Rechterlijke macht 'Vrouwelijk overwicht bepaalt toch de sfeer' 'Misschien zijn wij iets communicatiever' 'Van glazen plafond heb ik nooit last gehad' Johanna Hudig was in 1947 de eerste 1 2 Woensdag 20 mei 2009 Mevrouw de rechter Voor het eerst in meer dan zestig jaar telt Ne derland meer vrouwe lijke dan mannelijke rechters. Eind vorig jaar waren t.207 vrouwen lid van de rechterlijke macht, tegenover r.t90 mannen. Dat blijkt uit het jaarverslag van de Raad voor de Rechtspraak dat gisteren openbaar is gemaakt. Niet in alle functies is sprake van een vrouwelijk overwicht. Zo zijn vrouwen bij de negentien recht banken weliswaar fors in de meer derheid (921 tegen 820), bij de vijf gerechtshoven zijn de verhoudin gen omgekeerd. Daar werkten eind vorig jaar r86 vrouwen, tegen over 304 mannen. Ook in de hogere rangen van de rechtspraak zijn vrouwen nog fors in de minderheid. Zo waren van al le vicepresidenten en sectorvoorzitters er 629 man en 373 vrouw. Bij de presidenten zijn de verhoudingen nog schever. Drie van de negen tien rechtbanken (Amsterdam, Arnhem en Roermond) hebben een vrouwelijke president. Bij de vijf gerechtshoven wordt de topfunctie bekleed door een man. De 'feminisering' van de rechterlijke macht zal de komende jaren mogelijk verder doorzetten. Zo was in 2008 maar liefst 87 procent van de rechterlijke ambtenaren in opleiding (raio's) vrouw. Bij de rechters in opleiding (rio's), die al over zes jaar juridische ervaring beschikken, zijn de verhoudingen minder scheef Precieze cijfers zijn echter niet bekend. Voorzitter Erik van den Emster van de Raad De rechterlijke macht verandert stilaan in een vrouwenbolwerk. Voor het eerst in meer dan zestig jaar zijn er meer vrouwen dan mannen lid van de zittende magistratuur. door Jan Salden voor de Rechtspraak ver klaart de forse toename van vrouwelijke rechters door het numerieke overwicht van vrouwen in de rechtenstu dies. „Dan is het ook logisch dat je dat terugziet in de sa menstelling van de rechterlij ke macht." De Raad voert geen specifiek wervingsbe leid voor mannen of vrou wen. Van den Emster: „Dat is helemaal niet nodig. Het moet niet uitmaken of een rechter man of vrouw is." Bij het Openbaar Ministerie (OM) zijn vrouwen al langer in de meerderheid. Van de of ficieren van justitie is 52 pro cent vrouw. Binnen de advo catuur' is rond de 40 procent vrouw. Uit het jaarverslag van de Raad blijkt dat het aantal rechtszaken vorig jaar met 6 procent is toegenomen tot ruim 1,8 mil joen. Vooral de kantonrechters hadden het druk: zij kregen 13 procent meer dossiers voor hun kiezen. De stijging werd vooral veroorzaakt door incasso- en voogdijzaken en zaken over verkeersboetes. Ook het aantal kinderrechtza ken (ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing) groeide flink. Door de economische recessie zal het aantal za ken - met name faillissementen, geldvorderin gen en arbeidsrechtszaken - de komende tijd verder oplopen. De Raad is daarom begonnen met het werven van vijftig a zestig extra rech ters. De afgelopen maanden ontving de Raad daarvoor tweehonderd sollicitaties. P Christa Oude „De verhoudingen in de raio-.opleiding (opleiding voor rechterlijke ambtenaren, red.) zijn scheef. In rechterlijk mijn lichting zijn maar acht van de dertig rechters in ambtenaar in opleiding man. Dat valt nog mee, want er zijn ook opleiding lichtingen met slechts twee of drie mannen. Ik vermoed dat mannen wat commerciëler zijn ingesteld, op zoek zijn naar het competitie-element en meer waarde hechten aan een goed salaris. Jammer, want het vrouwelijke overwicht bepaalt tijdens cursussen toch de sfeer. Het gaat al gauw over zwangerschappen en kinderen." „De rechtspraak was niet mijn eerste keuze. Ik heb na mijn rechtenstudie 3,5 jaar bij een groot advocatenkantoor in Amsterdam gewerkt. Daar deed ik vooral zaken die te maken hadden met vastgoed en arbeidsrecht. Na verloop van tijd merkte ik dat dat niet helemaal bij me paste. Vooral de commerciële inslag stuitte me op een gegeven moment tegen de borst. Ik miste de maatschappelijke betrokkenheid, op een rechtvaardige manier tot een bevredigende oplossing komen. In de rechtspraak draait het daar juist om." „Inhoudelijk maakt het weinig uit of de rechter man of vrouw is. Maar voor de beeldvorming is het van belang. Het mooiste is toch als de rechterlijke macht een afspiegeling is van de maatschappij. Ik kan me voorstellen dat een mannelijke verdachte in een zedenzaak zich wel even achter de oren krabt als hij wordt geconfronteerd