En de robot... hij plo
12 Vrijdag 10 juli 2009
Robots kunnen het werk
van de boer voor een
groot deel overnemen.
Aan de Wageningen
Universiteit waren deze
week honderden
deskundigen en
beleidsmakers
bijeen om over
'precisielandbouw' te
praten. Robots lopen
niet langer op
kinderschoenen, maar
grootschalige toepassing
is nog ver weg.
door Joep Trommelen
foto 1
De Deense sproeirobot rijdt keurig
tussen de maïs door, maar weigert
te sproeien. foto Herman Stöver
foto 2
De Helios, waarmee de Technische
Universitat Braunschweig deze week
het Field Robot Event won. foto ANP
foto 3
Wageningen Universiteit demonstreert
een zelfontwikkelde schoffelrobot in
een maïsveld. foto Herman Stöver
procent), terwijl de landbouw maar
liefst to procent van het Nederlandse
bruto nationaal product voor zijn reke
ning neemt.
„De agro-sector is arbeidsintensief Als
steeds minder mensen het werk wil
len doen, hebben we een probleem",
zegt Van Henten. „Robots kunnen een
deel van dat werk gaan doen."
Maar robots kunnen ook veel verstan
diger omgaan met kunstmest, bestrij
dingsmiddelen en water. Sproeien,
plukken en strooien waar het echt no
dig is, aangestuurd door sensoren. Er
zijn zelfs al technieken in ontwikke
ling om ziekten op te sporen. Van Hen
ten: „Ook bij het reduceren van emis
sies is precisielandbouw nodig."
De schaalvergroting in de landbouw
gaat gepaard met steeds grotere machi
nes in het veld. Dat leidt bijvoorbeeld
tot bodemverdichting. „Maar we wil
len het liefst richting individuele plant-
behandeling, iedere plant precies ge
ven wat 'ie nodig heeft. In de toe
komst zouden die grote machines best
eens plaats kunnen maken voor zwer
men kleintjes."
Hij wil eerst niet star
ten, de robot van de
Universiteit Wage
ningen. Dan, nadat
een van de vier wie
len eerst nog twee
maïsplantjes plet,
vindt hij zijn weg tussen de rijen maïs.
De schoffel doet zijn werk. Geen mens
komt er aan te pas; wel een cameraatje
op de neus, een laptop en twee rada
rachtige schoteltjes. Aan het eind
draait de robot vanzelf om en pakt de
volgende rij.
Op het veld ernaast rijdt een Deense
sproeirobot. Maar op het moment dat
de sproeier moet gaan werken, laat 'ie
het afweten. „I'm sorry, the demonstra
tion can not go on", stamelt de delega
tieleider. Alle begin is moeilijk.
Robotisering in de landbouw gaat al
veel verder dan de al breed ingevoerde
melkrobot en de automatische voeder-
machihe in de koeienstal. Wageningen
Universiteit was drie dagen lang het to
neel van de Joint International Agricul
tural Conference, waar 450 deelne
mers uit de hele wereld praatten over
precisielandbouw en robotisering.
Diverse onderzoeksgroepen van het
European FutureFarm Project lieten er
hun robots rijden en vijftien studen
tenteams uit zes landen bonden in het
Field Robot Event de strijd aan met zelf
gebouwde robots van het formaat
schoenendoos; wie het fraaist tussen
de maïs doorreed en de meeste groene
golfballetjes (onkruid!) ontdekte, won.
Nog tien, twintig jaar. Dan is een ro
bot op het land heel gewoon, schat
professor Eldert van Henten, hoogle
raar agrarische bedrijfstechnologie in
Wageningen. In de glastuinbouw wer
ken nu al veel robots. Daar is het mak
kelijker dan op de akkers buiten omdat
de planten er onder veel beter gecon
troleerde omstandigheden groeien; al
tijd hetzelfde weer, een mooie egale
ondergrond. „Het lijkt daar op een in
dustrieel proces en in de industrie zijn
robots al gemeengoed", zegt de Britse
professor Simon Blackmore, behalve
hoogleraar ook verbonden aan het Eu
ropean FutureFarm Project.
Robots worden steeds slimmer. De
melkrobot is al niets bijzonders meer.
Maar in Wageningen is nu een melkro
bot met tank op rupsbanden ontwik
keld die bedoeld is voor koeien die
'vrij' door natuurgebieden scharrelen.
Die tank rijdt achter de koeien aan en
gaat vol melk terug naar de boerderij.
De ontwikkelingen gaan snel, zo bleek
in Wageningen. „En ik geloof dat dit
nog maar het begin is", zegt Blackmo
re.
Robots zijn pure noodzaak, legt Van
Henten uit. De vraag van de industrie
naar voedsel, veevoer en grondstoffen
uit de landbouw groeit enorm. Steeds
minder mensen werken in de agrari
sche sector (in Nederland nog maar 3