Japan op kaart 'Je voelt jezelf schuldig omdat je je werk voor de ploeg niet hebt kunnen doen' Van km tot km 26 Dinsdag 7 juli 2009 Drie Nederlanders ondervonden al eens de pijn van ploegentijdrit. door Patrick Delait LA GRANDE MOTTE - Voor de zwak ke schakels in het peloton is de ploegentijdrit die vandaag in Montpellier wordt verreden een kwelling. Ook vandaag zullen er in Tour de France kleine én grote dra ma's worden geschreven. Drie Ne derlanders ondervonden de pijn van de ploegentijdrit al eens aan den lijve. De verhalen van ]ac van der Poel, Bert Pronk en Peter Win- JAC VAN DER POEL Over het meedogenloze karakter van de ploegentijdrit kan Jac van der Poel een tragedie schrijven. Vraag de jongere broer van Adrie van der Poel wat er gebeurde op donderdag 2 juli 1987 en hij trekt nog altijd wit weg. Daags na de proloog in Berlijn - gewonnen door Jelle Nijdam - krijgt het pelo ton na een korte ochtendrit door de Duitse hoofdstad ook nog een ploegentijdrit van 40 kilometer voorgeschoteld. Met kopman Didi Thurau, die voor eigen publiek rijdt, aast de Belgische Roland-ploeg van Van der Poel op de gele trui. Opge zweept door het Duitse publiek trekt Thurau vanaf het begin zo hard aan het koord dat het touw tje knapt bij Van der Poel. „De eer ste zeven kilometer gingen vals plat omhoog. Ik probeerde mijn beurten op kop te doen, maar ik heb me daarbij volledig opgebla zen. Van tevoren hadden we afge sproken dat er op niemand zou worden gewacht. Toen ik moest lossen, wist ik dat ik het in mijn eentje moest zien te redden. Dat is me helaas niet gelukt", zegt Van der Poel. De Brabander is al lang gemas seerd als zijn ploegleider het slech te nieuws komt melden. Thurau grijpt niet alleen naast het geel, de winnende tijd van de Italiaanse Carrera-ploeg is zo scherp dat Van der Poel de tijdslimiet met twintig seconden overschrijdt. Na twee da gen mag de Tourdebutant al naar De Tl Raleigh-trein van Post in actie. Voorop Bert Oosterbosch, in zijn kiel zog Jan Raas, Johan van der Velde, Leo van Vliet, Cees Priem, Bert Pronk, Joop Zoetemelk, Paul Wellens en Henk Lubberding. foto NOS huis. „Het was een drama dat ik niet had zien aankomen. Het was mijn eerste grote ploegentijdrit. Ik had geen idee wat ik moest ver wachten. In onze tijd werd voor de etappe een opstelling gemaakt zodat we wisten wie achter wie moest rijden. Maar daar bleef het 'Toen ik moest lossen, wist ik dat ik het in mijn eentje moest zien te redden' bij. Nu bereiden de meeste ploe gen zich minutieus voor op de ploegentijdrit", zegt Van der Poel. BERT PRONK In 1980 kent de trein van TI-Ra- leigh geen genade met Bert Pronk. In de tijdrit van Frankfort naar Wiesbaden kan de klimmer het tempo van Gerrie Knetemann 8c co niet volgen. Net als Van der Poel moet ook Pronk al na twee da gen weer naar huis. PETER WINNEN „Door je eigen team eraf worden gereden, is voor een renner een van de grootste vernederingen. Je voelt jezelf schuldig omdat je je werk voor de ploeg niet hebt kun nen doen", zegt Peter Winnen. Dat ondervindt de voormalige klimmer in de Tour van 1983. Win nen herinnert zich de 100 kilome ter lange ploegentijdrit van Sois- sons naar Fontaine-au-Pire nu nog als één lange lijdensweg. Ti-Raleigh, jarenlang oppermach tig in deze discipline, heeft al