h t fc'S i 2 1 t tl tJ Libelle: geïllustreerd weekblad voor de vrouw fel Jf Ms M Jr li; 1 1 ra? 4- r (v e),i 'Onderwerpen zijn moderner, maar dat vind ik juist goed' W- 1 O I Woensdag 13 mei 2009 PZC Hlfl<*é- Het exacte jaar weet ze niet meer, maar het is zeker vijftig jaar terug dat Klazien Kort een abonnement nam op 'de Libelle'. Ze was nog niet getrouwd en woonde nog bij haar ouders. Haar moeder las gezellig mee. „Mijn oudste zus had ai de Margriet, daarom koos ik voor de Libelle. Veel meer keus had je toen niet", zegt Klazien (73). Als haar zus op bezoek kwam, werden de bla den tegen elkaar uitgeruild. De Libelle is altijd haar lijfblad geweest en nog steeds valt het blad elke week in de brievenbus. „Libelle spreekt me nog steeds aan. De laatste jaren is er veel veranderd, de onderwerpen zijn moderner, maar dat vind ik juist goed. Het blad gaat met zijn tijd mee en zo blijf ik op de hoogte van wat er speelt onder jongere mensen. Niet dat ik veel snap van computers, hoor." Als ze een nieuwe Libelle openslaat, 2) xi X i r*\"- C7 leest Klazien als eerste het dagboek van Anne-Wil. Daarna volgen de co lumns van Tineke Beishuizen, Wieke Biesheuvel en van Juul. „Het zijn soms wat ingewikkelde verwikkelin gen, maar menselijke verhalen. Het is gewoon leuk om te lezen. Helaas zijn er de laatste tijd wat van die persoon lijke rubrieken verdwenen." De pennenvruchten van Hans Verstra- eten, de enige man die wekelijks over zijn leven bericht, mogen wat Klazien betreft uit het vrouwenblad verdwij nen. „Niet omdat het een man is, maar hij schrijft niet leuk." Er zijn weinig artikelen die Klazien niet leest, ook de puzzels worden nooit overgeslagen. Alleen Jan Jans en de Kinderen kan haar niet zo beko ren, omdat ze niet van strips houdt. In tegenstelling tot haar jongste zoon, die vroeger de plaatjes van Jan Kruis uit de Libelle scheurde en in plakboeken verzamelde. In de afgelopen vijftig jaar is Libelle enorm veranderd. Onderwerpen die tegenwoordig minder aandacht krij gen zijn handwerken en planten. „En de kookrubriek is verdwenen. Dat vind ik jammer, want daar gebruikte ik nog wel eens een recept uit." Op 13 april 1934 verschijnt het eerste nummer van Libelle: geïllustreerd weekblad voor de vrouw. Het tijdschrift heeft geen expliciete religieuze of maatschappelijke signatuur. De naam is afgeleid van de spreuk 'Con libello in angello', wat zoveel wil zeggen als 'met een boekje in een hoekje'. De eerste jaren wordt het tijdschrift gemaakt door drie heren en één dame. Libelle sloeg aan. Na zes jaar had het weekblad al bijna 300.000 abonnees en werd de redactie uitgebreid met meer dames. Sinds 1938 is de Margriet de grootste concurrent. De Libelle bevat vooral praktische tips voor het huishouden, achtergrondinformatie en ontspanningslectuur. In 1940 geeft Libelle kledingtips. Hoe kan de vrouw in tijden van schaarste toch haar garderobe op peil houden? Op hst van de Duitse bezetters moet Libelle in september 1944 ophouden te Verschijnen. op 8 maart 1946 valt het tijdschrift weer bij de lezers op de deurmat. De inhoud is hetzelfde als voor de oorlog. Tot 1948 telde de Libelle zo'n twintig tot 24 pagina's. Tien jaar later In de Libelletent wordt lekker geknut seld tijdens de Libelle Zomerweek op het Almeerderstrand in Alm'ere. egin van de week. De bladenman komt langs. In zijn tas de Libelle en de Tina. Moe der en kinderen verdiepen zich direct in de lectuur. Bij de buren hetzelfde ritueel, al leen dan met de Margriet en de Donald Duck. Halverwege de week wordt er geruild. Het waren de jaren zeventig en tachtig en Libelle groeit enorm, net als concurrent Margriet. Ze komen langzaam los van de serieuze artikelen en richten zich meer op li festyle. De oplage van Libelle stijgt naar 750.000 exemplaren. „De eerste zestig jaar was Libelle vooral informatief', zegt oud-hoofdredacteur van Libelle en bladenma ker Rob van Vuure. „Voor sommige vrouwen was het zelfs de enige informatiebron. Er was geen inter net, pas later kwam televisie en kranten schreven alleen over het nieuws. Voor veel vrouwen was er dus godzijdank de Libelle. Lezers konden vragen stellen over opvoeden en ziekten. Het is dus niet gek dat hei in die tijd zo'n populair blad was. Als vrouwen iets wilden weten, kochten ze de Libelle." Toch is het blad ook nu nog zeer populair onder vrouwen. De Libelle heeft een oplage van een kleine 500.000. Wat is volgens Van Vuure het geheim achter dit succes? „Libelle is niet