefenen voor een play- backshow op school. En hoe ziek hij ook was, ik heb nooit beseft dat ik hem echt kwijt zou raken. Ook al was hij die laatste avond heel afstandelijk. Normaal ging ik 's avonds nog even bij hem zitten om de dag door te praten. Maar hij leek doof voor wat ik zei. Hij heeft het laatste jaar ook niet meer getekend of geschilderd. Terwijl hij dat toch altijd het liefste deed." Lola Brood (1985) zat op de kappersschool en volgde een visagie-opleiding. Nu werkt ze in een café. Met haar vriend Alex woont ze in een tuinhuis achter de woning van haar moeder, in Amstelveen. „Ik vind het zó jammer dat mijn vader Alex nooit heeft gekend. Ik weet zeker dat ze het goed met elkaar hadden kunnen vinden. Alex is gek van pokeren. Mijn vader hield van scha ken, maar ik weet zeker dat hij pokeren ook vet had gevonden. Dat dromerige van mij heb ik van hem. De gedachtengang die hij volgde, volg ik ook vaak. Ik hou van im pulsieve acties, had hij ook. Stond er thuis ineens een tractor voor de deur, waarmee hij een rondje door de stad wilde rijden. Of had hij zomaar een lijkwagen geregeld, om te beschilderen. Hij leerde me creatief te zijn. Dan kocht hij een pak stiften en een schetsboek voor ons en zaten we de hele dag in een kroeg te tekenen." Ze lijkt op haar vader, zegt haar moeder. Herman Brood wist niks van bankpasjes en formulieren. Afspraken was hij binnen vijf minuten vergeten. Kom bij Lola ook niet aan met officiële toestanden. Ze is net zo goedgelovig en net zo makkelijk met geld als hij. En net als haar vader trekt ze graag de aandacht. „Ik vind het fijn over hem te vertellen, maar dat zou ik ook graag doen als hij niet bekend was." Soms lijkt haar vader bij haar in de buurt. „Als ik kleren koop, denk ik wel eens: dit had hij mooi gevonden. Hij was kleuren blind, maar hield van kleur. Als ik een café binnenstap, draaiden ze soms toevallig Sa turday Night. Zo zijn er bijna elke dag wel momenten waarop hij voorbijflitst. Vaak vind ik dat wel lekker, lijkt hij heel dicht bij. Maar als ik een rotdag heb, kan ik extra verdrietig worden van zo'n flits. Dan mis ik hem meer dan ooit. Hij was zo lief Zo slim ook. Bij ruzies kon hij onverwacht op lossingen bedenken door je van een ande re kant naar het probleem te laten kijken. „Vaak baal ik ervan dat hij me alleen als kind kende. Een gesprek op gelijkwaardig niveau hadden we daarom nooit. Daar heb ik nu juist behoefte aan. Hij had me kun nen helpen. Van hem had ik willen leren hoe ik met mensen moet omgaan, hoe ik mijn toekomst moet inrichten." Op zijn sterfdag en met Kerstmis gaat ze altijd naar de begraafplaats waar de urn met zijn as is begraven. Af en toe is ze daar op een dag tussendoor. „Dan praat ik hard op met hem. Of hij het hoort, weet ik niet. Maar het helpt om mijn gedachten met hem te delen. Met mijn dagboek werkte dat ook zo. Ik weet niet of hij las wat ik schreef, maar door de zinnen voor hem te noteren, haalde ik hem naar me toe. Dan had ik hem even helemaal voor mezelf. In een droom vroeg ik een keer of hij mijn dagboek kon lezen. Hij zei: 'Als je de blad zijden openlegt, zie ik wat je noteert'. Dat soort dingen geeft me toch het gevoel dat hij af en toe bij me is. „In de kroeg, onderweg, overal beginnen wildvreemden tegen mij over hem te pra ten. Soms hoor ik een origineel verhaal, vaak zijn ze hetzelfde. Veel mensen den ken dat ze iets bijzonders met hem heb ben beleefd. Dan hoor ik voor de zoveelste keer dat iemand hem in de kroeg tegen kwam en een bierviltje van hem kreeg. Dan zeggen ze erbij: 'Weet je dat hij daar nog een tekening op heeft gemaakt? Spe ciaal voor mij!' Niet lullig bedoeld, maar als je weet dat hij elke dag een berg viltjes voltekende, dan weet je het wel op een ge geven moment. Ze willen ook altijd weten of ik nog veel schilderijen van hem heb. Dan zeg ik: niet zo veel als waar ik recht op heb. Daar waren anderen slimmer in." Ze doelt op de tijd dat haar vader van de drugs af wilde. Maar gehaaide jongens ga ven hem de troep waar hij naar smachtte, als hij in ruil een schilderij voor ze maakte. Een klein kliekje profiteerde zo volop van de rock-'n-roll-legende. „Dat zijn gezond heid eraan ging, interesseerde ze niks. „Op Hyves heb ik mijn achternaam gewist. Daar wilden allerlei vage types mijn vriend zijn omdat ik Brood heet. Gelukkig heeft mijn naam ook pluspunten. Ik krijg vaak uitnodigingen voor feestjes, premiè res. Ook vroegen ze me voor een schaats- programma op tv. Ik weet dat ze me alleen willen hebben omdat ik de dochter van Herman Brood ben, maar ik ga toch. Ge woon omdat ik het leuk vind. Met mijn moeder wil ik straks een eigen lijn opzet ten voor T-shirts met prints van tekenin gen van mijn vader. Zoiets lukt alleen als we de naam Brood eraan verbinden." Brood heten, heeft dus voordelen. Maar een Brood zijn, heeft ook nadelen. „Op feestjes komen er wel eens types op me af, die vragen of ik drugs voor ze heb. Nou, niet dus. Dat ik Brood heet, betekent toch niet meteen dat ik ook in drugs handel? Ik heb heus wel eens wat gebruikt, maar echt niet veel." Een pilletje? „Met mijn genen heb je méér nodig om te stuiteren. Haha! Het is zo jammer dat het direct zo'n lading krijgt als de dochter van Herman Brood iets over drugs zegt. Terwijl ik meestal ge woon braaf thuis op de bank zit met een kopje thee en een koekje." reageren? spectrum@wegener.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 54