spectrum Witte thee 10 PZC Zaterdag 9 mei 2009 STANDPLAATS ENGELAND door Yolanda Bobeldijk Ik hield altijd al van thee met melk. Toen de meeste kinderen van mijn leeftijd de 'kinderthee' vaarwel zei den, zette ik stug door. Ik dronk thee op zijn Engels: vrij sterk, geen suiker maar wel melk erbij. In Nederland wordt dat niet goed begrepen. In restaurants krijg je vaak koffiemelk of, als de serveerster in een goede bui is, een kopje opgeklopte warme melk uit het cappuccinoapparaat. Het theeglas met kokend water is er door gaans niet op berekend dat er nog een flin ke scheut melk bij moet. Het theeleuten wordt dus een kliederboel. Het schoteltje met servetje doordrenkt met thee, evenals het koekje. Zulke taferelen leiden dan tot quasigrappige opmerkingen van tafelgeno ten. „Vind je dat nou echt lekker", is de meest gestelde vraag. Of: „Je kunt de volgende keer beter melk met thee bestellen." Ik kan de reacties in middels dromen. Toen ik naar Londen verhuisde, ging er een wereld voor me open. Er is al tijd een excuus voor thee, leerde ik van mijn huisbaas Simon, bij wie ik tijdelijk een zolderkamer huurde. Na deze uitspraak zette hij een grote, witte theepot op tafel. Aan het uiter lijk te zien werd de pot al jarenlang intensief, maar met liefde gebruikt. Aan de zijkant zat een flinke scheur en binnenin zaten donkere vlekken van theeaanslag. Het leek Simon niet te deren. Hij roerde onverstoorbaar, maar zorgvuldig in de theepot, om er na vijf minuten met een grote lepel drie theezakjes uit te vissen. De thee, intussen pikzwart van kleur, werd vervolgens in grote koppen geschon ken. Om melk hoefde ik niet te vra gen, die kreeg ik er standaard bij. 'White tea' bleek in heel Engeland de norm. Of je nu een roddelende buur vrouw bent of een bankier in de city, ieder een drinkt thee met melk. Zelfs pauzeren de werklui in gele hesjes kun je betrappen met een kop witte thee. Ik ken niet veel Nederlandse mannen die in het openbaar thee met melk drinken. Echt stoer zou dat ook niet overkomen. Maar in Engeland maakt dat niets uit, thee heeft een uitste kend imago. Ook bij stoere mannen. Toen ik mijn Britse vriend leerde kennen, bleek ook hij witte thee te drinken. Dit is mijn soulmate, wist ik toen. De Nederland se Pickwickthee vindt hij niks. De naam is leuk, klinkt Engels, maar smaakt er niet naar, vindt hij. Logisch, deze thee komt ook gewoon uit Friesland. De naam Pickwick, vernoemd naar The Pickwick Pa pers van Charles Dickens, werd in 1936 be dacht om het imago wat te 'verengelsen'. Toch vreemd, want het waren de Neder landers die thee in de zeventiende eeuw voor hét eerst naar Europa brachten. Hoe wel ik me ook wel in het stripverhaal kan vinden dat de Britten hun nationale drank aan Asterix de Galliër te danken hebben. Thee is immers de toverdrank die de Brit ten onoverwinnelijk maakt. Gaat er iets mis? Neem een kop thee, is het Britse de vies. Thee is een remedie tegen alles. Tij dens de oorlog in Irak hingen boze Britten posters voor hun keukenraam met: 'make tea not war'. En in de film Notting Hill luk te het Hugh Grant Julia Roberts voor zich te winnen door haar met zijn Britsfstijl steeds maar thee aan te bieden. Laatst was ik een paar dagen in Nederland en werd ik weer onderworpen aan het regime van slappe thee met koffiemelk. Hoewel dat ook zo zijn charme heeft, was ik blij weer terug te komen in Engeland. Thuis zette ik meteen een kop Engelse thee. Met melk. Terwijl ik genietend een slok nam, dacht ik aan mijn ouders die ooit zeiden dat ik in het verkeerde land ge boren ben. Ze hebben gelijk. Duitsland is in de greep van mysterieuze machten. Om zichzelf te bevrijden, hebben enkele jongeren hun toevlucht gezocht in 'Vorstendom Germania'. De wortels voeren naar occulte bewegingen die ook Adolf Hitler al inspireerden. „Wij zijn geen neonazi's." door Achille Prick foto's David Heerde/GPD Sven Jan Switer (links) en Timo Freimuth zijn twee van de trotse bewoners van Vorstendom Germania. Halverwege Berlijn en Hamburg, in de weids golvende streek Prignitz, ligt Krampfer. Veel bewoners heb ben het dorpje na het einde van de DDR allang verlaten. De ach tergeblevenen, met Trabant nog voor de deur, en een paar kunste naars uit het Westen, wiegen hier geduldig mee op het ritme van de jaargetijden. In de Dorpsstraat wordt die routine sinds kort aange tast. Uit het raam van het vervallen landkasteeltje op nummer 8 wappert een blauw-geel-rode vlag. Wie het roestige toegangshek passeert, is niet meer in Duitsland, maar in 'Vorstendom Germania'. „Kom maar binnen", roept Timo Freimuth. De jonge man met paardenstaart komt vanuit het teruggelegen landhuis over het gras aangesneld en verontschuldigt zich dat het even duurde. De bel bungelt met een plak- bandje aan een betonnen paaltje. 