vier renners verloren als ook Winnen dreigt te bezwijken onder het moordende tempo van Jan Raas en Bert Oosterbosch. Omdat de tijd van de vijfde renner telt, kan TI-Raleigh het zich echter niet ver oorloven om de Limburger over boord te kieperen. „Normaal kon ik me redelijk handhaven in de ploegentijdrit, maar toen had ik een verschrikkelijke dag. De ploeg moest zelfs twee keer op me wach ten. Uiteindelijk ben ik die Tour nog derde geworden, maar van die ploegentijdrit heb ik toch een poos moeten herstellen", aldus Winnen. Hoewel de afstanden door de ja ren heen zijn ingekort, is de essen tie van de ploegentijdrit volgens Winnen nog altijd dezelfde. „In een ploegentijdrit moet elke ren ner met de billen bloot. Het is daarom een discipline waar ieder een tegen opkijkt. Coureurs heb ben op zo'n dag vooral schrik voor elkaar. Je kunt je ploegmaats in zo'n tijdrit veel pijn doen." Land van rijzende zon kan al twee plaatsen in top tien bijschrijven. door Patrick Delait LA GRANDE MOTTE - Nog nooit eer der reden er twee Japanners mee in de Tour de France. Met Yukia Arashiro (Bouygues Telecom) en Fumiyuki Beppu (Skil-Shimano) heeft de Japanse pers goud in han den. Het is een gekkenhuis als de team bus van Bouygues Telecom zich meldt bij de Vieux Port in Marseil le voor de start van de derde etap- pe. Cameraploegen, journalisten en fotografen: allemaal troepen ze samen rond teammanager Jean-René Bernaudeau en alle maal hebben ze dezelfde vraag. Wie in godsnaam is Yukiya Arashi ro, de Japanner die zondag in Brignoles zo verrassend naar de vijfde plek sprintte achter de ono verwinnelijke Mark Cavendish? Bernaudeau zou graag het ant woord geven, maar ook hij weet nog lang niet welk vlees hij in de kuip heeft. „Wij weten nog niet hoever de mogelijkheden van Aras hiro reiken. Ik ben blij dat hij be wezen heeft dat hij niet aan de Tour mag meedoen omdat hij een Japanner is. Yukiya is geen marke tingproduct, maar een goede ren ner", zegt Bernaudeau. De woorden van de Fransman klinken de vijftien Japanse journa listen in de Tour als muziek in de oren. Met Arashiro en diens land genoot Fumiyuki Beppu hebben ze goud in handen. Nog nooit eer der reden er twee Japanners in de Tour de France. Voorgangers Kisso Kawamuro (1926 en 1927) en Daisu- ke Imanaka (1996) wekten in het land van de rijzende zon nauwe lijks belangstelling. Ook al omdat ze ver voor Parijs hun koffers moesten pakken. Dan pakken Arashiro en Beppu het een stuk voortvarender aan. Na de vijfde plek van Arashiro werd de Japanse enclave gisteren in La Grande-Motte opnieuw op H haar wenken bediend met een achtste positie van Beppu. De op vallende prestaties van de twee Ja panners zal de aandacht voor de Tour in Japan alleen maar doen toenemen, verwacht Hisafomi Imanishi, de Japanse (ook al) assis tent-ploegleider bij Skil-Shimano. Imanishi: „Wegwielrennen is in Ja pan nog een kleine sport. In de wielerwereld kent iedereen Arashi ro en Beppu, maar bij het grote pu- -bliek zijn ze onbekend. Ik hoop gj dat de Tour daar verandering in zal brengen. Beppu en Arashiro kunnen een voorbeeld worden voor de Japanse jeugd", hoopt Ima nishi. De ploegleider kwam in 2005 bij I Skil als begeleider van een aantal Aziatische talenten die door spon sor Shimano in Europa werden ge