bijzonder vooruitstre vend, maar die middle of the road-benadering is wel de kracht van het blad. Het tijdschrift staat niet voor aan met het doorbreken van taboes, maar zet wel onderwerpen op de kaart. Neem bijvoorbeeld de vele artikelen over de anticonceptiepil in de jaren '60. Zonder de Libelle en de Margriet had het misschien wel acht jaar langer geduurd, voordat de pil populair zou worden." Om de veelzijdigheid van het blad te benadrukken, noemt Van Vuure een voorbeeld van totaal andere orde van grootte. „Bij de introductie van de kiwi heeft het tijdschrift ook een belangrijke rol gespeeld. Het blad liet zien dat het ook heel lekker kon zijn en dat het weer eens iets anders is dan bijvoorbeeld een bloemkool." Redactiemanager Maureen Belderink van Libelle meent dat het succes ook komt door het feit dat het blad altijd met haar tijd is mee gegaan. „Nu lijken de Libelles van jaren terug oubol lig, maar je moet niet vergeten dat we altijd voor Vrouwen van nu schrijven'. In de jaren vijftig werk ten vrouwen niet buitenshuis en was hun hoofd taak het huishouden en de kinderen. Daar wilden ze dus informatie over hebben. Nu is hun wereld groter en dynamischer. We schrijven nu ook over trends, politiek en geld." In de tijd (1973) dat Peter Middeldorp hoofdredac teur van Libelle werd, zat het weekblad in een dip. „Iedereen was ervan overtuigd dat het tijdschrift zijn beste tijd had gehad. Men gaf de schuld aan de opkomst van de televisie. Iedereen dacht dat er nog wel tijdschrif ten zouden zijn, maar veel kleinere. In die tijd bedachten we de Story. Wij hadden nooit kunnen vermoeden dat dit blad zo succesvol zou zijn. Binnen een paar we ken stond de oplage al op honderdduizenden." Dit succes vertaalde Middeldorp direct naar het vrouwenweekblad. „We waren veel te serieus. Het was allemaal te belerend, met het vingertje omhoog. Daarom liep de oplage terüg. Vanaf dat moment hebben we er een 'blij blad' van gemaakt. Alle onderwerpen zijn, in de tijdgeest van dat moment, hieraan gelieerd. Dat werkt. Het blad liep weer als een tierelier. De Libelle is voor de lezers een stukje ontspanning. Even lekker bladeren." De brede doelgroep van 30 tot 80 jaar is volgens bladenmaker Van Vuure een val kuil. „Als een dergelijk blad nu nieuw in de schappen zou was het aantal pagina's tegen de honderd. Het huidige formaat kwam in 1958. Daarvoor was het weekblad de helft kleiner (As-formaat). In de jaren zestig van de vorige eeuw verandert Libelle de formule. Het weekblad gaat met de tijd mee en schrijft over emancipatie, drugs en ontkerkelijking. In de jaren tachtig heeft Libelle een oplage van circa 750.000. Daarna gaat het bergafwaarts. Rond het jaar 2000 worden er nog ruim 640.000 exemplaren gedrukt. Vorig jaar bedroeg de oplage circa 475.000. In 2008 is het weekblad uitgeroepen tot tijdschrift van het jaar. Het blad is van de bekende weekbladformule afgestapt, dikker geworden en de inhoud is vergelijkbaar met een glossy. Af I Hr .4, komen, zou het niet overleven. We zijn niet meer ge wend aan een brede inhoud. Willen we iets over de tuin lezen, dan kopen we een tuinblad. Willen we wat over ziekten weten, raadplegen we het internet. Vroe ger had je dat niet, dus las je de Libelle. Ik denk niet dat het blad nog zo groot wordt als het ooit is ge weest." Belderink: „Die brede doelgroep is juist succesvol. Er is voor ieder wat wils in ons blad. Bovendien vinden ouderen het leuk om over jongeren te lezen. Onze le zers zijn heel trouw. Dat is voor een deel te dan ken aan de rubrieken als Anne-Wil, Tineke en Marjolein Bastin. Die lezen de mensen als eerste. En aan de andere kant is er iede re week weer verrassing, iets nieuws." Libelle is met een oplage van een kleine 500.000 exemplaren nog altijd populair. „Libelle is altijd geleidelijk aan en op de juiste momenten weer opgefrist", zegt Van Vuure. „Nu is het meer een glossy en dat is een verstandige keuze. Alles wordt mooier. Zelfs de Straatkrant van de daklozen oogt mooi. We zijn aan die luchtige vormgeving gewend ge raakt en dus moet je mee." Redactiemanager Belderink wijst op de benadering van de lezer. „We zijn een soort vriendin. We staan op gelij ke voet, zijn betrokken en zijn be trouwbaar. Dat zie je op een evene ment als de zomerweek duidelijk terug. Een lezer wilde bijvoorbeeld weten hoe het met een columniste is, omdat ze gele zen hebben dat zei ziek was geweest."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 10