Stinzenflora zorgt voor feestgevoel in het bos PZC Zaterdag 2 mei 2009 1 7 Bloeiende bosanemonen in het Axelse bos. foto's Lucien Calle Wie eens van de wilde flora wil genieten, denkt in Nederland meestal niet in de eer ste plaats aan het bos. Ook in Zeeland zijn de meeste bossen niet bepaald bloemrijk te noemen. Enkele ruige soorten als brandnetel en bramen overheer sen het beeld. Bij veel mensen leeft daar om de opvatting dat onze bossen van natu re niet bloemrijk zijn. Wie eens een bos ergens in Oost-Europa heeft bezocht, zal daar wellicht anders over denken. Het hele voorjaar en de zomer is daar een fraai bloemdek aanwezig, waarin talloze planten met el kaar om de beste plekjes concurreren. Maar goed, in de Zeeuwse bossen moe ten we het met een beperkt aantal plan tensoorten doen en dat wordt vooral ver- NATUURSTEMMEN door Lucien Calle oorzaakt door luchtvervuiling. Met na me ammoniak is nog in te hoge mate in de lucht aanwezig en dat heeft een be mestend effect op de bodem. Daardoor zijn de ruige woekeraars in het voordeel en worden de minder concurrentiekrach- tige bloemetjes weggedrukt. Is het dan alleen maar kommer en kwel met de vegetatie in de Zeeuwse bossen? Nee, gelukkig niet. Er zijn ook plaatsen waar een overweldigende voorjaarsflora je tegemoet treedt. Waar een heel palet aan bloemkleuren onder de nog kale bo men de bodem bedekt. Het voelt aan als of het feest is in het bos. Al vanaf februa ri is het sneeuwklokje en winterakoniet aanwezig. Ze worden gevolgd door lente klokje, sneeuwroem, sterhyacint, voor- jaarshelmbloem en bosanemoon. Het gaat dan meestal om parkbossen, buiten plaatsen of kloostertuinen. Soms tref je een dergelijke bloemenpracht ook aan Voorjaarshelmbloem in het bos van Ter Hooge bij Middelburg. op begraafplaatsen, in tuinen van heren huizen of boerderijtuinen. Mooie plek ken om hiervan te genieten zijn de park- bossen de Elderschans bij Aardenburg, Hof ter Zande in Kloosterzande, Land- lust in Heinkenszand en Ter Hooge bij Middelburg. Veel moois is er ook te vinden op de bui tenplaatsen langs de binnenduinrand van Walcheren en het Slotbos van Haam stede. Deze kleurige bloemen worden stinzen- planten genoemd, naar het Friese woord 'stins', wat een versterkt huis betekent, meestal in de vorm van een toren en in de 13e of 14e eeuw gebouwd. De Friese adel hield kennelijk van dit soort bloeme tjes, want de directe omgeving van die stinzen werd ermee beplant. De bloe men zijn niet allemaal inheems. Soorten als sneeuwklokje en winterakoniet wer den van ver gehaald, maar raakten hier wel ingeburgerd. Andere soorten zoals daslook, voorjaarshelmbloem en gevlek te aronskelk groeien van nature in de Zuid-Limburgse hellingbossen. Op dit moment staat daslook volop te bloeien en ook knikkend vogelmelk en de bos- tulp zijn nog te bewonderen. Het is niet dat de natuurwaarde van die stinzenplanten nu zo groot is. Deson danks zijn er, vooral bij die soorten die wél ergens in de nabije omgeving van origine voorkomen, nog wel enige na tuurwaarden aanwezig. De vroege voorjaarshommels en zandbij- en zoeken op de bloemen naar stuifmeel en nectar. Er zijn zelfs twee zeldzame zweefvliegen die als larve leven in de bla deren en bollen van daslook. Deze soor ten vallen nog het meeste op aan de gro te blaasvormige vraatplekken in de blade ren. Ze zijn in Zeeland nog niet aange troffen. Wie is de eerste die ze in Zee land opmerkt? Er valt voorlopig nog ge noeg te onderzoeken en te genieten. Dit is de laatste aflevering van de rubriek Natuurstemmen. POLDER Van Hattum Het is één van de jongste pol ders van Zeeland. Ontstaan bij een in 1957 uitgevoerde dijkversterking van de Elle- woutsdijkpolder. Besloten werd een nieuwe zeedijk over een deel van het buitendijkse Zuidgors aan te leggen. Tus sen de nieuwe en oude zee dijk ontstond zodoende een nieuw poldertje met een op pervlakte van 50 hectare. Eigenlijk was het een herdij- king van verloren land, name lijk van de Zuidpolder van El- lewoutsdijk. Dit gebied van 134 gemeten ging bij de be ruchte Allerheiligenvloed van 1570 ten onder. De schorren die daarna langs de Wester- schelde ontstonden, kregen de naam van de verdronken polder (niet te verwarren met de nog bestaande Zuidpolder van Baarland). Bijna 400 jaar later werd dus weer een stuk je teruggewonnen. De schorren voor Ellewouts- dijk waren in 1868 tijdens een openbare Veiling in Goes ge kocht door notaris lohannes Tobias Prumers en zijn schoonzoon ]an Christiaan van Hattum. Ze betaalden er 3000 gulden voor. Na het overlijden van Prumers in 1876 kwam het hele schor in bezit van Van Hattum, die in 1881 ook eigenaar werd van het ambacht van Ellewouts- dijk (voor 17.000 gulden). De ambachtsheer claimde het recht van eigendom op de nieuwe polder. Dat gebeurde op grond van het recht van aanwas, deel uitmakend van de ambachtsheerlijke privile ges. Net als in het verleden dikwijls rond aanwassen het geval was, moest over het ei gendom nog een robbertje ju ridisch gevochten worden met de overheid. De am bachtsheer won en kon het nieuwe bezit meteen de offi cieuze naam Van Hattum ge ven. Hij was overigens ook de aannemer van het dijkverbete- ringswerk. De polder is enke le jaren geleden genoemd als gebied dat mogelijk in aan merking komt voor natuur- herstel Westerschelde. Rinus Antonisse Dit is de laatste aflevering van de serie Poldernamen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 17