Geen eind aan al het zwoegen Ook al zucht de economie onder een diepe crisis, het blijft een 24 uurseconomie. We werken en consumeren 'de klok rond'. Staat daar nog wel eens iemand bij stil? En maakt al dat werken en consumeren ons nou gelukkiger? 8 Dinsdag 12 mei 2009 PZC Alwin Dullaart (35) is vier jaar bedrijfs leider bij AH en werkt al twintig jaar in de supermarkt. Toen hij begon, ging de winkel maandag pas om 13.00 uur open en was er één koopavond, op vrijdag tot 21.00 uur. De rest van de week gingen de deuren om 18.00 uur dicht. Nu is de AH ie dere dag van acht tot acht open, ook zater dag, en vrijdag tot 21.00 uur. „Het is niet altijd leuk om op zulke uren te wer ken, maar ik vind het wel een goede zaak. Het voor deel is de grotere klantenspreiding, ledereen kan eerst rustig eten en daarna boodschappen doen. Een nadeel is dat mensen die vroeger om vijf voor zes binnenkwamen, dat nu om vijf voor acht doen. En je hebt ookTneer personeel nodig." Dat laatste is geen probleem; met name jongeren willen graag in de foto Clemens le Blanc door Joep Trommelen illustratie Jos Diender Boodschappen vergeten? Geen nood: op weg naar het werk of terug naar huis is er altijd nog de AH To Go op het treinsta tion. Vanaf 6.30 tot 23.00 uur, ook op zondag. Een beetje su permarkt is dagelijks open tot een uur of half negen. We leven in een snel kookpan en dus moeten we altijd overal te recht kunnen, is het idee. De 24 uurseconomie is tot in onze poriën door gedrongen. Pizzakoeriers crossen tot laat in de avond luidruchtig door woonwijken. Een nieuw boortje nodig tijdens het avondklussen? De bouwmarkt is iedere dag tot 21.00 uur open. Ook de overheid doet mee. Paspoort of rijbe wijs verlengen? De afdeling burgerzaken in het gemeentehuis heeft voor ons drukke baasjes an derhalf uur op een doordeweekse avond. Maar de grootste verandering heeft zich vol trokken op het internet. Een reis is 's avonds in een paar muisklikken geboekt. En wie gaat er nog naar de bank om geld over te maken? Op het internet is letterlijk alles te koop. En dat in een land waar tot voor een jaar of vijf tien alles nog in het keurslijf zat van strenge re gels. Nederlanders hechtten aan regelmaat. Om 12.00 uur lunchen, rond 18.00 uur aan de war me hap. Werk- en winkeltijden waren daar aan aangepast. Vanzelfsprekend. En de zondagsrust was heilig. Het CDA en de vakbonden waakten daar wel over. Met name in de tweede helft van de jaren ne gentig van de vorige eeuw was Nederland eco nomisch booming. Er werd hard gewerkt, steeds meer verdiend en meer vrouwen traden toe tot de arbeidsmarkt. Het was gedaan met de rust: er werd voortaan 24 uur gewerkt en ge leefd. Opmerkelijk genoeg zijn er weinig harde cijfers over de 24 uurseconomie. Uit de meeste recen te gegevens van het Sociaal en Cultureel Plan bureau (uit 2005 alweer) blijkt dat 14 procent van al het betaalde werk buiten kantoortijden plaatsvindt. En dat percentage is sinds 1975 vrij stabiel. Een verklaring kan zijn dat er naast het nieuwe avond- en weekendwerk nog veel meer 'gewoon werk' bij is gekomen. In 2005 had 27 procent van de bevolking van 20 tot 64 jaar doordeweek na 18 uur boodschap pen gedaan. In 2000 was dat 25 procent en in 1995 (voor de invoering vande Winkeltijden wet in 1996) 20 procent. Wanneer is de 24 uursrevolutie in Nederland begonnen? Onder het eerste paarse kabinet, toen er zonder het 'moralistische' CDA volop ruimte kwam voor liberale praktijken? Professor Jan Luiten van Zanden, economisch historicus, denkt dat het eerder was, onder de kabinetten van premier Lubbers. „Toen was de regulering ook al in de mode. Onder paars trap te het CDA niet langer op de rem, dus het zou kunnen kloppen dat het toen wel in een stroomversnelling is geraakt. Maar je moet bij dit soort zaken oppassen voor clichés." Het idee dat Nederland erg laat was, is volgens hem ook zo'n cliché. „Als je naar Duitsland of Frankrijk kijkt, lopen wij juist voorop. In Duits land zijn de winkeltijden wel wat veranderd, maar niet heel veel. Maar vergeleken met de VS en Engeland lopen we heel erg achter." Het heeft volgens historicus Van Zanden te ma ken met het onderscheid tussen het angelsaksi- sche en het rijnlandse model. „In het angelsak- .sische model, vooral te vinden in de VS en En geland, bemoeit de overheid zich bijna nergens mee. Daar kunnen de winkels altijd open zijn." Nederland zit volgens Van Zanden 'traditio neel altijd een beetje tussen die twee modellen in'. „Wij zijn altijd erg van het rijnlandse mo- supermarkt een centje bijverdienen. Naast negen fulltimers heeft Dullaart zestig partti mers onder zich. „Verreweg de meesten zijn tussen de 14 en 25 jaar. Ze werken met name graag op zaterdag. Hier in onze regio is de keuze dan bij een kwekerij werken in weer en wind of lekker binnen bij ons, op flexibele tijden." Verder dan nu hoeft de 24 uurseconomie zich wat hem betreft niet te ontwikkelen. „We moeten niet doorschieten. Op zondag hoeven we wat mij betreft niet open. Mensen kunnen nu al op genoeg tijden boodschappen doen." del geweest maar sinds twintig, dertig jaar is dat aan het veranderen. De meer dynamische economische ontwikkelingen komen toch uit het angelsaksische model. Daar kwamen de ideeën vandaan om economische problemen op te lossen en de productiviteit te vergroten." De huidige economische crisis toont volgens hem aan 'dat er een einde is gekomen aan de vanzelfsprekende dominantie van het angelsak sische model'. „Toch zie ik de 24 uurseconomie niet direct teruggedraaid worden. Wel dat het niet nóg meer die kant op gaat. De tendens is toch een beetje dat er, onder andere door de kleine christelijke partijen, bijvoorbeeld weer over de winkelsluitingstijden wordt gepraat. En voor kleine ondernemers is de 24 uursecono mie vaak onaantrekkelijk. Zij moeten veel meer uren maken en zijn vaak niet in staat per soneel in te schakelen." Van Zanden baarde in 1992 opzien toen hij bij de aanvaarding van zijn hoogleraarschap koos voor een duo-baan. Omdat hij ook voor zijn kinderen wilde zorgen. Hij heeft nooit meegedaan aan de 24 uurseco nomie. „Ik vind het in zekere zin een vloek. Niet alleen omdat ik niet van shoppen hou. Er is een eind aan al het zwoegen. Dat geldt in heel je leven, in je werk. Er moet ruimte blij ven voor bezinning en andere zaken. Mijn col lega-academici werken tegenwoordig ook dag en nacht en zelfs in het weekend. Dat komt de kwaliteit van het werk niet ten goede. Als we de zaken een beetje kunnen terugdraaien, vind ik dat een goede zaak."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 8