spectrum IO
Een eisende
coach
PZC
Zaterdag 18 april 2009
AZ kan vanavond tegen Vitesse in eigen stadion stadion
landskampioen worden. In zijn vierde jaar in Alkmaar kwam voor
trainer Louis van Gaal alles samen.
door Theo Brinkman en Ruud Ramler
Oeps, dat vonden sommige
mensen niet zo leuk. Van
Gaal sprak, als trainer van
AZ, enkele jaren geleden
van 'mijn club' toen hij het
over Ajax had. De liefde voor de Amster
damse club was nog altijd onvoorwaarde
lijk.
Maar hoe diep de liefde ook nog zit, een te
rugkeer naar Ajax is inmiddels uitgesloten,
zegt Van Gaal. „Ik ga niet naar een andere
Nederlandse club, dat heb ik Dirk beloofd.
Ik ga alleen nog naar clubs van een bepaald
kaliber en dat is Ajax niet meer. Dat waren
ze wel, maar nu is Ajax al bijna geen top
club meer."
Dirk is Dirk Scheringa. De voorzitter van
AZ is gek van Van Gaal en probeert hem
'voor altijd' aan zijn club te binden. De trai
ner, die een contract heeft tot 2010, gaat
daar vooralsnog niet op in. Hoe goed hij
het ook naar zijn zin heeft, het liefst wil hij
nog eens ergens bondscoach worden. „En
als ik bij een club blijf is het bijna uitgeslo
ten dat ik bondscoach word. Omdat ik dan
niet vrij ben."
Louis van Gaal staat op de drempel van
een kampioenschap met AZ. Twee jaar ge
leden, aan de vooravond van Excelsior-AZ,
noemde hij de landstitel (die er niet
kwam) de grootste prestatie uit zijn car
rière. Nu herhaalt hij dat, al is de woord
keuze iets anders: 'Mijn grootste kunststuk-
je'.
Na landstitels met Ajax (1994,1995,1996)
en Barcelona (1998,1999) is het zijn zesde
kampioenschap als trainer-coach. Als ande
ren het een bevestiging van zijn vakman
schap willen noemen, prima, maar hij zelf
heeft dat niet nodig. Aan zelfvertrouwen
heeft het hem nooit ontbroken. Hoge ver
wachtingspatronen calculeert hij in ('Dat is
juist de uitdaging') en druk voelt hij niet
('Omdat de druk die ik mezelf opleg altijd
groter is dan die van de buitenwacht').
„De laatste keer dat ik druk voelde was
toen ik had getekend bij Ajax, als hoofd
coach, als opvolger van Beenhakker. Ik zat
in de auto, reed naar huis en dacht 'godver-
dorie, nou ben ik hoofdcoach'. Toen voel
de ik wel enige druk. Verder heb ik eigen
lijk nooit zo veel druk gekend. Toen ik
koos voor het vak van trainer-coach, zei
mijn moeder al: 'Dat kun je niet doen, een
vaste baan als gymnastiekleraar opgeven
voor het voetbal'. Maar ja, ik deed het wel.
Dat heeft allemaal met zelfvertrouwen te
maken. Ik heb kennis, ervaring en een
meer geëvalueerde visie opgebouwd en
daardoor veel zelfvertrouwen."
Toch, dat allereerste moment als hoofdtrai
ner van Ajax, was er die rilling. „Ik had er
altijd van gedroomd hoofdcoach te zijn.
Nou, en dan ben je dat van jouw club,
jouw favoriete club, met alle verantwoorde
lijkheid die erbij hoort. Terwijl ik op dat
moment alleen driekwart jaar AZ had ge
traind, de Ai en het tweede van Ajax en
wat schoolvoetbalelftallen. Dat was mijn
ervaring. Tsja, dat is niet veel. Daarom wist
ik toen nog niet dat ik het aan zou kun
nen."
„Dat komt later. Dat is een proces. Je bent
net aangesteld en dan ga je handelen. Maak
je fouten, moet je corrigeren. En dan op
een gegeven moment denk je 'ja, ik kan
wel wat'. Maar het eerste jaar was een heel
moeilijk jaar. Tot december schreven ze al
leen maar over Johan Cruijff. En al die spe
lers die ik naast het elftal zette, Wouters,
Vink, Van 't Schip, Roy, zaten allemaal op
donderdagavond bij meneer Barend en
Van Dorp. Of ik daar tegen kon? Nou, dat
is toch gebleken? Ik ging gewoon door. Al
die spelers moesten doen wat ik voor ogen
had voor een speler op die positie in een
team. Niet wat ze zelf wilden. En anders
moesten ze weg."
De vergelijking met vorig seizoen is snel ge
maakt. Na de teleurstellende elfde plaats
moest in de zomer een aantal spelers ver
trekken. Van Gaal neemt de betreffende
spelers in bescherming. „Het is nu net of
het aan die jongens heeft gelegen, maar dat
is niet zo. Als op zeker moment het top
sportklimaat er niet meer is, heeft iedereen
daar zijn rol in gespeeld. Bovendien is het
niet vreemd dat er spelers zijn vertrokken.
Doorselecteren doe ik ieder jaar."
