Koekoeksbloemen en harlekijnen Windwijzer op toren herinnert aan haven 's-Gravenpolder Dit is de laatste keer dat deze rubrieken in deze vorm verschijnen. Vanaf dinsdag 5 mei verschijnt Buitengebied als een wekelijkse bijlage van de PZC. JVW PZC Dinsdag 28 april 2009 29 De PZC sponsort stichting Het Zeeuwse Landschap. In Natuur- journaal gaat hoofd ecologie Chiel Jacobusse wekelijks in op wat er aan de orde is in de Zeeuwse natuurgebieden. De terugkeer van trekvogels kent zijn vaste momenten. Met de bloei van wilde plan ten is het al niet anders. Soms valt de terugkomst van een vogel en de hoofd- bloei van een plant op het zelfde tijdstip. Koekoeksbloe men heten zo omdat ze zou den bloeien op het moment dat de koekoek weer komt. i f ff: f Af foto Chiel Jacobusse door Chiel Jacobusse Op 12 april arriveert de koekoek terug in Neder land. Het is een wijsheid die ik als kind al mee kreeg en ik heb die altijd onthouden. Dat komt omdat de datum altijd weer bleek te kloppen. Het komt maar zelden voor dat het meer dan drie dagen eerder of later is dat het eerste exemplaar zich in onze omgeving laat horen. En in de loop der jaren lijkt daar helemaal niets aan veranderd te zijn. Dat is bij andere soorten vaak heel an ders. De eerste boerenzwaluw moest volgens het lijstje uit mijn jeugd afriveren rond 6 april, maar dat is tegenwoordig duidelijk vroeger. Dit jaar was hij er al op 20 maart. En de gierzwaluw, zo'n beetje de hekkensluiter van de terugkeren de trekvogels, arriveerde altijd rond Koninginnedag. Ook zijn aankomst is vervroegd, ongeveer met een dag of tien. De terugkeer van de koekoek werd al in een ver verleden be schouwd als een soort ijkpunt voor het begin van de lente. De bloemen die op dat moment op de top van de bloei zijn, werden koekoeksbloemen genoemd. Daarbij had iede re streek zo'n beetje zijn eigen soort die deze naam kreeg. Op Zuid-Beveland werd de plant die in de flora pinkster bloem heet al vanouds koekoeksbloem genoemd. Op Schou wen was het de harlekijn, een wilde orchidee, die de naam koekoeksbloem kreeg. Bij beide planten valt de hoofdbloei heel mooi tegelijk met de aankomst van de koekoek. Dat in tegenstelling tot de planten die in de officiële flora getooid zijn met de namen koekoeksbloem, dagkoekoeks bloem en avondkoekoeksbloem. Het schijnt dat de naam van deze planten niet zozeer ingegeven is door het tijdstip van de bloei, maar door het veelvuldig voorkomen van de larve van de schuimcicade, die zich in een zelfgemaakte schuimachtige substantie verbergt. Die omhulling van de schuimbeestjes wordt 'koekoeksspuug' genoemd. Maar voor de Zeeuwse koekoeksbloemen is het ongetwij feld de bloeitijd, die ze hun naam bezorgd heeft. Natuurlijk waren het vooral algemeen voorkomende soorten waarvan het gelijktijdig voorkomen gesignaleerd werd. En vooral voor de Schouwse koekoeksbloem, de harlekijn, is daarin nogal wat veranderd. Tot aan de Tweede Wereldoorlog was die in heel Zeeland een algemene verschijning in graslan den. Maar doordat deze plant uiterst gevoelig is voor bemes ting en bespuiting, en voor veranderingen in het algemeen, is de harlekijn erg zeldzaam geworden. Vorige week had ik het genoegen om de laatste Zeeuwse groeiplaatsen van de harlekijn, opSchouwen, te bezoeken. De grootste groeiplaats was langs een voormalige getijden- kreek, en daar groeiden de harlekijnen met vele duizenden. Er groeiden,ook andere zeldzame planten als de addertong en de grote ratelaar. Maar wat daarnaast erg opviel was de volkomen afwezigheid van weidevogels. Geen kievit of ture luur liet zich horen, terwijl die normaal gesproken in kreek graslanden bij de basisinventaris horen. Het lijkt erop dat een bonte wei vol met orchideeën en een rijke weidevogel stand elkaar uitsluiten. Als beheerder moet je je dus vooraf afvragen welk resultaat je wilt bereiken. En natuurlijk ook of een bepaald ideaalplaatje haalbaar is. tekening Adri Karman 's-Gravenpolder is één van de weinige dorpen in Zeeland waarvan de precieze ontstaansdatum is vast te stellen. In 1315 gaf de Hollandse graaf Willem III opdracht om de hooggele gen schorren voor de kust van het gehucht Voirtrappe te be dijken. Later werd de naam Sgravenpolder steeds meer ge bruikt. De ligging van het gehucht was toentertijd niet te ver gelijken met de ligging van nu. Eeuwenlang lag het dorpje aan het diepe vaarwater van de Zwake, een zeearm van de Westerschelde die het eiland Zuid-Beveland van Borsele scheidde. Tot 1445. Toen werd er ter hoogte van 's-Gravenpol der een dam aangelegd, de huidige Lenshoekdijk. Midden in het dorp staat de monumentale Hervormde Kerk daterend uit de 14e eeuw. De toren heeft een vierkante onderbouw met achtzijdige bovenbouw. Op de toren staat een haring als windwijzer, een herinnering aan de tijd dat het dorp nog een haven had. In 1944 werd de toren zwaar beschadigd. Na de restauratie (1957-1961) staat hij er weer fier bij.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 31