Schoolvakantie zomer i4|uit Wij waren niet van plan om hier te zijn Zomergast donderdag 16 juli 2009 PASPOORT Naam: Dik van Disseldorp Leeftijd: 57 Beroep: Chauffeur Nationaliteit: Nederlands Woonplaats: Alphen aan de Rijn door Thomas Kleinveld Eigenlijk waren wij hele maal niet van plan om hier te zijn", antwoordt Dik gelaten als ik hem vraag waarom hij en zijn vrouw op vakantie zijn in Zeeland. Ze wa ren eigenlijk op weg naar de Nor- mandische kust voor een strandva- kantie van tweeëneenhalve week. „We reden net over de grens in België toen ik hoorde dat er iets mis was met de uitlaat. We beslo ten het zekere voor het onzekere te nemen en zijn terug naar Neder land gereden om daar een garage te zoeken." Hoewel het echtpaar graag verder wil, moet het nog even geduld heb ben. Dik en zijn vrouw zijn al naar de garage geweest, maar die moet de nieuwe uitlaat eerst bestellen. Voordat die binnenkomt gaat er een dag overheen. Daarna moet de uitlaat nog worden gemonteerd. Maar Dik heeft er in ieder geval vertrouwen in. „Overmorgen rij den we weer verder." In de tussentijd zit het echtpaar niet bij de pakken neer. De auto doet het nog steeds, dus zijn ze al door heel Zeeuws-Vlaanderen gere den. „Het is niet de eerste keer dat ik in Zeeland ben en we proberen er de ze keer gewoon het beste van te maken. We zijn al lekker wezen touren langs Oostburg, Cadzand, enzovoorts", zegt Dik. Hij is ook erg blij dat hij bij de Braakman is geëindigd. „Ik was op zoek naar een camping en ik ben eigenlijk op goed geluk hier afgesla gen. Maar we zijn prima terechtge komen. De omgeving is prachtig", zegt hij, terwijl hij om zich heen kijkt. Op de camping heeft de va- kantiedrukte nog niet toegeslagen. Het is er nog opmerkelijk stil. In de struiken en op de lege veldjes krioelt het van de vogels, konijn tjes en ander wild. In ieder geval zet de pech op de weg dus geen domper op de hele vakantie. „We genieten gewoon van onze tijd hier en dan rijden we door naar Frankrijk voor de rest van onze vakantie." Op 7-jarige leeftijd beleefde me vrouw Rachel van de Vrede (81) uit Yerseke de zomer van 1935. Nu heeft zij de moeite genomen om haar zo mervakantie van toen te beschrijven zodat wij een 'kijkje in het verleden' kunnen nemen, zoals zij het noemt. Opoe, de moeder van vader, woonde twee huisjes bij ons vandaan en naast haar woonden tan te Neel en oom Johannes. Hun kin deren waren van onze leeftijd en we speelden veel samen. Omdat we dichtbij de zeedijk woonden speelden in de vakantie al de kin deren uit het straatje aan de 'water kant (de kijkuit). We gingen dan eerst naar de vuilnisbelt (ha, ha) die achter de Varkensdijk lag, wat een binnendijk was. Begrijp het niet verkeerd maar we noemden dat de vuul-oop. Daar werden, één keer in de veer- tiendagen, de harde voorwerpen gestort zoals afwasteiltjes waar emaille af was, een emmer zonder hengsel, potten en pannen met één oor, stoelen met drie poten, tassen zonder hengsel en schoe nen. Alles konden we gebruiken om mee te spelen aan de water kant. Ook gebruikten we de spul len om 'dametje' te spelen. Er moesten namelijk wel klanten zijn voor onze koopwaar. Alles wat vloeibaar was verkochten we; één was er melkboer, de ander ver kocht petroleum. Alles haalden we uit de zee, daar gebruikten we pot ten en pannen voor. Als we het beu waren, gingen we kartonnen dozen halen van de vuul-oop en dat was ander karton dan nu. We konden er menig ritje mee van de dijk deon, we slierden goed op de schapenkeutels alleen iedere keer weer naar boven lopen was vermoeiend. Fietswielen la gen er ook bij de vleet en die ge bruikten we om te hoepelen als de spaken er uit waren. Anders gin gen ze te zwaar. Zwemmen konden we alle maal en als je het niet kon namen ze je een eindje mee de zee in. Dan lieten ze je los en moest je op eigen kracht naar de kant. Een enkeling had een zwempak, maar dan moest je enig kind zijn; die ouders hoefden maar één badpak aan te schaffen. Wij zaten daar echt niet mee, de meisjes droegen allemaal een direc- toirtje (damesondergoed) en een hemdje en de jongens een onder broek. 't Was eigenlijk altijd mooi weer. Crème hadden we niet, dus onze huid verbrandde eerst en was soms schilferig. Door het opge droogde zeewater verbrandden we toch eerst voordat we bruin wer den. Meestal gingen we met laag water kreukelen (schelpdieren zoeken). Daar hadden we eigenlijk geen zin in, maar moeder was altijd zo blij met die paar cent. Als de boeren gingen oogsten - en dat was meest al in de vakantie - gingen we tar we rapen. Eigenlijk deden we dat niet graag maar we moesten wel. We hadden een grote zak voor on ze buik en één schaar voor ons allen. Wij raapten dan de aren op en knipten de stelen er af Als we een bosje bij mekaar hadden, werd het thuis eerst goed ge droogd op kranten en dan maar wrijven tot je handen er zeer van deden. Hierna werd het in een groot zinken wasbekken gedaan. Als er niet te veel wind was gin gen we naar de dijk en dan gooi den we het voorzichtig op zodat het kaf eruit kon waaien. We had den altijd heel wat kilo's tarwe. Om de beurt mochten we ook een dagje naar opoe en opa die in het dorp woonden. Dat was een eind weg, maar we gingen graag, want opoe had een snoepwinkeltje. Er waren wel eens plaksnoepjes die ze niet meer verkopen konden en die mochten mee naar huis. Om vijf uur moesten we dan weg, maar kregen eerst nog een boterham met gesneden kaas. Als we thuis kwamen vroeg moeder altijd 'je hebt al gegeten zeker' en steevast zeiden we dan 'nee'. We hadden altijd honger. In de vakantie hadden we ook nog het reisje van de zondag school, de moeders mochten dan ook mee. Als het regende, maar dat was niet zo dikwijls, dan speelden we bij tante Neel in de schuur. Die was tamelijk groot en dan bakte tante plattekoeken (pannenkoeken). Ge loof het of niet maar soms verveel den we ons en dan werd er gezegd 'pak de krukelemmer maar'. Als de vakantie voorbij was gingen we met plezier weer naar school." Boven: Mevrouw van de Vrede 'toen' op een schoolfoto Onder: Mevrouw van de Vrede 'nu' thuis in Yerseke foto Willem Mieras Mevrouw Rachel van de Vrede schrijft graag en heeft een verhalenbundel onder de titel 't Kom aal hoed ee uitgebracht. Het boekje bevat 33 vertelsels en is uitgegeven door Stichting 't Kerkje van Ellesdiek onder regie van voorzitter Engel Reinhoudt.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 100