stald. Dat geen van hen een door braak kon forceren, was voor Ima nishi geen verjassing. „Het niveau in Europa ligt een stuk hoger. Azia tische renners die naar hier ko men, kampen daardoor met een enorme achterstand. Alleen de ech te talenten kunnen zich waarma ken. Door het drukke verkeer wordt er in Japan weinig op de g| weg gefietst. We hebben de Japan Cup en de Tour de Hokkaido. Dat r zijn de enige echte grote wedstrij den." Het is wellicht de reden waarom Arashiro pas op zijn achttiende be- H gon met fietsen. Na zijn studie trok de sensatie van Bouygues Tele com naar Normandië om het vak te leren. Vier jaar later was hij al kampioen van- zijn land. In 2008 zette hij zichzelf in de etalage met een etappezege in de Ronde van Limousin. Waar dit sprookje ein digt? Bernaudeau: „Het is belang rijk dat Arashiro met beide benen op de grond blijft. Hij heeft zijn hoofddoel pas bereikt als hij aan komt op de Champs Elysées." De Japanners Yukia Arashiro (Bouygues Telecom) en Fumiyuki Beppu (Skil-Shimano) rijden niet voor spek en bonen mee in de Tour de France. 1 km: De Fransen Dumoulin en Bouet springen direct weg uit het peloton. Ze krijgen even later gezel schap van Koen de Kort en de Spanjaard Perez Moreno. 48,5 km: ie tussensprint: 1. Bouet, 2. Dumoulin, 3. De Kort. Voor sprong viertal ruim 11 minuten. 90,5: 2e tussensprint: 1. Dumoulin, 2. Bouet, 3. Perez Moreno. Voor sprong op peloton 12.30 minuten. 118,5: 3e tussensprint: 1. Perez Mo reno, 2. Bouet, 3. Dumoulin. Voor sprong slinkt tot 6.20. 166 km: Het peloton breekt door de wind in stukken. Cancellara en Armstrong ziten in eerste groep, de andere favorieten ontbreken. 169 km: De vier koplopers worden ingelopen door het voorste deel van het peloton. 196,5 km: De Brit Mark Cavendish wint in de sprint de derde etappe. De Noor Thor Hushovd wordt tweede, voor Cyril Lemoine uit Frankrijk.Het peloton finisht op 41 seconden. UITSLAGEN DERDE ETAPPE Marseille - La Grande-Motte: 1. Cavendish (GBr/COL) 196,5 km in 5.01.24 2. Hushovd (Noo/CER) 3. Lemoine (Fra/SKS) 4. Dumoulin (Fra/COF) 5. Pineau (Fra/QST) 6. Cancellara (Zwi/SAX) 7. Wegmann (Dui/MIL) 8. Beppu (Jap/SKS) 9. Bouet (Fra/AGR) 10. Gerdemann (Dui/MIL) 11. Popovitsj (Oek/AST), 12. Hupond (Fra/SKS), 13. Ruben Perez (Spa/EUS), 14. Augé (Fra/COF), 15. Martin (Dui/COL), 16. Renshaw (Aus/COL), 17. Hincapie (VSt/COL), 18. Kirchen (Lux/COL), 19. Armstrong (VSt/AST), 20. De Kort (Ned/SKS), 21. Mon- fort (Bel/COL), 22 Kern (Fra/COF), 23. Gesch- ke (Dui/SKS), 24. Zubeldia (Spa/AST), 25. Ro gers (Aus/COL), 26. Roulston (NZI/CER) 0.11, 27. Hivert (Fra/SKS), 28. Romain Feillu (Fra/AGR) 0.40, 29. Dessel (Fra/AG2 0.41, 30. Van Hummel (Ned/SKS), 31. Rojas (Spa/CAI), 32 Evans (Aus/SIL), 33. Nicki Sorensen (Den/SAX), 34. Mondory (Fra/AG2), 35. Wig gins (GBr/GAR), 36. Knees (Dui/MIL), 37. Cio- lek (Dui/MIL), 38. Velits (Slw/MIL), 39. Eisel (Oos/COL), 40. Pasamontes (Spa/CAI), 41. Van- de Velde (VSt/GAR), 42. Hoetarovitsj (WRu/FDJ), 43. Koldo Fernandez (Spa/EUS), 44. Frank Schleck (Lux/SAX), 45. Astarloza (Spa/EUS), 46 Coyot (Fra/CAI), 47. Fröhlinger (Dui/MIL), 48. Pozzato (Ita/KAT), 49. Contador (Spa/AST), 50. Geslin (Fra/FDJ), 51. Troesov (Rus/KAT), 52. Mentsjov (Rus/RAB), 53. Vaug- renard (Fra/FDJ), 54. Andy Schleck (Lux/SAX), 