Meer bekijks dan een Ferrari Citroën koestert haar schatten KLASSIEKER Jean-Pierre Maas en zijn Trabant Kübel COLLECTIE Conservatoire in Parijs herbergt driehonderd automodellen van de laatste negentig jaar Vrijdag 26 juni 2009 5 door Lucas Boot Als er één automerk is dat doet denken aan de tijden van de Koude Oorlog, het communisme en de DDR, dan is het wel Trabant. Want, oer en oerdegelijk, praktisch en goed koop. En de auto was (of leek, al thans) net zo onkreukbaar als het regime. Nou ja, veel kon een Tra bant niet weerstaan, want dankzij de Duroplast onderdelen (geperst katoenvezel met hars) brak de boel bij een botsing gewoon af. Goed, de eerste tweetakt Trabi ver scheen in 1958 op de markt, het type P50. Een jaar eerder werd er een prijsvraag uitgeschreven en het volk mocht de merknaam ver zinnen. Dat werd dus Trabant, wat zoiets betekent als trouwe maat. Trouw is-ie volgens Jean-Pierre Maas uit Vlissingen zeker: „Niet ka pot te krijgen en hij start altijd." Maas rijdt in een Kübel uit 1965, een open versie die voorheen fun geerde als dienstauto voor de Oost-Duitse grenspolitie. In de ja ren tachtig bracht Trabant ook een civiele Kübel uit, de Tramp. „Het is ontzettend leuk om er in te rij den. Als ik er met mijn vriendin mee over de boulevard in Vlissin gen tuf, trekken we veel bekijks. Ik denk zelfs meer dan een Ferrari." Het Trabantvirus sloeg na het spot ten van een type 601 toe. „Toen we er eentje zagen rijden, riep mijn vriendin 'zo'n auto wil ik ook'. Veertien dagen later stond er eentje voor de deur. Tijdens kam- peerweekenden en andere evene menten met onze eerste Trabant, maakten we kennis met de Kü bel." Inmiddels staan er bij de twee Zeeuwen drie Trabantjes in de garage, waarvan er eentje in duizend stukken ligt. „Die wordt opgeknapt." Het is echter de Kü bel die mee gaat naar evenemen ten. „Ik krijg dan altijd veel positie ve reacties. Zeker als ik in het voor malige Oost-Duitsland ben." Daar werden de verhalen over schrikba rende wachttijden van de Trabant nogmaals bevestigd. Wilde verha len doen de ronde dat kopers soms zeventien jaar op hun auto moesten wachten. De oorzaak was het gebrek aan machines. „Ik sprak iemand en die zei dat als de kinde ren werden geboren, de Trabant al vast werd besteld. Onvoorstel baar." Hebt u ook een bijzondere auto? Mail dan naar redactie van deze krant. Autofabrikant Citroën koes tert haar verleden in een ruimte die niet openbaar is. Conservatoire noemen ze het zelf. Er staan schatten uit de rijke geschiedenis van het eigenzinnige merk. door Bart Boele Het is geen museum. „U moet het zien als een op slagplaats", zegt de me neer die ons ontvangt in het Conservatoire op het Citro en-terrein in Parijs. Strikt geno men heeft hij gelijk: het Conserva toire is niet meer dan een grote, ka le loods waar driehonderd auto's in staan. Maar wat zijn ze mooi. Goede oude Rosalie staat er, in veelvoud zelfs, maar ook de mooi ste C6-types waaronder een prach tige C6 Coupé de Ville uit 1929. Drie vooroorlogse prototypes van de 2CV ofwel Lelijke Eend staan er op een rijtje; in 1939 verstopt voor de Duitsers en in 1990 in een schuur ergens in Normandië terug gevonden. Verderop een stuk of tien Eenden die vanaf 1950 zijn ge maakt. En de types Traction Avant, DS, Ami, SM, XM, AX, ZX, Xantia, Xsara, C15, HY. In verschil lende soorten en maten. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is er te vinden. Alles dat ooit uit dei Citroen-fabriek is ko men rollen lijkt present. Zelfs on bekende wagens die de productie lijn nooit haalden, zoals iets dat het midden houdt tussen een DS en een Ami 6, inclusief schuine achterruit. Beetje weggemoffeld bij de Ami's. Alsof er bij de DS'en geen plaats was voor zo'n onecht kind van een DS, die een slipper tje met gevolgen maakte. De collectie lijkt met de Franse slag tot stand gekomen. Er is nau welijks enige lijn in de willekeuri ge verzameling auto's te ontdek ken. Ja, wie vanaf de entree rechts om loopt kan enigszins chronolo gisch een stuk autohistorie van 1919 tot 2009 aanschouwen. De eerste Citroën staat er, gerestau reerd tot in nieuwstaat, en achter in onder plastic staan nieuwe, he dendaagse Citroëns. Naast de ge pantserde luxe DS die het merk ooit maakte voor president Pom pidou. Alles lijkt aanwezig, maar toch is er geenszins sprake van een volle dige collectie. Het is eigenlijk een ratjetoe. Niet alle nieuwe Citroëns staan er bijvoorbeeld, want daar was simpelweg geen ruimte voor. Zo'n tachtig auto's, vers uit de fa briek, staan verderop in een depen dance. Hier, in de hal die Conser vatoire mag heten, staat dan weer wel een aantal studiemodellen waarvan men lijkt te zijn vergeten om ze weg te gooien. Niet meer dan een houten koets soms, maar ook tot in detail uitgewerkte futu ristische modellen die om welke reden dan ook altijd model zijn ge bleven. Is het dan allemaal niks, dat incomplete en inconsequente Conservatoire? Natuurlijk wel! De echte Citrofiel loopt hier kwijlend rond, vergaapt zich aan al dat moois. Het Conservatoire is niet geopend voor publiek. Soms worden groe pen tot veertig mensen op uitnodi ging binnen gelaten. Twee uurtjes mag men dan kijken, dan gaan de deuren weer dicht. Alleen daarom al is Le Conservatoire meer dan de moeite waard. Dat weet ook Citroën Club Neder land (CCNL), die exclusieve kaar ten heeft weten te bemachtigen. Er is een speciale veertigkoppige expeditie samengesteld voor de missie naar het best bewaarde ge heim van Citroën. 's Morgens heen, na twee uur Conservatoire dezelfde dag weer terug naar Ne derland. Met hun camera's klikkend verga pen de Hollanders zich aan al dat Franse schoons. Geen originele his torische Citroëns die ooit zo uit de productiehal zijn gekomen voor een bestaan als fotomodel, maar wel door Citroën zelf gerestau reerde auto's die hun sporen op de weg hebben verdiend. Ertussen staan inmiddels historische auto mobielen die zo van de weg of uit een boomgaard zijn geplukt, vol 'Franse gebruikssporen' die mis schien nog eens onder handen ge nomen gaan worden. En als het er niet van komt, worden ze hier in elk geval bewaard. Voor later, voor ooit. Voor de toe komst. Vooroorlogse prototypes van de 2CV. De Conservatoire van Citroën. Een tussenvorm van een DS en een Ami 6. Jean-Pierre Maas met zijn Trabant. foto Lex de Meester Een prachtige collectie van het type Traction Avant. foto's Bart Boele/CPD SjPWEj

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 93