Blogger Zhang de heilsoldaat van Peking spectrum 32 Blijvend applaus Zaterdag 4 juli 2009 STANDPLAATS door Ad Bloemendaal Het gebeurde ergens halverwege Tel Aviv en Amsterdam. Terwijl de Nederlandse passagiers van het El Al-vliegtuig rustig door babbelden, zetten de Israëlische als één man de koptelefoons op. De beeldscher men boven hun hoofden toonden Dudu Topaz. Hij lag ontspannen op een grasveld, een flesje mineraalwater in de hand. „Ik heb hier niets mee te maken. De politie beschikt over geen enkel bewijs", vertelde hij zijn interviewer. Toen het nieuwsitem was afgelopen, vlogen de meningen van links naar rechts over het gangpad. Dudu bleek weinig vertrouwen in te boezemen. „Hij liegt dat hij barst", vond mijn buur vrouw. I Een week later vloog ik terug naar Tel Aviv. Opnieuw vulde Topaz een groot deel van het nieuws. Met hand boeien aan en op de achterbank van een politieauto maakte hij een min der ontspannen indruk dan een week eerder. Hij had bekend. Thuis keek ik de kranten door. Was het de Israëlische bevolking ontgaan dat er verkiezingen in Iran voor de deur stonden? Dat er een politieke aanvaring dreigde met Washington? Niet helemaal, maar Dudu voerde de boventoon. De dag na zijn bekente nis besteedde het dagblad Yediot Acharonot zelfs op één na alle nieuwspagina's aan de sappige affai re. David Goldenberg, alias Dudu Topaz. Wie in Nederland heeft ooit van hem gehoord? Hier in Israël was hij in de jaren tachtig en negentig de onbetwis te koning van het televisieamusement. Ko mediant, conferencier, satiricus, vertolker van Israëlische typetjes. Maar zijn grote mond ging vaak te snel open en anders bracht zijn opvliegende karakter hem wel in moeilijkheden. Zo omschreef hij in 1981, op een verkiezingsbijeenkomst van de Ar beiderspartij, de aanhang van de rivaliseren de Likoed als tsjachtsjachim, een denigreren de term van Europese Joden voor immi granten uit Arabische landen. Later in zijn carrière vermorzelde Topaz de bril van een vijandige tv-criticus ('maakt niet uit, hij begrijpt toch niet wat hij ziet') en beet hij in een directe uitzending een ac trice in de schouder. Het verhoogde alleen maar zijn populariteit en het bedrag op zijn bankrekening, vooral nadat Israël com merciële televisie kreeg. Dat veranderde op slag toen na de eeuw wisseling realityshows de traditionele amu sementsprogramma's verdrongen. Topaz werd afgeserveerd. Hij voelde zich mis kend. De televisiebonzen weigerden te be grijpen dat het volk alleen hem wilde. Ze stuurden zijn ideeën voor nieuwe program ma's retour en zijn telefoontjes naar produ centen bleven onbeantwoord. Toen was er alleen nog de zucht naar wraak. Hij liet privédetectives de gangen nagaan van iedereen die hem had afgewe zen. In november kreeg de baas van Ka- naal-2 een pak rammel van door Topaz in gehuurde criminelen, terwijl de afgewezen artiest vanachter een bosje toekeek. Een paar maanden later was zijn voormalige im presario aan de beurt. In mei belandde een vrouwelijk baas van Kanaal-2 na een pak slaag in het ziekenhuis. Zij was het die de gouden tip gaf. De politie vond bij Topaz thuis een lijst met namen. De hoofdredac teur van een dagblad die Topaz' columns niet bliefde, zou het volgende slachtoffer zijn geweest. De Topaz realitysoap is nog lang niet toe aan het laatste bedrijf. Tijdens zijn voorar rest heeft de tragische komediant gepro beerd zelfmoord te plegen, waarna Ka naal-2 een dramatische afscheidsbrief voor zijn nabestaanden uitgebreid in beeld bracht. Topaz speelt de rol van zijn leven. Zhang Shihe stuitte ooit, vlak achter het Plein van de Hemelse Vrede in Peking, op een groepje daklozen. Ze leefden van het verzamelen van plastic flesjes die de toeristen achterlieten. Via zijn weblog zamelt Zhang nu geld in voor deze verschoppelingen. Het stroomt binnen. door Remko Tanis foto's Frans Schellekens Wang Yun Hai is een halfjaar ge leden verhuisd van een karton nen doos naar een betonnen schuur. „Volg mij!", roept hij, terwijl hij met zijn bakfiets de Kleine Zuidstraat in Daxing op fietst, op weg naar zijn woning. Daxing is een voorstad van Peking, een klein uur rijden van het centrum. Je vergeet er dat je in de buurt bent van de Chinese hoofdstad vol eeuwen oude tempels en paleizen. Het stadje is een verza meling stoffige asfaltwegen, vergeven van de brom mertaxi's. Wang (47) stuurt zijn bakfiets een zandweggetje op. De bak rammelt over de kuilen. Aan het eind stapt hij af en loopt hij naar zijn huis. Bij elke stap die hij zet, klinkt het getik van zijn houten been. Als kind verloor hij zijn rechteronderbeen bij een verkeersongeluk. Hij haalt het hangslot van de voordeur en gooit die open: „Welkom!" Een ruimte van 8 vierkante meter. Tegen de ene muur Wangs bed, tegen een andere een bruine kast en een stoel. Er tegenover verstoft een oude Changhong-tv op een laag kastje, met ernaast een ventilator en een tafeltje met een kookplaat. Op de grond staat een steelpan met snijbonen. Zoals de meeste Chinezen bezit Wang een pakje peuken en een gsm. Maar in zijn geval is dat het dan ook. „Al les wat je hier ziet, heb ik van andere mensen ge kregen", zegt Wang. „De huur wordt ook betaald." Wang zit hier omdat hij en zijn kartonnen doos Pe king zijn uitgejaagd. Ruim twee jaar geleden ver liet hij zijn familie in Hebei, de provincie die Pe king omsluit. Voor iemand met zijn handicap viel daar geen droog brood te verdienen. „Op het land werken, kan ik niet met mijn been", zegt hij, ter wijl hij z'n rechterbroekspijp oprolt. „Af en toe had ik een baantje als bewaker van een fruitboerde- rij, maar meestal was er nergens werk." Om zijn drie dochters te onderhouden, trok Wang in 2007 naar Peking. Daar zat ook niemand te wachten op een verminkte migrant. „Ik ging plas tic flesjes rapen van toeristen op het Plein van de Hemelse Vrede en uit prullenbakken. Soms ver kocht ik de toeristen Chinese vlaggetjes of platte gronden van de stad." Daarmee schraapte Wang zo'n 8 yuan, 80 eurocent, per dag bijeen. Te weinig om van te leven. „Met andere daklozen sliep ik pal achter het Plein van de Hemelse Vrede. Achter een muurtje lagen we op 5 vierkante meter, in niet meer dan oude dozen. Het verdiende geld begroe ven we in de grond, waar het soms werd gejat door de ratten." Juist omdat ze zo dicht bij het hart van de stad za- Zang Shihe zamelt via zijn weblog geld in.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 140