5 spectrum Tussen de rails RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE op zijn hondjes Marjan Berk PZC Zaterdag 9 mei 2009 Het bericht dat acteur en regisseur Ton Lutz is gestorven bracht mij terug naar de tijd dat ik bij de toenmalige Neder landse Comedie meespeelde in het koor van De Vrouwen van Troje, de Griekse trage die van Euripides door hem geregisseerd. Ik was min of meer per ongeluk in dat koor van actrices gedropt door mijn plotseling ontslag bij het caba ret van Frans en Fiet Koster in Haarlem. Men kwam één koorstem tekort en op voorspraak van Ank van der Moer, aan wie ik aan de 'kouwe kant' was geparenteerd mocht ik meespelen. Maar al leen ahde eigenaardige kwaliteit van mijn stem, die bij velen reacties opriep en oproept variërend van 'sherrystem, schorre kip of geweldig sexy' zal duidelijk maken dat het klassieke theater niet in de eerste plaats om mijn bijdrage zit en zat te wachten. Maar nood breekt wet en het brood moest worden gewonnen. De repetities vonden plaats in de grote foyer van de Amsterdamse Stadsschouwburg. Ik keek mijn ogen uit naar de prestaties van Ank van der Moer, Lous Hensen en Ellen Vogel. Tot het koor in actie kwam en ik ook mijn twee zinnen mocht zeggen. Hulpeloos in deze sector van mijn beroep dat mijn beperkte talent van cabaretière niet bestreek probeerde ik mijn ziel en zaligheid te leggen in die paar zinnen. Het leek nergens naar. Terwijl ik getroffen door theatersmart om het lot van de Vrouwen van Tro je op de grond lag en mijn uiterste best deed vorm te geven aan dat klassieke verdriet zei Ton Lutz: „Marjan! Stel je voor. Je ligt op de grond, je bent gevallen en je voet zit klem in de tramrails. De tram komt er aan. Probeer dat gevoel vast te hou den als je je tekst uitspreekt!" Ik was werkelijk doortrokken van angst voor de aanstormende tram, maar mijn stem reikte onvol doende, niet in staat tot meer productie aan vocale smart dan bang gepiep. Zodat mijn bijdrage aan het drama werd teruggebracht tot de gezamenlijk uitgesproken zinnen van het koor. Maar ik genoot wel van het spel van de grote actrices en de indruk wekkende regie-aanwijzingen van Lutz. En later leerde ik hem nog in een andere hoedanigheid kennen: bij het radioprogramma van cabaretier Henk Elsink, dat de VARA op Zondagmiddag in het later afgebrande Minervapaviljoen in Amster dam uitzond, mocht ik samen met de maestro een liedje zingen. Hoewel mijn gevoel van ontzag voor hem nog steeds groot was, voelde ik me nu aanzienlijk meer thuis in zijn gezelschap. En ik heb hem me nigmaal kunnen bewonderen in de stukken van Tsjechov die bij de Nederlandse Comedie door de oude Rus Sjarov werden geregisseerd. Om van die eerste stukken van Hugo Claus, zoals 'Suiker' en 'Een bruid in de morgen' in zijn regie maar te zwij gen. Toen ik ging schrijven, las hij 'De Zelfvergrootster' van mijn hand. „Wat een slechte mensen!", zei hij, „ik had nooit achter jou gezocht dat jij een boek over zulke gemene lui zou schrijven!" Bij die kritische woorden van maestro Lutz voelde ik in eens weer hoe het is om met je voet tussen de rails klem te zitten terwijl de tram nadert...

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 137