met hart
voor
de
natuur
29 spectrum
Zaterdag 4 juli 2009
merlid, was er. Maar het werd me duide
lijk dat het politieke bedrijf niks voor mij
was. Daar ben ik veel te ongeduldig voor
en ik hou niet van het gekonkel, dat er ken
nelijk bij hoort. Dus die knoop heb ik snel
doorgehakt. Het kostte me weinig moeite
om te stoppen in de Staten toen ik terug
ging naar de krant.
Je werd later Statenverslaggever. Was dat
niet moeilijk als oud-Statenlid?
Nee. Ik heb wel eens horen fluisteren dat
er briefjes naar de hoofdredacteur waren
gestuurd, waarin werd geklaagd dat ik de
PvdA te veel aandacht gaf. Maar dat was
niet zo. Ik schreef vaak extra kritisch over
de PvdA om toch maar objectief over te ko
men. Ik heb van mijn hoofdredacteur ook
nooit commentaar gekregen wegens eenzij
dige berichtgeving.
Ie bent wel erg positief over de hoofdredactie.
Was er echt zoveel journalistieke ruimte?
Toen ik er kwam werken was het een volg
zame krant, die aanschurkte tegen het esta
blishment. Gommert de Kok maakte uit
wat goed was voor Zeeland en dat was het
uitgangspunt voor het redactiebeleid. Za
ken die hij niet goed vond voor Zeeland
kregen geen of minimale aandacht.
Anderzijds kon De Kok je naar zijn vriend
Van der Have, van het koninklijke zaad-
en kweekbedrijf in Kapelle sturen voor
een artikel. En of er nou nieuws in zat of
niet, dat móest op de voorpagina. En als
meneer Van der Have het niet goed vond,
dan kreeg je dat te horen van De Kok.
Ik was eens bij een raadsvergadering van
Middenschouwen, waar burgemeester
Francke na afloop een tekening op tafel leg
de van een bestemmingsplan. Ik liep et-
heen om die kaart te bekijken, want ja, je
bent journalist en je ruikt nieuws. Maar de
burgemeester stuurde me weg en de vol
gende dag werd ik door een woedende De
Kok opgebeld: hoe ik het in m'n hoofd
haalde om me zo onfatsoenlijk te gedra
gen...
Nou, die sfeer veranderde onder zijn op
volgers. Dieleman had de instelling:
'Nieuws is nieuws en dus... in de krant er
mee!' Hij hield nooit zaken uit de krant
omdat hij bang was dat hij problemen met
die of gene uit het Zeeuws establishment
zou krijgen. Dat beleid is nu nog steeds zo.
Rinus is een workaholic. Meer dan
twee weken zomervakantie neemt
hij zelden, dan trekt de krant al
weer. Vandaar dat hij bij zijn afscheid nog
vakantiedagen tegoed heeft tot volgend
voorjaar. In de jaren dat hij chef-nieuws
dienst is en dus niet geacht wordt te schrij
ven, kan hij het toch niet laten en zit hij in
het weekeinde verhalen te schrijven voor
Buitengebied, de bijlage die vanaf 1998 ver
schijnt.
Buitengebied was zo'n beetje jouw krant.
Daar heb je jezelf aardig in uitgeleefd.
Ja, en hij was heel divers, er stonden kriti
sche verhalen in, gezellige verhalen, dia-
lectverhalen, de raadkaart... Het ging niet
alleen over natuur en milieu, maar ook
over cultureel erfgoed en archeologie, kort
om: het ging over het Zeeuwse land. En in
de praktijk kwam het er op neer dat ik
zo'n beetje bepaalde hoe hij werd volge
schreven. Dat heeft me veel bevrediging
gegeven.
Dat Zeeuwse landschap is in jouw tijd wel
erg veranderd...
Ja, ik heb dorpen en steden stukken van
de omgeving zien opslokken, ik heb boer
derijen zien verdwijnen en die vreselijke
damwandschuren zien verrijzen, ik heb ge
zien hoe bescheiden minicampings ge
staag groter werden en ik heb de recreatie
dorpen zien ontstaan, die ik - niet alleen
vanwege de architectuur - helemaal niks
vind.
Je ergert je vooral als je door Zeeland rijdt
Ergeren nee, het is meer berusting. Het ge
voel dat het toch niet is tegen te houden.
Als ik in de krant lees dat de gemeente
Veere nu toch intensieve veehouderij toe
staat, dan realiseer ik me weer dat alles uit
eindelijk ondergeschikt wordt gemaakt
aan het verdienen van geld. Ook het land
schap.
Toch zijn er meer natuurgebieden dan ooit.
Al beslaan die met pijn en moeite vier pro
cent van Zeeland. Maar dat is zeker winst
Tegelijk is de achteruitgang van planten
soorten groot hoor.
Vind jij niet dat er een kentering in denken is
ontstaan
Pakweg twintig jaar geleden was er sprake
van een kentering. Toen werden grote
stukken marginale landbouwgrond aange
wezen als natuurgebied, zoals De Prunje
op Schouwen. Daar gingen de boeren in
mee, want er was op die grond toch niks
te verdienen. Maar dat is voorbij, er is nu
weer een sfeer van 'zo is het mooi ge
weest.' Ook doordat de natuurbeweging
niet altijd even verstandig acteert.
Draagvlak creëren is niet hun grootste zorg.
Men had daar even het idee dat alles kon.
Dus probeerden ze steeds meer binnen te
halen. Zonder rekening te houden met de
vraag hoe het valt in de streek, waar je het
landschap wilt veranderen. En dan zie je
dat de mensen veel mondiger zijn gewor
den en niet alles pikken.
In ingezonden brieven is jou ook verweten al
leen oog voor de natuur te hebben.
Toch liet ik altijd alle partijen aan het
woord en zorgde dat de feiten klopten.
Waar ik moeite mee had is de emotie. Zo
als bij de ontpolderingsdiscussie. Dat de
emotie zo sterk leeft als het om het land
schap gaat, daar heb ik soms misschien te
weinig rekening mee gehouden. Maar ja,
ik was altijd degene die tegen jongere colle
ga's riep: 'Distance! Hou afstand! Jij bent
de journalist met het boekje en het pot
loodje, die aan de zijlijn staat en opschrijft
wat er gebeurt.' Dan heb je misschien min
der aandacht voor emoties.
Hoe typeer je jezelf als journalist?
Ik was een ambachtelijk journalist én ie
mand die voor een onderwerp kon gaan.
Die zich zo breed mogelijk informeerde en
zoveel mogelijk wilde schrijven. Dat je
dan niet altijd 'de stem van het volk' weer
geeft hoort erbij. Ik vind dat je best duide
lijk mag maken waar je voor staat. Je zou
dat bevlogenheid kunnen noemen.
Ik hoor de echo van de jaren '70...
Ik wil niet nostalgisch omzien, maar die ge
drevenheid mis ik wel bij de jongere gene
ratie journalisten. Die zien het toch meer
als een gewoon beroep. Ze vinden het
leuk om te schrijven, maar de onderste
steen... och, die kan daar nog wel even blij
ven liggen.
Wat ga je straks doen? Stilzitten kun je niet.
Is voorzitter van de ZMF niks?
Ik heb al wel een mooie bos bloemen van
ze gekregen met een vriendelijke kaart,
waarin ik wordt bedankt voor mijn inzet
voor natuur en milieu. Maar ik weet niet
of ik me er thuis zou voelen. Al zou ik er
wel een luis in de pels willen zijn. De
vraag is of ze daar bij de ZMF behoefte aan
hebben.