Rinus Antonisse
workaholic
spectrum 28
Zaterdag 4 juli 2009
Meer dan veertig jaar later is
Rinus Antonisse een insti
tuut in de Zeeuwse jour
nalistiek. Hij heeft zich in
'63 door de afwijzing niet
uit het veld laten slaan. Hij pakte meteen
een bijbaantje als correspondent van de
Goese redactie en na zijn militaire dienst
tijd werd hij alsnog journalist bij de krant,
waarvan hij, gedwongen door zijn gezond
heid, nu met tegenzin afscheid neemt.
„Ik durf wel te zeggen dat ik de journalis
tiek altijd als een roeping heb gevoeld",
zegt hij aan het einde van een lang gesprek
met een beschroomd lachje: „Ik wilde
toen al de mensen informeren over de sa
menleving."
Over journalistiek gaat dit afscheidsinter-
view dus, over de positie van een journa
list bij een regionale krant die zich enga
geerde met een politieke partij en met een
beweging. Maar vooral over het Zeeuwse
land en hoe dat veranderde. Hij volgde
veel ontwikkelingen van dichtbij en met
grote intensiteit. Nu hij terugkijkt kan hij
maar moeilijk optimistisch zijn. Al geniet
hij nog wel. Bijvoorbeeld op zijn lievelings
plekje, het Goese Sas.
„Daar kwam ik als kind al. Je hebt daar aan
de ene kant van de dijk zo'n mooi inlaagje
en aan de andere kant die prachtige Ooster-
schelde met in de verte een stukje Zeeland-
brug, de kust van Schouwen en Tholen.
Langs de dijk wat restanten van vroegere
mosselpercelen, een paar staken... En dan
die wolkenluchten erboven. Dat is voor
mij het summum!"
Je hebt via de bijlage Buitengebied veel
Zeeuwen de ogen geopend voor de natuur.
Waar begon je betrokkenheid?
Dat was tijdens de ruilverkaveling van de
Goese Poel, begin jaren '70. Een verschrik
kelijke kaalslag! Je wist niet wat je zag als
Een jochie van zestien is hij als
hij op de redactie van de PZC
tegenover hoofdredacteur
Gommert de Kok zit. Rinus weet
al jong dat hij journalist wil
worden. En omdat er in 1963 nog
geen School voor de
Journalistiek is, solliciteert hij na
zijn mulo-examen bij de krant,
waar hij op dat moment al voor
werkt, maar dan als bezorger. De
vriendelijke brombeer achter het
enorme bureau drukt hem een
Duits tijdschrift in handen en
vraagt hem een stukje te
vertalen. Hoewel dat redelijk
vlekkeloos gaat, helpt het Rinus
niet aan de begeerde baan. Want
als de hoofdredacteur hoort hoe
oud hij is, geeft hij hem vaderlijk
de raad om later nog maar eens
langs te komen. Aan iemand die
nog geen nachtdienst mag
draaien heeft hij niks.
door Kees Slager
foto's Mechteld Jansen
je daar rondliep. Ik vergeet nooit dat er bij
's Heer Abtskerke een gigantische stapel
lag met verdorde meidoornheggen die uit
het land waren gerukt. Daar werd zó de fik
in gestoken. Grenslindes, die zonder par
don werden gekapt. Het was rücksichtslos
wat daar gebeurde.
De Poel was ooit mijn speelgebied. Daar
ging ik slootje springen, kikkers en sala
manders vangen. Dat landschap van mijn
jeugd zag ik vernield worden. Dat pakt je
natuurlijk. En nét in die tijd begon er een
voorzichtig protest tegen. Dat vond ik be
langrijk. Daar heb ik volop over geschre
ven.
Toen het Coördinatieorgaan voor Natuur-
en Landschapsbescherming (nu de ZMF)
zich in Goes vestigde, heb ik daar ook met
een veel aandacht aan besteed. Chris Kal
den, nu directeur van Staatsbosbeheer,
was de eerste beroepskracht' en het klikte
meteen tussen ons.
En zo werd je een geëngageerde journalist.
Dat ging bijna vanzelf, want er gebeurde
in die jaren veel op dat terrein. Ik weet
nog dat na het besluit om de Oosterschel-
de niet af te dammen, de zeedijken ver
hoogd moesten worden. Nou, dat ging
nogal eens ten koste van de schorren. Daar
protesteerde het Coördinatieorgaan tegen
en dus was het voor mij nieuws.
Heeft de hoofdredactie je nooit teruggefloten
omdat je te eenzijdig schreef?
Nee. Ik heb altijd alle ruimte gekregen om
te schrijven wat ik wou. Misschien ben ik
wel eens een beetje gestuurd zonder dat ik
het in de gaten had. Maar er i's nooit ge
zegd: 'Daar mag je niet over schrijven'.
En de lezers
Ja, die soms wel. Er zijn in 1989 zelfs hand
tekeningen tegen mij verzameld. Toen
speelde de vraag of de Oosterschelde zou
worden aangewezen als beschermd natuur
monument. Daar schreef ik veel over en er
waren toen sportvissers en zeilers, die von
den dat ik te eenzijdig was. Ze verzamel
den een paar honderd handtekeningen en
hebben die aangeboden aan de directie
met het verzoek om Rinus Antonisse niet
meer over de Oosterschelde te laten schrij
ven. Want die schreef alleen maar over de
natuur.
Een actiegroep tegen Rinus Antonisse...
Ja, en weet je waar ik trots op ben? Ik ben
in het archief gedoken en kon met knip
sels de hoofdredactie duidelijk maken, dat
de tegenstanders zelfs iets méér artikelen
hadden gekregen dan de voorstanders.
Want ik heb er altijd voor gezorgd, dat ik
als journalist van een regionale krant ieder
een aan bod liet komen en me niet vereen
zelvigde met een beweging.
Hoe kon het dan, dat ze het wel zo ervoeren?
Ik denk dat in de beleving van mensen die
een bepaalde overtuiging hebben, elk arti
kel wordt uitvergroot dat niet met hun me
ning overeenkomt.
Rinus verdwijnt in 1973 plotseling
bij de krant als hij geen gehoor
vindt voor zijn klacht dat het on
doenlijk is om vanuit Goes met slechts
twee man (zonder auto) de beide Bevelan-
den, Schouwen-Duiveland en Tholen
goed te 'verslaan'. Hij wordt voorlichter bij
de Waterleiding Maatschappij Zeeland en
kort daarna Statenlid voor de PvdA. Het
avontuur duurt amper drie jaar. Dan zegt
hij WMZ én politiek vaarwel en keert te
rug naar zijn oude liefde.
Waarom
Dat voorlichtingswerk bevredigde me niet.
Er gebeurden wel interessante dingen in
die tijd, met de Biesbosch spaarbekkens bij
voorbeeld, maar mijn hart lag toch bij de
dagbladjournalistiek.
En de politiek?
Er waren best wel perspectieven daar en ik
heb ook even gedacht aan een politieke
carrière. Het was duidelijk dat Wim Don
gedeputeerde zou worden, dus de kans dat
ik fractievoorzitter kon worden en daarna
- wie weet - gedeputeerde of Zeeuws Ka-