o spectrum 'Meer Nederlander dan Marokkaan' 'Vooral onze zonen schreeuwen om aandacht' PZC Zaterdag 9 mei 2009 Tweede generatie Marokkaan: Rabiaa Bouhalhoul. foto David van Dam/GPD Tweede generatie; Rabiaa Bouhalhoul (43) Derde generatie: Faiza Boultam (19) Faiza Boultam was 2 jaar toen haar opa over leed. In 1966 was hij als gastarbeider naar Ne derland gekomen. In de jaren zeventig liet hij zijn gezin overkomen. Onder andere zijn zoon, Faiza's vader, die inmiddels was getrouwd. Voor Faiza's opa en oma werd het gemis van het vaderland te groot en een paar jaar later verhuis den zij terug naar Marokko. Voor Faiza is Marokko het land van verhalen en vakanties. Oorspronkelijk komt haar familie uit het Rifgebergte, maar nu wonen er familieleden in Meknès en in een dorpje vlak bij Casablanca. „Ik voel me meer Nederlander dan Marokkaan. In Marokko word ik beschouwd als buitenlander. Vaak vraag ik me af hóe ze dat zien." De Nederlandse cultuur is directer, vindt ze. „Men sen zeggen sneller wat ze vinden, in Marokko niet, daar draaien ze erom heen. Ik voel me beter bij het individualisme hier." De hele discussie over Marokkanen in Nederland vindt ze verve lend. „Word ik aangesproken op zaken waarbij Marokkanen betrokken zijn. Moet ik dingen uit leggen, terwijl ik er niks mee te maken heb." Faiza's vriendin stemt Geert Wilders. „Ze zegt een hekel te hebben aan Marokkanen, maar ik ben de enige die ze wel mag. Ik ben de enige die je ként, zeg ik dan tegen haar." Het woord 'allochtoon' vindt ze vreselijk. „Alleen Nederland heeft zo'n woord, het heeft een nega tieve klank. Je hoort er niet bij, maar ik ben hier geboren en getogen." Faiza is tweedejaarsstudent European Studies aan de Haagse Hogeschool. „Dat is heel internationaal. Als ze vragen wie er 'Dutch' is, steek ik mijn hand op." Discriminatie heeft ze nooit meegemaakt, zegt ze. Maar toen Faiza na de mavo met allemaal achten naar de havo wilde, mocht dat in eerste instantie niet van de decaan. „Ik zou het niet aankunnen." Na veel protest mocht het uiteindelijk toch. v „Kwam ik in de klas met een wit meisje dat alle maal vijven had gehaald op haar eindlijst. Toen dacht ik wel: hier klopt iets niet." Rabiaa Bouhalhoul (43), moeder van drie kinde ren, behoort tot de twee de generatie Marokkanen. Ze is integratiedeskundige bij de ge meente Rotterdam. „Ik was 11 toen ik met mijn moeder en twee zussen naar Nederland kwam. Ik vond het heel span nend. Ik woonde in een klein dorpje en had nog nooit een reis gemaakt, was zelfs nog nooit naar een andere stad geweest! Nu gingen we met het vliegtuig, de zee over. Ik was heel nieuws gierig naar die nieuwe wereld. „Toen ik in Nederland kwam, zag ik eigenlijk voor het eerst tra ditionele Marokkanen. 'Alle machtig, zijn wij dit?' Mijn moe der droeg geen hoofddoek. Mijn ouders waren redelijk modern, maar hier ontmoette ik vrouwen die niet naar buiten mochten en door hun man werden geslagen. En meisjes die niet durfden zeg gen dat ze ongesteld waren. Heel confronterend. „Vrouwen hadden hier letterlijk gebrek aan lucht. In Marokko leefden ze buiten, nu moesten ze binnen blijven, soms met de gordijnen dicht. Het leek wel een gevangenis. Door die geïso leerde positie raakten veel moe ders de grip op hun kinderen kwijt. Ze doen niet mee, hebben geen regie. Hun kinderen ko men binnen, pakken een boter ham en gaan de straat op. De meeste Marokkaanse vaders we ten niet wat het vaderschap in houdt. In Marokko zorgde de fa milie voor hun kroost, als gastar beider waren ze hier alleen. „Maar Marokkaanse ouders mo gen zich niet langer verschuilen en anderen de schuld geven. Ik hoor nog steeds vaders en moe ders zeggen dat zij zich machte loos voelen en hun kinderen niet kunnen helpen omdat ze de Nederlandse taal niet goed spre ken. Dat mag geen excuus zijn. Mijn ouders waren ook analfa beet. Ze hoeven hun kinderen zelf niet te helpen, maar wel hulp regelen. Vooral hun zonen schreeuwen om aandacht. Kom op ouders, jullie zijn aan zet!" CIJ1 Op 1 januari 2008 woonden er officieel 335.000 Marokkanen in Ne derland, blijkt uit cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Van hen was 45 procent van de tweede generatie en 55 procent van de eerste generatie. Het werkelijke aantal Nederlanders met Marokkaanse wortels is hoger omdat, als beide ouders in Nederland zijn geboren, de derde generatie niet meer apart in de statistieken wordt vermeld. Van alle Marokkaanse leerlingen zit bijna 80 procent op het vmbo, rond de 20 procent op havo of vwo. Toch groeit hun aantal de laatste jaren in het hoger onderwijs. Vooral meisjes doen het steeds beter. Net als andere niet-westerse allochtonen zijn Marokkanen drie keer zo vaak werkloos als autochtonen. In 2008 was 10,2 procent van de Ma rokkaanse beroepsbevolking werkloos, tegen 3,2 procent autochtonen. Dit percentage loopt als gevolg van de crisis vermoedelijk nog op. In criminaliteitsstatistieken springen Marokkanen er samen met Suri naamse en Antilliaanse jongeren flink uit. Hun aandeel ligt vier tot vijf keer hoger dan dat van hun autochtone leeftijdsgenoten. Derde generatie Marokkaan: Faiza Boultam. foto David van Dam/GPD reageren? spectrum@wegener.nl M3ÈÊ0Ê&!-. ap;;--

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 141