De nieuwe
Donau
f
'Aan de situatie in de Rijn kun je niets doen'
prof. dr. Gerard van der Velde, Radboud Universiteit
Zaterdag 11 juli 2009 1 3
Nederland
/Jssef
rrijn
Lobith
totaal 2892 MW
Warm water funest voor de ene
soort, maar zegen voor de andere.
door Erik Meuleman
Bonn I
totaal 506 MW
Rijn
Duitsland
Koblenz
Lahn
totaal 87,1 MW
ik
totaal 817 MW Mainz
Bingen
Moezel
Worms
totaal 4940 MW
Mannheim
i y.
totaal 4265 MW R'JP
totaal 4448 MW
Neckar
Meuse
Karlsruhe
r
totaal 1661 MW
totaal 46 MW
eufchateau
totaal 3622 MW
totaal 1250 MW
totaal 270 MW
Rheinfelderi
Basel
totaal 600 MW
Bodensee
Rijn
J
Zwitserland
Nederlandse elektriciteitscentrales (>250MW)
totaalMW Koelwaterlozing van industrie en elektriciteitscentrales
(maximaal vermogen in Megawatt)
Maak de route en leefom
standigheden aantrekke
lijk en je hebt zo met een
biologische invasie te ma
ken. Het overkomt de Rijn en verder
op de Nederlandse wateren in exten-
so: de exoten verdringen de inheem
se dier- en plantensoorten in een
meedogenloos hoog tempo.
En de invasies volgen elkaar op. Het
kanaal tussen Donau en Rijn dat in
1992 werd geopend wees vissen en
planten de weg om de oversteek van
de Donau naar de Rijn te maken. An
dere exoten komen door de intensie
ve internationale scheepvaart als ver
stekeling via de grote rivieren naar
Nederland.
De leefomstandigheden in de Rijn
zijn drastisch veranderd. Nadat ernsti
ge verontreinigingen in de jaren tach
tig een ware slachting hadden aange
richt onder de inheemse soorten
moest het Rijnactieplan tot herstel
van de ecologische omstandigheden
voor de inheemse soorten leiden. Dat
is mislukt, ondanks een drastische
verbetering van de waterkwaliteit. In
heemse soorten leggen het in het
schonere water af tegen de Oost-Euro-
pese soortgenoten, die zich ook beter
weten te handhaven omdat het Rijn
water steeds warmer is geworden. De
inheemse koudwatersoorten verbrui
ken meer zuurstof dan de exoten.
Een hogere watertempera
tuur betekent dat er min
der zuurstof in het wa
ter zit waardoor er
een hogere sterfte
onder de inheem
se vissoorten
plaatsheeft. Het
eco-systeem dat de
Rijn ooit had zal vol
gens prof dr. Gerard
van der Velde van
het Institute for Wet
land and Water Re
search van de Raboud
Universiteit Nijmegen
nooit terugkeren.
„Of dat erg is? Dat is een
waarde-oordeel. Als je zegt
dat je doelstelling is om de eco
logische waarde te herstellen dan
is dat maar zeer ten dele gelukt.
Voor de inheemse soorten is het fu
nest. Vissen die op de rode lijst (be
dreigde diersoorten) voorkomen, zijn
nauwelijks te redden. Zoals de kwab
aal, onze enige zoetwaterkabeljauw
in de Rijn."
In 2007 leidde Van der Vel
de de vijftiende interna
tionale conferentie over
exoten. Het had onder an
dere tot gevolg dat het minis
terie van LNV een exotendienst
heeft ingesteld. „Die kan alert reage
ren op ongewenste ontwikkelingen.
Waterschappen reageerden pas vijf
jaar nadat de grote waternavel her en
der opdook. Stel dat nu een gewas er
gens gaat woekeren dat flink schade
kan aanrichten, dan kan de exoten
dienst snel ingrijpen."
Meer dan dit soort symptoombestrij
ding kan de dienst overigens niet.
Van der Velde maakt zich ook geen il
lusie: „Nee, aan de situatie in de Rijn
kun je niks doen. KEMA heeft bere
kend dat voor 7 miljard euro alle elek
triciteitscentrales en industrieën
langs de Rijn in Duitsland eigen koel
torens kunnen bouwen. Het geloosde
koelwater zou dan minder warm zijn,
maar de Rijn zou slechts 1 graad Cel
sius in temperatuur dalen."
Voor Van der Velde en andere weten-
Donderpad
schappers is de Rijn vooral een groot
ecologisch experiment. „Je kunt er
prachtig volgen hoe diverse soorten
met elkaar een gemeenschap vormen
en hoe die zich ontwikkelt. Je ziet
steeds pieken in de invasies."
Van de slijkgarnaal (afkomstig uit de
Zwarte Zee) werden eerst een mil
joen exemplaren per vierkante meter
aangetroffen. Totdat de killervlokreeft
in 1995 vanuit de Donau naar de Rijn
overstak en alles opvrat wat er werd
geserveerd. De Rijnbodem is nog
steeds glibberig van de slijkgarnaal
maar het zijn er nu niet meer dan
tienduizend per vierkante meter. „De
vlokreeften zitten echt overal en vre
ten alles. Dat is ook de reden dat je
de rivierdonderpad vrijwel niet meer
ziet. De eieren van de donderpad
worden door de vlokreeften opgevre
ten."
De Donau- en Zwarte Zee-vissen be
volken steeds meer de Rijn. Er zijn in
middels vijf grondelsoorten - net als
de donderpad een bodemgebonden
vis - gespot. De nieuwste invasie be
treft de quaggamossel, gelijkend op
de driehoeksmossel die in Canada en
de Verenigde Staten miljoenenschade
veroorzaakte. Oorspronkelijk afkom
stig uit twee kleine zijriviertjes van
'Je kunt prachtig volgen
hoe diverse soorten
met elkaar een
gemeenschap vormen'
Houting
de Zwarte Zee tiert de quaggamossel
nu welig in ons land. Ook voor de
energiecentrales kan het beestje verve
lend worden als het bestand blijkt te
gen chloor en hogere watertemperatu
ren.
Is er dan geen enkel succesje uit de
warme maar ook schone Rijn te
melden? Van der Velde: „De houting
is terug. De Duitsers hebben de vis
succesvol uitgezet en er zijn inmid
dels paaigebieden van de vissoort. De
houting is ook terug in het IJssel-
meer."
En de zalm? „Jawel. Die zit ook weer
in de Rijn. Maar alleen omdat de
Duitsers jaarlijks vier miljoen zalmen
in de Rijn uitzetten. Dat is een volle
dig kunstmatig systeem."