55. Devolder (Bel/QST), 56. Karpets (Rus/KAT), 57. Sylvain Chavanel (Fra/QST), 58. Arashiro (Jap/BOU), 59. Roy (Fra/FDJ), 60. Casar (Fra/FDJ), 61. Barredo (Spa/QSTj, 62. Bonnet (Fra/BOU), 63. Farrar (VSt/GAR), 64. Ivan Gu tierrez (Spa/CAI), 65. Furlan (Ita/LAM), 66. Ar- vesen (Noo/SAX), 67. Costa (Por/CAI), 68. Kreuziger (Tsj/LIQ), 69. Ballan (Ita/LAM), 70. Voigt (Dui/SAX), 71. Boonen (Bel/QST) 72. De Jongh (Ned/QST), 73. Martinez (Spa/EUS), 74. Fothen (Dui/MIL), 75. Roche (ler/AG2), 76. O'Grady (Aus/SAX), 77. Pichot (Fra/BOU), 78. Nibali (Ita/LIQ), 79. Lequatre (Fra/AGR), 80. Pel- lizotti (Ita/LIQ), 81. Pauriol (Fra/COF), 82. Koetsjinski (WRu/LIQ), 83. Bennati (Ita/LIQ), 84. Freire (Spa/RAB), 85. Van den Broeck (Bel/SIL), 86. Sabatini (Ita/LIQ), 87. Lancaster (Aus/CER), 88. Leipheimer (VSt/AST), 89. Du- que (Col/COF), 90. Vandborg (Den/LIQ), 91. Haussier (Dui/CER), 92. Larsson (Zwe/SAX), 93. Klöden (Dui/AST), 94. Sastre (Spa/CER), 95. Klier (Dui/CER), 96. Hesjedal (Can/GAR), 97. Tossato (Ita/QST), 98. Pereiro (Spa/CAlj, 99. Luis-Leon Sanchez (Spa/CAI), 100. Bruseghin (Ita/LAM), 101. Rosseler (Bel/QST), 102. No- centini (lta/AG2), 103. Haddou (Fra/BOU), 104. Le Mével (Fra/FDJ), 105. Goubert (Fra/AG2), 106. Goubert (Spa/AGR), 107. Arrieta (Spa/AG2 108. Gesink (Ned/RAB), 109. Rast (Zwi/AST), 110. Vandenbergh (Bel/KAT), 111. Millar (GBr/GAR), 112. Fédrigo (Fra/BOU), 113. Spilak (Slv/LAM), 114. Delage (Fra/SIL), 115. Ivanov (Rus/KAT), 116. Loosli (Zwi/LAM), 117. Efimkin (Rus/AG2), 118. Le Lay (Fra/AGR), 119. Lefèvre (Fra/BOU), 120. Garate (Spa/RAB), 121. Uran (Col/CAI), 122. Oroz (Spa/EUS), 123. Rooijakkers (Ned/SKS), 124. Dupont (Fra/AG2), 125. Txurruka (Spa/EUS), 126. Niermann (Dui/RAB), 127. Grabsch (Dui/COL), 128. Botsjarov (Rus/KAT), 129. Gon- zalo (Spa/CER), 130. Anton (Spa/EUS), 131. Vanotti (Ita/LIQ), 132. Verdugo (Spa/EUS), 133. Flecha (Spa/RAB), 134. Ten Dam (Ned/RAB), 135. Posthuma (Ned/RAB), 136. Dean (NZe/GAR), 137. Terpstra (Ned/MIL), 138. Willems (Bel/LIQ), 139. Voeckler (Fra/BOU), 140. Zabriskie (VSt/GAR), 141. Hor- rach (Spa/KAT), 142. Van Avermaet (Bel/SIL), 143. Ignatsjev (Rus/KAT), 144. Paulinho (Por/AST), 145. Napolitano (Ita/KAT) 0.56, 146. Moreau (Fra/AGR) 1.20, 147. Joly (Fra/FDJ), 148. Moncoutié (Fra/COF), 149. Sapa (Pol/LAM), 150. Arroyo (Spa/CAI), 151. Santam- brogio (Ita/LAM), 152. Rolland (Fra/BOU), 153. Chris Anker Sorensen (Den/SAX), 154. Trofi- mov (Rus/BOU), 155. Calzati (Fra/AGR), 156. Vogondy (Fra/AGR), 157. Clement (Ned/RAB), 158. Brice Feillu (Fra/AGR), 159. Coppel (Fra/FDJ), 160. Bingen Fernandez (Spa/COF), 161. Goestov (Oek/CER), 162. Cue- sta (Spa/CER), 163. Veikkanen (Fin/FDJ), 164. Moinard (Fra/COF), 165. Vansummeren (Bel/SIL), 166. Lang (Dui/SIL), 167. Riblon (Fra/AG2), 168. Minard (Fra/COF), 169. Lloyd (Aus/SIL), 170. Bandiera (Ita/LAM), 171. Wro- lich (Oos/MIL) 1.40, 172. Scheirlinckx (Bel/SIL) 3.25, 173. Timmer (Ned/SKS) 3.48, 174. Maaskant (Ned/GAR) 4.25, 175. Pate (VSt/GAR), 176. Wegelius (GBr/SIL), 177. Righi (Ita/LAM), 178. Alan Perez (Spa/EUS) 13.49, 179. en laatste: Moeravjev (Kaz/AST). MIDDELLANDSE Marseille 25km ZEE hoogteverschil en moeilijkheidsgraad Calissanne Vayède X-Paradou E ANPIhmn ANP/ASO

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 70