'Mijn vrouw
heeft alle vrijheid
die ze wil'
vrouwen voelen zich eenzaam'
'Als het over de liefde gaat, kun je toch niet zeggen dat de partner aan een opleiding
moet voldoen?' lbo Yeldren, cultureel antropoloog
Vrijdag 12 juni 2009 1 1
Dawoud Ahmadi trouwde twee jaar geleden een
vrouw in Afghanistan, omdat hij een echtgenote wilde
die zijn cultuur en achtergrond kent.
door Joost de Poel
Een goede vriend van hem
kwam met het idee. „Hij vroeg
me of ik het geen tijd vond om
te trouwen. En eigenlijk was ik
dat wel met hem eens. Hij zei
dat zijn zus nog vrijgezel was."
En dus ging de geboren Af
ghaan Dawoud Ahmadi, die al
tien jaar in Nederland woonde,
voor het eerst terug naar Afgha
nistan om met haar kennis te
maken.
„Het was een heel mooi, lief
meisje. Ik heb haar bij onze eer
ste ontmoeting uitgebreid ver
teld wie ik was en wat mijn
plannen waren. Zij deed het
zelfde. Nog dezelfde dag heb ik
haar ten huwelijk gevraagd. Na
een korte bedenktijd zei ze
'ja'."
Het werd In Kabul een groot
feest waarbij de mannen en
vrouwen gezamenlijk in de zaal
zaten. Voor Afghaanse begrip
pen niét de gewoonste zaak
van de wereld. Inmiddels
woont het echtpaar al ruim een
jaar in Nieuwegein. „En we zijn
echt heel gelukkig", zegt Ahma
di (35) die werkt als service
monteur bij een bedrijf in af
drukapparatuur. Ook hij kent
de verhalen dat Nederlanders
van allochtone komaf bewust
bruiden met een beperkte op
leiding naar dit land halen om
dat die aanzienlijk minder in
de melk te brokkelen hebben
dan een doorsnee partner van
Nederlandse bodem. „Ik ken he
laas ook een voorbeeld van een
21-jarig Afghaans meisje dat
werd gekoppeld aan een 50-jari-
ge man en nu in een boerka
rondloopt. Dat is natuurlijk vre
selijk. Daarvan is bij ons abso
luut geen sprake", verzekert
Ahmadi. „Ik ben open minded,
voel me voor een groot deel
ook Nederlander. Mijn vrouw
heeft alle vrijheid die ze wil
hebben. Natuurlijk heeft ze
soms heimwee en is het wen
nen voor haar in een compleet
nieuw land, maar ze redt zich
goed. Het gaat beter dan ik had
verwacht. Ze is slim, volgt Ne
derlandse les en regelt al mijn
geldzaken. Daar was ik vroeger
nogal slordig mee."
Heeft Ahmadi nooit overwo
gen zich te binden aan een Ne
derlandse vrouw? „Ik heb dat
geprobeerd, maar dat ging toch
moeizaam. Ik heb 23 jaar in Af
ghanistan gewoond en wilde
toch het liefst een vrouw die de
cultuur kent, die mijn achter
grond kent. Dat werkt bij mij
nu eenmaal beter."
Dawoud Ahmadi en Hally Jaan vierden hun bruiloft in de Afghaanse hoofdstad Kabul, sinds een jaar wonen ze in
Nieuwegein. foto Jean Chung/HH
„We woonden naast Nederlanders, maar ik
sprak ze nooit. Ik zat op een eilandje, omdat
ik de taal niet sprak." Hülya Cigdem kwam op
haar Vijftiende uit Turkije naar Tilburg om in
het huwelijk te treden met een Turkse man.
Gevangen in het huis van haar schoonouders
deed ze wat van haar werd verwacht: zorgen
en werken. Nederlandse vrienden zouden uit
eindelijk haar ogen openen. „Ik wilde net als
hen vrij zijn, zeggenschap hebben over mijn
eigen leven."
Anders dan bij veel lotgenoten kreeg Cigdem
veel steun van haar man, waarmee ze nog
steeds is getrouwd. Uiteindelijk zou ze met
succes de opleiding journalistiek afronden.
„Zonder hem had ik dat nooit gedurfd."
Twee jaar geleden schreef ze de deels autobio
grafische roman Importbruid. Ze probeert nu
zo veel mogelijk andere importbruiden te mo
tiveren hun leven in eigen hand te nemen,
maar dat valt niet mee. „In Nederland liggen
de mogelijkheden voor het oprapen, maar de
meeste importbruiden grijpen die niet. Ze
gaan niet naar de Nederlandse les, of doen
hun huiswerk niet." De geldboete voor het
niet volgen van de verplichte taalcursus is een
lachertje, vindt Cigdem. „Als je zakt moet je
een deel van het cursusgeld betalen. Dat is
duurder dan de boete betalen. Dat motiveert
niet heel erg. Bovendien laten ze je met rust
als je de boete hebt betaald."
De overheid mag dan steken laten vallen, inte
gratie van de importbruiden is vooral een
zaak van de vrouwen zelf, benadrukt Cigdem,
die tegenwoordig bij de NPS werkt. „Veel van
deze vrouwen zijn geestelijk gebroken, ze voe
len zich eenzaam of onbegrepen. Maar ze ma
ken zich er ook makkelijk van af. Ze vinden
het wel goed zo. Maar daarmee doen ze hun
kinderen te kort. Die groeien op bij een moe
der die niet of nauwelijks Nederlands spreekt.
'Ik ben te oud om te leren', zegt dan een
vrouw van
dertig jaar te-
gen me." m
Maar de man
nen dan, die
de bruiden
naar Neder
land halen? „Het is een mentaliteitskwestie.
Die laat zich moeilijk veranderen."
Cigdem is blij dat de toelatingseisen in het ver
leden al eens zijn verscherpt. „Aan de import
bruiden moet paal en perk worden gesteld.
Als je echt van elkaar houdt, dan kun je wel
wachten tot je 21ste en neem je een extra baan
tje om aan de inkomenseis te voldoen."
Hülya Cigdem, op haar trouwdag.