In de Blauwewijk is het altijd et
Drie generaties Van den Bosch vormden de polder
200
4 Woensdag 22 april 2009 PZC
De Blauwewijk vanuit de lucht: een kleine gemeenschap in een zee van klei.
luchtfoto Willem Mieras
Wonen in de Blauwewijk: tuin voor, tuin
Drie kleine huisjes on
der één dak en tien
wat grotere huizen
van het type
twee-onder-een-
kap. Over dat verschil in typen wo
ningen doen onder de bewoners
van de wijk verschillende verhalen
de ronde. Co Fierloos vermoedt
dat de kleinere woningen voor
mensen waren die wat lager op de
maatschappelijke ladder stonden.
Volgens Ad Meeuwissen is het
juist andersom en waren de grote
re huizen voor arbeiders met kin
derrijke gezinnen. Zo werd het per
soneel vastgehouden en konden
de kinderen later ook voor de Wil
helminapolder werken. Dick de
Ruiter heeft: een simpeler verkla
ring. De drie kleine huisjes zijn ge-
De Blauwewijk ligt er
gehuld in vroege
voorjaarsnevels een beetje
beschut bij. Het heeft iets
knus. Een rij huisjes,
bomen en rondom alleen
maar de uitgestrekte
akkers van de
Wilhelminapolder. Een
heuse enclave (met blauwe
dakpannen) op het
Zeeuwse platteland.
door René Schrier
woon eerder gebouwd. Later zijn
de twee-onder-een-kappers er pas
bijgekomen.
In de Blauwewijk zie je niet snel
een bord van een makelaar staan.
Als er eens den huis vrijkomt gaat
het van mond tot mond en meldt
zich binnen de kortste keren een
gegadigde. Meestal een kennis,
vriend of familielid.
Op twee na worden alle huizen
permanent bewoond. Een van die
twee wordt gebruikt als vakantie
huisje en het andere is van een
oude mevrouw uit de Randstad
die er nooit meer komt. Dat huis
is ook nog zo goed als in originele
staat.
In de woningen van de Blauwe
wijk woonden de arbeiders die bij
de hoeve Waterloo hoorden, die
aan de andere kant van de weg
staat. Of althans wat nog van die
hoeve over is.
Dick de Ruiter en Jacqueline Vis
wonen sinds augustus 1983 in de
Blauwewijk, in het voormalige
huis van voorman Lieven Groot-
jans van de hoeve Waterloo. Aan
vankelijk wilde de Wilhelminapol
der het niet aan hen verkopen, om
dat het nauwelijks bewoonbaar
zou zijn. Daar zaten Dick en Jac
queline niet mee, zodat ze er uit
eindelijk toch in konden. En ze
willen er nooit meer weg. Dick:
„Als we eens een weekeindje weg
zijn geweest en we komen weer
thuis, dan zeg ik nogal eens tegen
mezelf: wat wonen we hier toch
mooi. We gaan in de vakanties
wel eens naar een camping. Daar
sta je dan hutjemutje. Dat is alle
maal wel leuk, maar dan zit ik
toch veel liever thuis. Hier kun je
JAAR
je tent opzetten waar je wil. Hier
heb je de ruimte."
Ad Meeuwissen woont met zijn
vrouw 24 jaar in de Blauwewijk.
- Daarvoor woonden ze onder meer
in Goes en tijdens fietstochtjes
door de omgeving nam de belang-
door Harmen van der Werf
Een familiedynastie van drie generaties Van den Bosch heeft de jon
ge Wilhelminapolder (WP) gevormd, van 1813 tot 1894. Als echte
vorsten zorgden ze goed voor hun land en hun 'onderdanen'.
De eerste Van Den Bosch, G.J., was als Rotterdams zeehandelaar vanaf
bijna het eerste uur deelnemer in de WP. Hij trad in 1813 aan als direc
teur. GJ. stichtte Wilhelminadorp. Zoon I.G.J. van den Bosch die zijn va
der in 1836 geruisloos opvolgde, geldt als de man die van de WP een mo-
delbedrijf maakte voor de Nederlandse landbouw. Hij kocht moderne
machines en liet naar Engels voorbeeld drainage aanbrengen in zijn te
waterige polder. Vanaf 1864 mocht de derde Van den Bosch, ook GJ.,
proberen uit de schaduw van zijn vader te treden. Het lukte hem niet.
Hij had een minder dominant karakter en kreeg te maken met de grote
landbouwcrisis. Desondanks bleef de WP winst maken.
De derde Van den Bosch zag zijn zoon LG.J. jr. als logische opvolger.
I.G.J. jr. viel echter niet in de smaak bij het bestuur. Hij had als cowboy
in de Verenigde Staten gewerkt en liet terug in de WP zien hoe goed hij
met paarden kon stunten. Zo'n 'losbol' wilden de nette, degelijke aan
deelhouders uit Rotterdam niet. Zo kwam er een einde aan ruim tachtig
jaar familiedynastie Van den Bosch.
I.G.J. van den Bosch was van 1836
tot 1864 directeur.
G.J. van den Bosch, directeur van
1864 tot 1894.