spectrum 10 Nederlandse smokkelaars in Peruviaanse cel Tsjemobyl's erfenis Zaterdag 13 juni 2009 Het aantal Nederlanders in buitenlandse gevangenissen neemt toe. Peru is met 115 gedetineerden een van de koplopers. De meesten zijn veroordeeld voor drugssmokkel. Een bezoek aan de gevangenis in Lima. „Die man heeft mijn leven kapotgemaakt." door Robert-Jan Friele STANDPLAATS door Elro van den Burg Eind april 1986. Ik was die dag met klasgenoten en docenten op de ra cefiets over de afsluitdijk gefietst, 's Avonds in de jeugdherberg kre gen we een nieuwe adrenalinestoot te ver werken. Het journaal bracht beelden over de ramp met de kernreactor in Tsjernobyl, die enkele dagen daarvoor was ontploft. Er werd gewaarschuwd voor een wolk met nucleair materiaal. Ruim 23 jaar later. Ik ruim met mijn Pool se vrouw ons huis in Warschau op. Wij staan op het punt te verhuizen naar een nieuwe woning in de buurt. Een periode dus zonder een moment van rust. Mijn vrouw Jagoda gaat ineens doodmoe op de bank zitten. Uitgeput. Eerst valt mij niets op. We hebben tenslot te hard gewerkt. Dan zie ik haar han den trillen. Als nuchtere Hollander schenk ik er aanvankelijk niet zo veel aandacht aan. Uiteindelijk gaat ze toch maar naar de dokter, waar een ontregelde schildklier wordt geconsta teerd. Sinds de geboorte van onze dochter, zes jaar geleden, heeft Jagoda al ge zondheidsproblemen. Aanvankelijk moest ze zelfs met verschijnselen als hartkloppingen en lichte haaruitval naar het ziekenhuis om daar een paar weken aan te sterken. Mijn schoonmoeder, een gepensioneerde ver pleegster uit het Oost-Poolse plaatsje Parczew, legt direct het verband met Tsjer nobyl. De eerste dagen na de ramp was er in Polen nog niets be kend. „Ik lag nog ge woon buiten te zonnen", herinnert ze zich. Pas drie dagen later werd het nieuws op de staatstelevisie gebracht. „Veel te laat kregen wij het advies niet meer naar bui ten te gaan, werden de koeien binnenge haald en werden op school jodiumtablet- ten uitgedeeld." Pas enkele jaren later werd duidelijker wat de gevolgen waren van deze radioactieve besmetting. In Wit-Rusland, dat dicht bij Tsjernobyl is gelegen en een van de hoog ste doses straling kreeg te verwerken, werd tot aan de dag van de ramp slechts bij één op de miljoen kinderen de diagnose schild klierkanker vastgesteld. In het eerste jaar na de ramp waren dat er 29, daarna 67 en in het derde jaar 90. Wit-Russische autori teiten blijven echter ontkennen dat er ver band bestaat tussen de onderzoeksresulta ten en de ramp. De cijfers worden ver klaard door de betere werking van onder zoeksapparatuur, waardoor meer ziektege vallen konden worden vastgesteld. Ook door de Poolse overheid wordt de aan getoonde groei van het aantal jonge vrou wen met schildklierproblemen sceptisch bekeken. Deze toename kan tenslotte ook met een veranderd voedingspatroon te ma ken hebben, wordt geredeneerd. En hoe verwesterd Polen in de afgelopen jaren dan ook mag zijn, bij de afhandeling van dit soort problemen staat het land nog al tijd met een been in het communisme. Als het de overheid niet uitkomt, wordt er een muur van bureaucratische regeltjes en pro cedures opgetrokken. Die laten geen milli meter ruimte aan de rechten en de integri teit van het individu. De Polen weten dat klagen niets uithaalt. Ze halen de schou ders op, trekken de mondhoeken naar be neden en gaan door met hun werk. Mijn schoonmoeder slaakt een diepe Pool se zucht en stuurt het gesprek naar een an der onderwerp. Of wij al klaar zijn voor de verhuizing? Het is net alsof wij zojuist hele maal niet over de