„Wie van een kleinere club naar AZ komt,
krijgt te maken met mij, een eisende coach.
En dat elke dag, elke minuut, elke seconde.
Dat zijn de meeste andere trainers niet.
Daar moet een speler mee om kunnen
gaan, net als met het feit dat hij lager in de
hiërarchie komt te staan dan hij gewend
was."
„Hier wordt hij iedere dag gewogen. Kun
je dat managen, daar gaat het om. Berg
kamp kon het bij Inter niet, maar bij Ar
senal wel. Dat heeft te maken met kennis,
ervaring en omgeving. Er zijn maar weinig
spelers die de omgeving domineren. Eén
ervan is Seedorf Die heeft ook het meeste
gewonnen, ongeacht de omgeving. Dat is
knap."
Een jaar na dat rampseizoen, waarin Van
Gaal eind maart aangaf te zullen vertrek
ken, is de landstitel bijna binnen. De vraag
of AZ inmiddels Ajax heeft verdrongen in
zijn hart, vindt Van Gaal niet relevant. „Ik
ben geboren in Amsterdam, dat zal altijd
een rol blijven spelen, ik heb bij Ajax ge
speeld, ik ben er trainer geweest. Dus dat is
een vraag die heel moeilijk te beantwoor
den is. Maar ik heb bij AZ fantastisch ge
werkt en dat is voor mij ook belangrijk."
Hij gaf al eerder hoog op van de club, de "or
ganisatie, de daadkracht en de faciliteiten.
Dit jaar kwam alles samen. Alles waar Van
Gaal voor staat en waar hij van houdt: har
monie, communicatie, teamdiscipline, spe
lers die elkaar sterker maken, spelers die op
elkaar kunnen rekenen. Niet voor niets
noemt hij de landstitel het succes van het
team.
„Dat heb ik hier ook vanaf dag één verkon
digd: als we kampioen willen worden, moe
ten we als team acteren. Daar heb ik naar
toe gewerkt, maar uiteindelijk hebben de
spelers dat gedaan."
Kunt u daardoor ontroerd zijn? (Na een
korte stilte:) „Nou, die momenten zijn er
wel, ja. Bij de thuiswedstrijd tegen PSV
was ik ontroerd. Daar zat heel veel druk
op, omdat we de eerste twee wedstrijden
hadden verloren. Achteraf kun je zeggen
dat die wedstrijd cruciaal is geweest, want
voor het management was het anders
moeilijk geworden mij te handhaven. De
spelers hebben toen negentig minuten
lang geconcentreerd gevoetbald - helemaal
niet zo goed, maar iedereen deed wat hij
moest doen. En meer dan dat. Geweldig.
Toen was ik echt ontroerd. Nee, dat ge
beurt niet zo vaak, nee, dat ik zo'n gevoel
heb."
Hoe zult u zich dit elftal later herinneren,
afgezet tegen Ajax en Barcelona? „Als het
elftal met de minste kwaliteit dat kam
pioen wordt onder mijn leiding. Zo simpel
is het, zo zie ik het als trainer. Maar ja, het
is toch niet leuk om dat over dit elftal te
zeggén?"
Liever geeft Van Gaal er een andere draai
aan. „Hun kracht is dat ze in het veld alles
voor elkaar over hebben gehad en dat ze
hebben uitgevoerd wat we hadden afge
sproken. Dat is hun grote verdienste."
Mede daarom organiseerde Van Gaal dit
seizoen weer een spelletjesavond voor de
spelers en hun vrouwen. Al in zijn
Ajax-tijd deed de trainer dat. „Maar als ik
vind dat de groep niet goed in elkaar zit,
doe ik het niet. Ze moeten het verdienen.
Vorig jaar heb ik het niet gedaan, toen had
ik er geen zin in. Het kost me veel tijd en
energie, dus ik moet er wel zin in hebben.
Samen met mijn kaartvriend steek ik de
avond in elkaar. Wij zijn de showmasters.
En iedere avond die ik heb georganiseerd,
was een topavond."
Zijn de spelers op het veld eigenlijk nog al
tijd verplicht het shirt in de broek te dra
gen? „Nee. Kijk, als ik ze op een gegeven
moment iedere keer maar weer moet corri
geren, ben ik natuurlijk een malloot als ik
dat steeds blijf doen. Ik moet al zoveel cor
rigeren. Dus dan denk ik 'ik doe het niet
meer'. Nu zie je dat steeds meer spelers het
shin over de broek dragen, want het vlees
is zwak, hè."
Toch laat Van Gaal het zo. „Zo belangrijk is
het uiteindelijk niet. Als de spelers in het
veld maar doen wat ik zeg, dat vind ik veel
belangrijker. Maar vijfjaar geleden zou ik
het zo niet hebben gedaan. Twee jaar gele
den nog niet eens. Waarom nu wel? Om
dat ze proberen te doen wat ik zeg. Dat ie
dereen de stropdas goed knoopt en het
shin in de broek heeft, is alleen maar on
dersteunend. Het zijn niet de hoofdmoten
van mijn visie."
Louis van Gaal: „Bij de thuiswedstrijd tegen PSV was ik ontroerd." foto Stanley Gontha/ProShots/GPD