'Er zijn veel technieken om consumenten te sturen zoals verlichting en looproutes. En dat gebeurt dan ook op grote schaal. Ad Pruyn, hoogleraar consumentenpsychologie uitgereikt, een prestigieuze prijs voor de meest effectieve /rij te zijn van de invloed van reclames, heeft het mis. aak onbewust gestuurd. Met muziekjes, geuren en warme eJL Groente en fruit voorin de winkel, zuivel achterin Woensdag 17 juni 2009 1 1 waar je bij staat over dat ons land 16 miljoen bonds- coaches telt, ik denk vaak dat er ook 16 miljoen reclamedeskundigen zijn. Als ik op een feestje vertel dat ik re- clameonderzoek doe, begint ieder een meteen over bepaalde campag nes te praten. En de rest haakt met een enthousiast in. Bekende reclame slogans als 'foutje bedankt' en 'goeje- moggel' gaan het hele land door. Maar nee hoor, we worden er niet door beïnvloed." De effectiviteit van reclame is niet (al leen) te meten in stijgende verkopen, zegt Bronner. „Een campagne kan ook succesvol zijn als de bekendheid van en sympathie voor het merk zijn toegenomen en het imago is verbe terd. Je kunt een briljante campagne voeren waarbij de koopbereidheid enorm stijgt, maar of mensen het product kopen en blijven kopen hangt af van de kwaliteit. En daar kun je een reclamemaker niet op afre kenen." Het succes van reclame is afhankelijk van veel verschillende dingen. „Wat wil je bereiken? En wie? Bij de keus voor een campagne is belangrijk welk product je moet verkopen. Ik maak onderscheid tussen witte pro ducten (hoge betrokkenheid, ratione le koopmotieven) zoals spaarreke ning en tv. Rode producten (hoge be trokkenheid, emotionele motieven) zoals dure parfum en meubels. Blau we producten (lage betrokkenheid, rationele motieven) zoals bakmeel en schoonmaakmiddelen. En gele producten (lage betrokkenheid, emo tionele koopmotieven) zoals bier, snoep, frisdrank. Humor werkt voor al bij witte producten zoals verzeke ringen (Denk maar aan 'Even Apeldoorn bellen') omdat dit saaie producten zijn die zich wel lenen voor het 'opleuken' van het product. Bij gele producten ('Maar wij heb ben Dommelsch') werkt het ook om dat dit toch al producten zijn met een vrolijke associatie. Bij noodzake lijke producten als wasmiddel werkt dat veel minder goed. Daar wordt meer gewerkt met herhaling of zelfs irritatie." Vroeger kozen bedrijven vaak voor één medium, tegenwoordig ligt de nadruk volgens Bronner meer op me- dia-synergie. „Belangrijk hierbij is een verbindend element tussen de verschillende media. Denk maar aan het zwarte schaap van Tele2, die zie je terug op tv, in tijdschriften en op billboards. Of een steeds terugkerend woord zoals bij de campagne van de Landmacht. De filmpjes en afbeeldin gen zijn steeds anders maar zodra je die hokjes met de woorden 'geschikt' of'ongeschikt' ziet, weet je genoeg. Dat is heel sterk." „Beïnvloeding gebeurt vaak veel sub tieler dan we denken, zonder dat het zichtbaar of logisch te verklaren is", zegt consumentenpsycholoog Pruyn. „Er zijn veel technieken om consu menten te sturen zoals kleurstellin gen, looproutes, belichting, geuren, geluiden en aanraking. En dat ge beurt dan ook op grote schaal. Zon der dat we er ons bewust van zijn. Zodra je het in de gaten hebt, kun je je gedrag aanpassen. Als je dat ten minste wilt. Een winkelier kan je via de indeling van winkelpaden verlei den om automatisch bepaalde hoe ken te bezoeken. En kleuren gebrui ken waar jij een positief gevoel van krijgt. Maar het hoeft niet per se na delig voor jou te zijn." Veel vormen van beïnvloeding zijn gebaseerd op hele gewone natuurlij ke processen, zegt Pruyn. „Zoals blij worden van iemand met een vrolijke gezichtsuitdrukking en positieve asso ciaties bij woorden als 'exclusief en 'zo goed als nieuw'. Maar voor wie graag de volledige controle wil heb ben - en die groep mensen blijkt groot te zijn - kan beïnvloeding ver velend en zelfs beangstigend zijn." Supermarkten zijn veranderd in gedragswetenschappelijke laboratoria. De meeste winkels zijn zó ingericht om klanten te verleiden om zoveel mogelijk (dure) producten te kopen. Enkele bekende verkooptrucs: Direct voorin de winkel ligt groente en fruit. Dat is onlogisch omdat kwetsbare producten dan onderin de kar liggen. Maar het kopen van gezond voedsel pept mensen op en is een prima manier om te starten. Klanten voelen zich bovendien minder schuldig als ze later nog ongezonde items als chips en bier in hun kar laden. Na de groente-afdeling volgt vaak vlees en vis. Deze afdelingen moeten de gehaaste klant tot rust manen en verleiden om meer tijd door te brengen in de winkel. Dagelijkse producten als zuivel liggen vaak helemaal achterin de winkel. Zo wordt de klant gedwongen de hele winkel door te lopen. Door de indeling van schappen wordt de klant gedwongen aen bepaalde route te lopen. Zo worden klanten gemanipuleerd om zo lang mogelijk in de winkel te blijven. Kassa's blijven zolang mogelijk uit het zicht, vooral Ikea is daar meester in. Licht is een lokmiddel want mensen lopen er graag naartoe. Vandaar dat de Bijenkorf de gewenste looprichting (langs zoveel mogelijk schappen) extra belicht. V&D plaatste bewust glazen dakkoepels boven de roltrappen om mensen naar de bovenverdiepingen te lokken. Ook geuren stimuleren het koopgedrag. De geur van versgebakken brood, stimuleert de broodverkoop. De geur van koffie stimuleert de verkoop van gebak. De geur van parfum in het Amsterdamse winkelcentrum Magna Plaza houdt klanten langer binnen. Snoepgoed ligt bij de kassa om impuls aankopen te stimuleren. Spullen op ooghoogte en rechts op de stelling verkopen het best. Daar staan vaak artikelen waar het meest aan wordt verdiend. Fabrikanten en leveranciers moeten een 'plaatsings-toeslag' betalen om op deze plekken terecht te komen. Als artikelen hoog worden opgestapeld, denken de meeste klanten automatisch dat ze voordelig zijn. Vandaar ook dat Albert Heijn aanbiedingen in simpele display-bakken stopt. Dan lijken ze goedkoper, en daar zijn Nederlanders dol op. Artikelen die zijn afgeprijsd zijn lang niet altijd goedkoper. Op het prijskaartje staat vaak een streep door een veel te hoge, verouderde, adviesprijs. Door een 'compromisvariant' in de schappen te leggen, kiezen klanten vaak voor een duurder product. Frisdrankfabrikanten die cola van een halve en een liter aanbieden, kunnen de literfles populairder maken door een tweeliterfles toe te voegen. Veel klanten vinden een tweeliterfles wel erg groot, en kiezen voor de literfles. Ook als ze eerst voor de halve liter zouden hebben gekozen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 11