'Postbode twee keer bellen', staat er, maar dat ftinctioneert niet altijd. „Man, we hebben zo veel te doen", zegt Freimuth. „Dit pand heeft dertig jaar leeggestaan." In de DDR deed het dienst als school. Nu is het omge doopt tot 'Slot Krampfer' en is het de zetel van de 'ba sisdemocratische kerkenstaat Vorstendom Germania'. Het eenzijdig uitgeroepen staatje in wording beslaat verder een lap grond van 4.000 vierkante meter en telt inmiddels 16 vaste inwoners. Of'rijksridders', zo als ze zichzelf noemen. Kriskras door Duitsland leven nog eens bijna driehonderd 'leden'. Een grondwet is geschreven en de volksraad is geïnstalleerd. „We zijn een kerkenstaat, want dat geeft meer juridi sche mogelijkheden", zegt Sven jan Switer, die inmid dels als perswoordvoerder door het leven gaat. Hij loopt op badslippers en draagt een trainingsbroek en T-shirt. „In spirituele zin is hier alles toegestaan. Het gaat er om dat je goed met de mensen omgaat, zoals jij wilt dat zij met jou omgaan." Een belangrijk doel is complete zelfvoorziening, maar dat valt niet mee. In de kippenren naast het landhuis is het sinds enkele dagen stil. De eerste kip in Germa nia is alweer dood. „Het goede nieuws is dat er een lammetje is geboren", zegt Switer. „Samen met de honden hebben we nu al vijf dieren. En bijen. En een tomatenplant." De 26-jarige Switer heeft het gymnasium niet afge maakt en is teleurgesteld in de BRD, zoals hij Duits land consequent noemt. Op websites als 'Autarkes Le- ben' of'Auf zur Wahrheit' las hij over Germania en besloot er een paar dagen heen te gaan. Nu zit hij er al een paar maanden. „Ik voel me hier heel vrij en weet dat ik aan iets moois werk. Mijn moeder vindt het gek, maar mijn vader vindt het oké. Die snapt het." Switer en Freimuth geven trots een rondleiding in hun nieuwe paradijs. Lange, donkere gangen met aan weerszijden kamers. In de hal staan koffers van nieuw komers die hun slaapzak nog niet hebben uitgerold. „Daar gaan we niet naar binnen. Instortingsgevaar", waarschuwt Freimuth. Andere vertrekken zijn voch tig en beschimmeld. Geïmproviseerde elektriciteitsver bindingen lopen als waslijnen kriskras door het pand. Een douche is gemaakt met afvalhout. „Luxe is niet belangrijk", zegt de 25-jarige Freimuth, die zijn baan als monteur in Beieren heeft opgezegd voor zijn nieuwe leven in Germania. „Het gaat er om dat je ongestoord een eigen leven kunt ontwikkelen. Waar komen we vandaan? Waarom zijn we op aarde? De antwoorden liggen in de natuur. Ik wil ze hier vin den. Wij zijn tegen genetische manipulatie, tegen elek tronische chips, tegen kunstmatige geneesmiddelen en tegen rente." Het zou onschuldig en misschien een beetje aandoen lijk zijn, als niet ieder gesprek met de 'rijksridders' uit eindelijk zou vastlopen in duistere complottheorieën. „Werkloosheid wordt bewust in stand gehouden", meent Switer zonder een spoortje van twijfel. „Het volk moet afhankelijk blijven. De huidige crisis is ge pland. Zelfvoorziening wordt met wetgeving onmoge lijk gemaakt. De geneesmiddelenindustrie doet alleen aan symptoombestrijding, niet aan echte genezing. Om verzekerd te blijven van inkomsten. Ze stoppen stoffen in het drinkwater, waardoor we transforme ren tot willoze consumenten." Op de vraag wie 'ze' zijn, aarzelt Switer. Freimuth praat verder. „De BRD is geen soevereine staat, maar een firma. Gesticht door de geallieerden onder num mer 51411 in het handelsregister van Frankfurt. Daar om hebben wij geen 'Personenausweiss', maar een 'Personalausweiss'. Als je die omdraait, zie je trou wens in het watermerk de Baphomet." Freimuth doelt op de middeleeuwse afgod met geitenkop en mannenlichaam en vermoedt satanische machten die Duitsland in hun greep hebben. De stortvloed aan woorden vraagt om frisse lucht. Recht tegenover 'Slot Krampfer' staat de rode, bakste nen boerderijwoning van Kerstin Süske. Tien jaar gele den koos de 48-jarige Berlijnse theaterpedagoge voor de landelijke rust. „Ik vond het wel leuk, een paar jon geren die tomaten kweken en schapen houden. Veel jonge mensen hebben een moment in hun leven dat ze de wereld opnieuw willen uitvinden, heel nor maal." Nu bekijkt Süske het experiment aan de overkant met andere ogen. „We hebben uitgezocht wie er achter ste ken en daar werden we niet vrolijk van. Je komt te recht in een donkere wereld van esoterie, holocaust ontkenners, scientology, bruin (nationaalsocialistisch, red.) gedachtegoed en liefhebbers van het complot."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 142