spectrum 10 Water naar de berg De wereld keek op 20 juli 1969 ademloos toe hoe Neil Armstrong als eerste mens een voet op de maan zette. Na veertig jaar is de heldenstatus van de driekoppige bemanning van de Apollo n nog steeds intact. Nieuwe baanbrekende ruimtemissies lijken echter ver weg. „De komende decennia zal er geen nieuwe Armstrong opstaan." Zaterdag 18 juli 2009 STANDPLAATS door Eelco van der Linden Wat is nuttelozer, water naar de zee of water naar de berg dragen? De vraag komt steeds weer bij me op als ik achter de enorme vrachtwagen rijd die tergend langzaam en al klotsend en lekkend de heuvel op kruipt. Water is schaars, er zal oorlog om gevoerd worden, mijmer ik. Bij ons op de berg is die al begonnen. We wonen buiten een dorp op een heuvel die, zo als alle opa's beneden op het plein weten te vertel len, extreem rijk aan water was. De naam verwijst er zelfs naar: Le Bucacce, zoiets als 'gaten', ofwel wa terbronnen. Tot de jaren zeventig werd er volop ge boerd en stond de heuvel vol graan. Nu is het bos en natuur geworden met een enkele olijfgaard. Dat het water schaars aan het worden is, merkten we de eerste zomer, drie jaar gele den. Er was geen continue stroom, maar geen ramp, want water wordt opgevangen in een reservoir en dan het huis in ge pompt. Zuinig aan dus, regenwater voor de tuin inzamelen, enzovoorts. Dat het serieus werd, merkten we «oen heuse vrachtwagens de slechte landweg op begonnen te kruipen. Met water. Het werd overgeheveld in een cementen kubus niet ver van ons huis. De chauffeur, die telkens weer zijn leven waagt, ook omdat hij het laatste stuk achteruit langs een afgrond moet rijden', vertelde me wijs over klimaat verandering en wees naar de 'huizen voor toeristen' in het dal, die het wa terverbruik aanzienlijk zouden doen toenemen. Ik snapte het even niet. „Is dat water dan niet voor ons?", vroeg ik hem. „Nee, jullie zitten op een andere bron aangesloten. Dit water is voor die groep hui zen daar beneden." Ik was perplex, maar had het goed begrepen. Het water wordt de berg opgereden om het vervolgens weer naar be neden te laten stromen. Daarbij wordt onze water rijke berg leeggemolken, terwijl beneden toch een nieuw aquaduct ligt waarop die huizen kunnen worden aangesloten. Het leek me allemaal verre van logisch en peper duur bovendien. Het waterleidingbedrijf kort voor onze komst geprivatiseerd, betaalt voor elke reis 3.000 euro, zo heb ik me laten vertellen. Mijn Itali aanse buurvrouw, die een hefboom wil plaatsen en net als ik kwaad is omdat de vrachtwagen de weg vernielt die wij onderhouden, is overtuigd van een complot. „Voor 30.000 euro kunnen ze beneden de leiding verleggen, er zit meer achter", zegt ze woe dend. Een mysterie dus. Ook omdat een boer me vertelde dat het water naar de berg dragen pas echt begon nen is sinds die privatisering. Maffiaverhalen dron gen zich op. De controle op water is voor Cosa Nos tra op Sicilië een machtig drukmiddel en verhin dert vaak logische verbeteringen. Het leek me vergezocht, maar natuurlijk bestaan ook hier in het nette centrale Italië akkoorden met 'gevestigde belangen', zoals dat eufemistisch heet. Er zijn overal kleine maffiaatjes, die zijn verbonden met de levering van zand, grind, natuursteen en misschien ook water. Het bedrijf dat wordt inge huurd om het water te brengen, doet gouden za ken. Maar ik kan me niet voorstellen dat deze twee broers het nieuwe waterbedrijf, voor de helft in handen van een Franse multinational, hun wil kun nen opleggen. Voorlopig duurt het mysterie voort. Ik zie deze zo mer weer vrachtwagens naar boven zwoegen en uitglijden. Zoals gisteren. De chauffeur had geluk, want de truck stond met de voorwielen nog op de weg. Om weer helemaal boven te komen, was er maar een oplossing: de kraan opendraaien. We ke ken toe hoe tienduizenden dure liters water over Gods (voormalige) akkers vloeiden. Geen passender beeld. f '!at s one sma" 5teP m 'for (a) man, one giant leap for mankind'. Miljoenen mensen kunnen zich nog pre cies herinneren waar ze waren toen Neil Armstrong die befaamde zin uitsprak op 20 juli 1969. Geen oneliner is waarschijn lijk beroemder en vaker herhaald dan de woorden van de stugge boerenzoon uit Ohio, die nu al veertig jaar als de ultieme 'rocket man' door het leven gaat, de 'zoon van Galileo', die Amerika bijkans deed bar- sten van trots. De zin heeft qua faam waar schijnlijk alleen concurrentie van een uit spraak die Armstrong enkele uren eerder deed toen zijn maanlandingsmodule 'the eagle' veilig was neergedaald op de maan. 'Houston, Tranquility Base here (de locatie op de maan, red.). The Eagle has landed'. Iedereen die Armstrong kende, was ver baasd over de bijna poëtische woorden bij het betreden van de maan. „'Ja' en 'nee' was voor Neil al een lange conversatie", zei een collega over hem. Er zijn altijd ge ruchten geweest dat een pr-medewerker de zin heeft ingefluisterd, maar de Ameri kaanse ruimtevaartorganisatie NASA ont kent dat nog steeds. Vast staat wel dat Armstrong na terugkeer op aarde weer de zwijgzame, nuchtere en afstandelijke man van voorheen was. „Hoe was het om op de maan te wande len?", wilde een journalist na terugkeer we ten van de voormalige militaire testpiloot voor straaljagers. „Piloten houden niet van wandelen", zei Armstrong afgemeten. „Pi loten houden van vliegen." De festiviteiten ter ere van het 40-jarig ju bileum zullen bij de driekoppige beman ning van Apollo 11 - naast Neil Armstrong, 'de tweede man op de maan' Edwin 'Buzz' Aldrin en piloot Michael Collins - gemeng de gevoelens oproepen, vermoedt Craig Nelson, de auteur van de onlangs versche nen bestseller Rocket Men, het epische ver haal over de eerste maanlanding. De crew lijkt alleen met tegenzin in actie te komen. Armstrong reageerde zelfs helemaal niet op het verzoek van Nelson mee te werken aan het jubileumboek. Astronaut Collins vertelde aan Nelson moe te zijn van het be antwoorden van steeds weer dezelfde vra gen. Collins bleef in 1969 achter in de ruim tecapsule Columbus en draaide rondjes rond de maan. „Ik was er voor 99,9 pro cent bij en daar ben ik perfect gelukkig mee", bezweert de astronaut. „Maar tel kens weer komt dezelfde vraag: 'Hoe was het om niet naar de maan te gaan?"' Nelson stuitte ook bij anderen binnen de ruimtegemeenschap op scepsis tijdens het onderzoek voor zijn boek, een indrukwek kende reconstructie van de ruimterace tus sen Amerika en de Sovjet-Unie. „Mensen vroegen me steeds waarom ik dit boek wil de schrijven: 'Wie heeft daar nog interesse in?' Ik ben daardoor nu een beetje ver baasd door het succes van mijn boek. Het

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 104