straling van Tsjernobyl hebben gesproken. N oem in Lima de naam 'Cal- lao' en wenkbrauwen wor den gefronst. Er volgt een diepe zucht die als waarschu wing dient. „Ai, Callao..." Daar waar de miljoenenhoofdstad van der dewereldland Peru eindigt en de Stille Oceaan begint, bevindt zich de vergaarbak van zaken die elders geweerd worden. Na de havens en de fabrieken volgt, in de ui terste hoek van Callao, de sloppenwijk. Daarna gaat het asfalt over in een zandweg en doemt het gebouw op dat symbolisch gezien niet op een betere plek had kunnen staan: de gevangenis/rechtbank Sarita Colo- nia. In twee rechtszaaltjes hebben hier de laatste tien jaar dik tweehonderd Nederlan ders een gevangenisstraf gekregen wegens drugssmokkel. De smokkelaars liepen vrijwel allemaal te gen de lamp op het vliegveld van Lima, op weg naar Europa. De één slikte 2 kilo cocaï ne in bolletjes, een ander had 4 kilo in zijn kleding of een 'bomvest' geïmpregneerd. Weer een ander reisde met 15 kilo in zijn koffer. Het record staat op 57 kilo, met in Nederland een straatwaarde van bijna 3 miljoen euro. Dat de 27-jarige Elles Zomer deze ochtend voor rechter Gustavo López Mejla staat - tussen Peruanen die beschuldigd worden van gewelddadige berovingen of mishan deling van hun vrouw - wekt in Sarita Co- lonia allang geen bevreemding meer. Dat één dag later Fiona Rozenstruik (21) volgt, evenmin. De één had 13,5 kilo cocaïne in haar tas, de ander 15. Nu onderwerpen ze zich gelaten aan de routine waarmee zo veel Nederlanders vóór hen werden gecon fronteerd. Die bestaat vooral uit uren wachten op het betonnen bankje in de kooi van de rechtbank. Als het hun tijd is, staan ze op om het vonnis te horen op ba sis van artikel 296 (minder dan 10 kilo) of artikel 297 (vanaf 10 kilo) van het Peruaan se Wetboek van Strafrecht. Niemand hoeft op clementie te rekenen van rechter López Mejla. „Dit is een ernstig delict! De straf zal zwaar zijn!", zegt hij met stemverhef fing tegen Zomer. Een dag later, in een bar in het chique district Miraflores, zal López Mejla zeggen dat hij drugs beschouwt als 'een van de ruiters van de apocalyps'. In 2004 zaten in Peru 45 Nederlanders vast. In 2007 waren dat er 77. Hun aantal is gegroeid tot 115 op dit moment. Alleen Spanje heeft meer gevangenen in Peru. Wereldwijd is een vergelijkbaar beeld te zien, blijkt uit informatie van het ministe rie van Buitenlandse Zaken. In 1988 zaten 579 Nederlanders vast in het buitenland, nu is dat aantal 2.590. Daarmee heeft Ne derland opvallend meer gevangenen in het buitenland (15 per 100.000 inwoners) dan landen als Groot-Brittannië (4,3) of de Ver enigde Staten (0,8). Volgens het rapport 'Vast(gelopen) in den Vreemde', in 2007 geschreven in opdracht van de ministeries van Buitenlandse Za ken en Justitie, zit 83 procent van de Ne derlandse gevangenen in het buitenland vast wegens een 'drugsgerelateerd delict'. In Latijns-Amerika is dat percentage bijna 100, met de Dominicaanse Republiek (179 gevangenen) en Peru als koplopers. Cocaï ne is er makkelijk te krijgen. De status van Nederland als doorvoerland naar Europa, doet de rest. „Ik moet er niet aan denken dat ik hier nog elf jaar zit", zegt Harry van Vliet (39) vanuit de kooi in één van de rechtszalen in Sarita Colonia. Hij reisde met zijn vrouw en twee kinderen naar Nederland, met in totaal 18 kilo cocaïne. Hij kwam daarna hard in aanraking met het Peruaanse anti- drugsbeleid: Van Vliet kreeg vijftien jaar. De lange straffen en de overvolle, slecht onderhouden gevangenissen in Peru, ma-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 108