concurrenten van Astana
Ten Dam hard onderuit in straten van Barcelona
Garmin
Vrijdag 10 juli 2009 39
Alberto Contador (rechts) houdt zijn ploeggenoot Lance Armstrong (links) nauwlettend in de gaten. Hoe zal de
Amerikaan reageren als Contador vandaag de aanval kiest. foto Nicolas Bouvy/EPA
Alsof hij alleen hier is om zich te
amuseren. Ik vermoed dat het pu
re strategie is."
Niet alleen in het kamp van Cadel
Evans worden de verhoudingen
binnen Astana nauwlettend in de
gaten gehouden. Ook Cervélo-
ploegleider Jean-Paul van Poppel
is razend benieuwd naar de tac
tiek van de blauwgele armada in
1^1 Astana controleert de koers ter-
wijl het nog niet eens de gele
trui heeft. Veel concurrenten kun
nen vandaag niets anders doen
dan de aanval kiezen.
de bergen. „Contador heeft de bes
te papieren, maar hij moet wel op
letten. Armstrong staat voor hem
in het klassement. Het is een onge
schreven wielerwet dat je een
ploegmaat niet mag aanvallen. Als
Armstrong bergop kan volgen,
heeft Contador een probleem",
verwacht Van Poppel.
Van zijn eigen kopman Carlos Sas-
tre, de Tourwinnaar van vorig jaar,
verwacht de voormalige sprinter
geen heldendaden in de Pyrenee
ën. De Spanjaard moet het door
gaans hebben van een sterke slot-
week, maar of hem dat in deze
Tour nog kan redden?
Armstrong doelde onder meer op
Sastre toen hij na de ploegentijdrit
een aantal favorieten afschreef
voor de eindzege. „Misschien
heeft Lance gelijk", oordeelt Van
Poppel. „Een minuut maak je in
het huidige wielrennen niet meer
snel goed." Een coalitie tegen Asta
na lijkt Mark Sergeant een goed
idee. In de praktijk zal er echter
niks van in huis komen, zo vreest
de teammanager van Silence-Lot-
to. „Als puntje bij paaltje komt,
rijdt iedereen toch voor zichzelf"
Toch willen Van Poppel en Ser
geant nog niet berusten in een een
zijdige Tour. Als argumenten ont
breken om de overmacht van Asta
na te ontrafelen, is er nog altijd
een aloud wielerdiché dat de
hoop levend houdt.
„We laten de schouders nog niet
hangen. De Tour duurt drie we
ken. Er kan dus nog veel gebeu
ren", aldus Van Poppel.
Joost Posthuma noemt
tweede plaats van Freire
goed voor de moraal.
BARCELONA - Laurens ten Dam
kwam gisteren in de slotfase van
de zesde etappe van de Ronde van
Frankrijk hard. ten val. In de glad
de straten van Barcelona gleed de
Nederlander van de Rabobank-
ploeg in het peloton met een aan
tal collega's onderuit. „Ik rem en
ik lig", constateerde Ten Dam na
de finish.
Hij kwam hard terecht op zijn
stuitje. „Erg jammer, dit. Ik zat in
het wiel van Denis Mentsjov, ik
probeerde bij hem in de buurt te
blijven." Ten Dam was wel blij dat
het zijn kopman niet was overko
men: „Beter ik dan Denis. Maar
vantevoren stel je je hier wat an-
ders van voor. We beginnen nu
aan de Pyreneeën en ik sta al op
tien minuten. Het is niet ideaal
om de dag ervoor hard te vallen."
Zijn ploeggenoot Joost Posthuma
bleef wel overeind, maar keek af
en toe vol verbazing om zich
heen. „Het was spek- en spek
glad", zei Posthuma. „Het verbaas
de me nog dat het zo lang duurde,
maar toen we eenmaal Barcelona
binnenkwamen was het: Blij dat
ik glij." Hij zorgde er met een paar
ploeggenoten voor dat de koplo
pers niet te veel voorsprong kre
gen en dat ze uiteindelijk allemaal
werden bijgehaald. Dat Oscar Frei
re in de sprint als tweede eindigde
noemde Posthuma goed voor de
moraal. „Dat belooft nog wat voor Met een kapotte broek bereikt Laurens ten Dam de finish. In de laatste kilo-
de tweede week." meters van de zesde etappe kwam hij ten val. foto Koen van Weel
AL
door Mart Smeets
Het komt wel eens voor
dat je een hotel deelt
met een van de wieler
ploegen in de Tour. Dat
zijn over het algemeen hachelijke
ondernemingen. Hotels waar ren
ners verblijven, veranderen in een
kleine dierentuin. Een behoorlijke
parkeerplaats is niet te vinden, om
dat alle bussen en ploegleiderswa
gens in de weg staan.
Hotelpersoneel heeft geen enkele
aandacht voor je, want renners
gaan altijd voor. En lobby, bar en
restaurant zijn veranderd in la
waaiige speeltuinen waar fans met
fototoestellen rondrennen en waar
een soort wetteloosheid heerst die
je alleen tijdens de Tour tegen
komt. Het is Franse chaos ver
mengd met nerveus gedrag van
fans, giebelend vrouwelijk hotelper
soneel en haantjesgedrag van de
renners.
De afgelopen dagen zat ik twee
maal bij de manschappen van Gar
min ingekwartierd en merkte toen
ineens en verrassenderwijs dat de
ze Engels sprekende renners een
andere cultuur in de Tourhotels
binnenbrachten dan dat ik gewend
was. De hele organisatie van Gar
min wil een uitstraling hebben
van nieuw, fris, 'groen' misschien
ook wel, gezond en losjes georgani
seerd. Dat lukt goed, moet ik eer
lijkheidshalve zeggen; deze ploeg
heeft de uitstraling van een onbe
spoten groentestal.
Al hun mensen hebben een uitstra
ling van 'heerlijk dat we hier zijn'
en die schijnbare blijheid doet wel
dadig aan. Je hoort Engels, Ameri
kaans en Australisch door elkaar;
het bindmiddel is niet de taal,
maar eerder de fiets.
Ik stond met de vrouwelijke ploeg-
arts in de lift. Vol enthousiasme
vertelde ze me dat ze bij de recep
tie een internetlijn had aange
vraagd en dat ze nu voor een klein
cameraatje ging zitten chatten met
haar kinderen in de USA. Ze vertel
de me dat de ontvangst in Frank
rijk over het algemeen luizig was.
Ik vroeg haar: „En hoe gaat het
met U?" Ze bloosde, ze geloofde ei
genlijk niet dat ze ooit nog eens in
dit vreemde circus had kunnen
werken. Ze genoot van ieder mo
ment. Van de chaos, van de on
vriendelijke obers in de onvrien
delijke hotels waar service tot een
slordige accolade was verworden.
Ze hoopte dat haar rijders het goed
zouden doen.
Toen ze de lift uitstapte zei ze: „Ho
pe you have a great day." Dat laat
ste raakte me.
Dat word je nauwelijks ergens toe
gewenst in deze wildernis. Wij, de
barbaren van het oude continent,
zeggen zoiets nooit tegen elkaar.
Wij zijn te vaak het Noorden
kwijt.
Gisteren kwam David Millar solo
aan de leiding te rijden. Ik werd on
gedacht partijdig.