met een geheel vrouwelijke rechtbank en een vrouwelijke officier van justitie. Dat voelt vreemd aan." P Lieneke de „Eigenlijk ben ik uit volstrekt negatieve Klerk overwegingen aan mijn rechtenstudie begonnen. Ik strafrechter had twee jaar wiskunde gestudeerd, maar dat was rechtbank veel te abstract. Ik dacht: Iaat ik maar vier jaar 's Hertogen- rechten doen, dan heb ik tenminste een diploma, bosch. Vanaf de eerste dag vond ik het enorm interessant. Rechter sinds: Het individuele geval trekt me nog steeds. De 1990 omgang met mensen geeft me voldoening. Over een baan als advocaat of bij het Openbaar Ministerie heb ik nooit serieus nagedacht. Ik denk ook niet dat ik die overstap ooit zal maken. Wat zwart-wit gesteld ben ik daar te eigenwijs voor. Als het er op aankomt, wil ik toch zelf de beslissing nemen." „Ik weet niet of vrouwelijke rechters anders te werk gaan dan mannen. Misschien zijn wij net iets communicatiever en hebben we net wat meer inlevingsvermogen. Bij onze rechtbank merk ik er niet veel van, maar wat me tijdens cursussen opvalt is dat mannen waf meer haantjesgedrag vertonen. Ze willen hun stem laten gelden, terwijl wij vrouwen een zaak wat sneller proberen af te doen. Je denkt toch: ik moet ook nog eten koken, we moeten door. Of het aan de intrede van de vrouwen ligt weet ik niet, maar de sfeer is er losser op geworden in de loop der jaren. Voorheen ging het met al die mannen altijd over voetbal en auto's, of ze zaten op te scheppen over de geweldige zaak die ze deden. Nu gaat het wat meer over persoonlijke zaken. Wat je in de zittingszaal is overkomen, welk boek je hebt gelezen of welke film je hebt gezien. En daar doen de mannen ook aan mee." De eerste vrouwelijke rechter wordt op 5 november 1947 benoemd. Johanna Hudig gaat in Dordrecht aan de slag als kinderrechter. Aan haar benoeming gaan lange discussies vooraf. Al in 1915 pleiten voorstanders voor het benoemen van vrouwelijke rechters. De Hoge Raad oordeelt in 1921 dat er in de wet geen belemmeringen zijn voor de toelating van vrouwen, maar wel" dat er andere bezwaren zijn. Vrouwen zouden te emotioneel kunnen worden, waardoor ze zich eerder door hun gevoel zouden laten leiden dan door het geldende recht. Ook wordt gevreesd dat gehuwde vrouwen niet al hun tijd en aandacht aan het ambt kun nen geven. In 1947 geeft minister Van Maarseveen van Justitie toe aan de druk van de Twee de Kamer om de eerste vrouwelijke rechter te benoemen. Van Maarseveen biedt Johanna Hu dig eerst nog een functie als griffier aan. Ze weigert en wordt alsnog tot kinderrechter be noemd. Lange tijd blijft het aantal vrouwelijke rechters gering. In 1974 is 6 procent van de rechters vrouw, in 1990 nog maar 22 procent. De echte toename van vrouwelijke rechters vol trekt zich daarna. In 2002 is 45 procent van de rechters vrouw. P Betteke „Al vroeg tijdens mijn studie was ik geboeid door Boogaard-Derïx criminaliteit en de vraag wat mensen er toe brengt president strafbare feiten te plegen. Na mijn studie rechtbank criminologie ben ik daarom in een huis van Roermond. bewaring gaan werken. Om wat flexibeler te zijn, Rechter sinds: ben ik nog aanvullend Nederlands recht gaan 1984 studeren. Daarna ben ik als griffier bij de rechtbank in Arnhem aan de slag gegaan. Op die plek wist ik vrij snel dat dit was wat ik zocht: rechter worden. Je Hjgl ziet alle geledingen van de samenleving langskomen gy en het is prettig dat je problemen kunt oplossen en mj beslissingen kunt nemen." 11 „Toen ik in 1984 in Roermond begon, werkten er p! zo'n twaalf rechters, van wie er drie vrouw waren. |j| Nu zijn er vijftig rechters, van wie de helft vrouw, jp Toch is het zeker niet zo dat ik mijn plek heb i| moeten bevechten. Mijn ervaring is dat 'man of vrouw' niet zo belangrijk is, het gaat om de kwaliteit van je werk. Ik denk ook niet dat ik het zoveel moeilijker heb gehad dan vrouwen die nu rechter willen worden. Het is wel makkelijker geworden om parttime te werken, zaken als ouderschapsverlof en kinderopvang zijn nu goed geregeld. Het is waar dat het aantal vrouwen in de topfuncties nog wat achterblijft. Dat kan er deels mee te maken hebben dat juist vrouwen vaak ook andere taken hebben, zoals de opvoeding van de kinderen. Nu zijn er nog maar drie vrouwelijke rechtbankpresidenten, maar het is een kwestie van tijd voordat het er meer zijn. Daar is in de rechterlijke macht ook alle ruimte voor. Van een glazen plafond heb ik nooit last gehad."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 12