Overlast van zeegroente i 1# _r Natuurjournaal f V Orchideeën zien in Dijkwater V X Al ■stiffA Zeesla wordt door watersporters als hinderlijk ervaren. door Melitha Lanting edereen die Zeeland wel eens binnenrijdt via Bruinisse, kan er over meepraten. Het stinkt altijd in de hoek van de Grevelingendam, vlak voor de sluis bij Bruinisse. „Rotten de algen en waterplanten", zegt William van der Hulle van Staats bosbeheer. „Puur natuur, maar het stinkt naar rotte eieren." Dat het juist daar altijd raak is komt door de heersende windrichting. Losge slagen planten zoals zeesla worden naar die hoek geblazen en komen daar op de kant. Vervolgens gaat het rotten - met de onwelriekende geur als gevolg. Maar ook op andere plekken is het regelmatig raak. In de hoek bij Scharendijke bijvoorbeeld staat vaak weinig water waardoor water planten veel kans krijgen en langs de oevers bij Goeree-Overflakkee liggen nu weer velden zeesla. Zeesla is een waterplant met blade ren van fors formaat. De plant is eetbaar en zit boordevol vitami nen. In veel kuststreken wordt zee sla geserveerd als salade. In Neder land is zeesla als groente echter on bekend. De plant wordt hier vooral als hin derlijk ervaren. Zwemmers en wa tersporters hebben er last van. De bladeren kunnen in de schroef en het roer terecht komen waardoor een boot in de problemen kan ra ken. De hoeveelheid zeesla in het Gre- velingenmeer is zeer wisselend. Dit jaar bijvoorbeeld valt het tot nu toe mee. Dat heeft onder meer met de weersomstandigheden te maken. Tijdens een warm voorjaar groeit de zeesla harder dan tijdens een voorjaar waarin het water lang koud blijft, zoals nu. Twee jaar ge leden was er een enorme explosie van zeesla. „Twee jaar geleden was het een heel warm voorjaar", zegt Van der Hulle'. „Daarbij is toen een enorme bel zoet water het foto's Ronald den Dekker meer binnengekomen." Het Greve- lingenmeer is van zichzelf zout en staat via een doorlaatsluis in ver binding met zee, maar door om standigheden is toen een grote hoeveelheid zoet water naar bin nen gekomen. Het gevolg was dat de planten nog een extra groei- stimulans kregen en het meer ver anderde in één grote plas groene De Crevelingen p De waterkwaliteit in het Grevelin- genmeer is slecht. Vooral in de diepe gedeelten van het meer, de oude geulen, wordt het water nauwelijks ververst. Door het gebrek aan zuurstof op de bodem sterven planten en dieren af en is minder voedsel beschikbaar voor kustvogels. p In de ondiepe gedeelten is juist spra ke van overlast van planten, met na me van zeesla. Terugkeer van getij in de Grevelin- gen lost de problemen voor een groot deel op, blijkt uit een studie van Rijkswaterstaat. Het tijverschil zou 30 tot 50 centi meter kunnen zijn. p Het getij kan teruggebracht worden door een grote doorlaatsluis te bou wen in de Brouwersdam. Daaraan kan een getijdecentrale gekoppeld worden. Het nog niet duidelijk of het project ook financieel haalbaar is. Daarover loopt nog een vervolgonderzoek. soep. Overal waren problemen en de stank was van tijd tot tijd niet te harden. Het Natuur- en Greve- lingenschap heeft proeven gedaan om de zeesla weg te halen. Die proeven zijn mislukt, omdat het veel te bewerkelijk en te duur was. Terugkeer van een (beperkt) getij in het meer zou het probleem deels kunnen oplossen. h:: -h m tg De rietorchis, de moeraswespenor- chis en de bijenorchis. In natuur gebied Dijkwater, tussen Sirjans- land en Dreischor op Schou- wen-Duiveland staan deze orchi deeën momenteel in bloei. Een gids van Staatsbosbeheer voert wandelaars langs deze plan ten. Dijkwater werd in 1954 afge sloten van De Grevelingen. Het ge bied wordt gekenmerkt door bos- singels, water en schraal grasland. De wandelingen zijn op de don derdagavonden van 11, 18 en 25 juni, telkens om 19.00 uur en op de zaterdagmiddagen 13, 20 en 27 juni, steeds om 13.30 uur. Aanmel den bij de VVV in Zierikzee of via 0900-2020233. COLOFON Buitengebied: verschijnt elke dinsdag als bijlage bij de PZC en BN/deStem. Buitengebied is een bijlage over landbouw, visserij, landschap, natuur, recreatie en tuinen. U kunt ons informeren: E-mail: buitengebied@pzc.nl Website: www.pzc.nl/buitengebied Postadres: PZC-redactie- secretariaat - o.v.v. Buitengebied, Postbus 91, 4330 AB Middelburg Telefoon: 0118 434010 Coördinatie: Jan van Damme telefoon: 0118 434 014 mobiel: 06 542 671 57 e-mail: j.vandamme@pzc.nl Advertenties: Verkoopteam Zeeland: 0118 434070, teamzeeland@bndestem-pzc.nl Vogels die in bomen en strui ken nestelen zijn bijna zon der uitzondering nestblij vers. Dat wil zeggen dat de jongen een paar weken in het nest blijven en dan volledig verzorgd worden door de oudervogels. Veel vogels die op de grond broe den zijn nestvlieders, dat houdt in dat de jongen al enkele uren na de geboorte het nest verlaten en al snel een beetje voor zich zelf kun nen zorgen. Maar ook op de grond broeden nestblijvers. Eén ervan is de gras pieper. De graspieper wordt in dia lect kantleeuwerik genoemd. Die naam is goed gekozen, want de te kening en het kleurenpatroon van de graspieper lijken op die van de veldleeuwerik. Net als de veldleeu werik zingt de graspieper tijdens de vlucht. Maar vergeleken met de meesterzanger is het liedje van de graspieper nogal onbeduidend en bovendien duurt het maar kort. Vanaf een zitplaats op een plant of een paaltje maakt de graspieper al zingend een lus naar boven om daarna op hetzelfde punt weer neer te strijken. De naam kantleeuwerik heeft ook betrekking op de nestplaats van de graspieper. De vogel nestelt bij voorkeur in schuine taluds van slo ten of dijken. Het nestje bestaat uit een een fraaie, van grashalmen geweven kom, waarin vier tot zes chocoladebruine eitjes gelegd wor den. Het nestje wordt zo goed ver stopt dat je het alleen bij toeval vinden kunt; meestal als de vogel vlak voor je voeten van het nest af vliegt. De eitjes komen na twee weken broeden uit en na nog eens twee weken zijn de jonge graspiepers vliegvlug. Een paar dagen voordat het zover is kruipen de jongen al uit het nest en in die periode zijn ze buitengewoon kwetsbaar. Na het eerste legsel volgt meestal in hetzelfde jaar nog een tweede en soms zelfs een derde nest. Regelmatig wordt de graspieper het slachtoffer van de koekoek. Die legt een nauwelijks afwijkend eitje bij de graspiepereitjes en de jonge koekoek die daaruit komt duwt direct na de geboorte de an dere eitjes of net geboren jongen uit het nest. De graspiepers heb ben vervolgens een flinke klus om het koekoeksjong, dat al binnen een week groter is dan zijzelf, groot te brengen. longe graspiepers zijn na twee weken vliegvlug. foto Chiel Jacobusse Losgeslagen planten worden op de kant geblazen en gaan rotten.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 69