spectrum 8 Het bijzondere beroep van Martin de Kok 'Ik heb heel wat huilende mensen in m'n armen gehad om ze te troosten' PZC Zaterdag 18 april 2009 Het lijkt een vreemde com binatie, paardenliefheb ber en paardenslager, maar voor de 46-jarige Martin de Kok is het de normaalste zaak die er is. Leven en dood zijn onlosmakelijk met elkaar ver bonden, ook in de paardenwereld. Met levende paarden gaat hij liefdevol om, maar met zieke en dode paarden ook. Paarden worden in Nederland niet ge fokt voor de slacht, zoals bij koeien of varkens. Ze wojden - meer en meer - gehouden als hobby. Om er lekker op te rijden, mee te springen of te dresse ren. Als het dier geslacht wordt, is dat bijna altijd omdat zijn leven niet meer leefbaar is. „Ik zie het doden van een paard als een verlossing voor het dier", zegt Martin de Kok. „We spreken be roepshalve ook niet van slachten, maar van euthanaseren." Het begon in 1935 met )an de Kok, een man uit een gezin van twaalf kinderen, die in het Groene Weitje in Goes als paardenslager aan de slag ging. Dat hij autodidact was, was in die tijd heel nor maal. De dierenbescherming bestond amper, laat staan een partij voor die ren. Het was een gouden greep, want op heel Zuid-Beveland had De Kok geen concurrenten en er waren paar den volop. De melkboer had er min stens een en hetzelfde gold voor de groenteboer, de bode, de schillenboer en allerlei andere handelaren. Boven dien kende het boerenbedrijf nog nau welijks tractoren. Meteen na de oorlog verkaste Jan de Kok. Zijn winkel kwam in de Lange Vorststraat, het slachthuis in de Zaag molenstraat. Paardenvlees was toen heel gewild. „Het was goedkoper dan rund- en varkensvlees en er was veel aanbod. Er stonden vaak lange rijen voor de winkel, want niemand had zo kort na de oorlog geld", weet Martin de Kok. Hij weet dat niet van zijn opa, want die heeft hij maar vijfjaar gekend. Zijn vader Machiel en oom Ben vertelden het hem. Zij namen het bedrijf eind ja ren zestig over. Ben werkte in de slage rij, Machiel kocht het vee en slachtte het. Martin was van jongsaf gefascineerd door het beroep van z'n vader. Vee slachten was voor de kleine De Kok de normaalste zaak van de wereld. „Bij noodslachtingen ging ik altijd mee. Ik vond het steeds een indrukwekkende gebeurtenis. Het inspireerde me. Als er paarden geslacht moesten worden, wa ren het bijna altijd koudbloedpaarden. Warmbloedpaarden, oftewel sportpaar den, had je nog bijna niet." Maar ook Paarden zijn de grote hobby van Martin de Kok. Bij zijn huis in Nieuw- en Sint Joosland staat een stal en is een weitje voor het paard van zijn dochter Sharon. Elders staan nog wat paarden van hem.-In zijn vrije tijd organiseert hij wedstrijden of is hij aandachtig toeschouwer bij concoursen. Beroepshalve is hij ook met paarden bezig. Mar tin de Kok (46) is al dertig jaar paardenslager. door Koen de Vries foto Mechteld Jansen levende paarden vond hij interessant. Op de kinderboerderij was hij altijd bij de paarden te vinden. „Als je de foto's van de PZC bekijkt van de intocht van Sinterklaas, dan sta ik er negen van de tien keer op. Ik was de paardenpiet, ik liep altijd in m'n pietenpakje naast het paard van Sinterklaas." Martin de Kok was 16 jaar toen hij in het bedrijf kwam. Daarvoor had hij de slagersvakschool gedaan. „Mijn vader stuurde me op m'n brommertje de Zak van Zuid-Beveland in om te kijken of er wat te koop was. Iedereen kende m'n vader en opa, het was voor mij dus makkelijk binnenkomen. Het was een prachtige tijd." In 1987 nam Martin de Kok de zaak over. Zijn vader was ziek als gevolg van te hoge bloeddruk, een familie kwaal. De Kok-junior liet een slacht huis bouwen in Wolphaartsdijk en sloot de slagerij. Werken in een winkel was niks voor hem. De Kok wil de hort op, naar mensen toe, vrij zijn. Om dat hij overal opduikt, is hij een zeer bekend in de paardenwereld. Het vlees verkoopt hij aan bedrijven in België, Frankrijk en Italië. In Nederland is er nauwelijks vraag. Zelf neemt hij wel eens een stukje mee naar huis. „Ik vind paardenvlees erg lekker. Lekkerder dan rundvlees. Het is zacht van smaak en lekker mals." Vanaf het begin concentreerde De Kok zich op de warmbloedpaarden. Paard rijden als hobby nam in de jaren tach tig een enorme vlucht. Hij besefte van begin af aan dat hij andere klanten had dan zijn vader en opa. Mensen houden van paarden, vinden het moeilijk af scheid van ze te nemen. Het vereist een andere, veel meer sociale instel ling. De Kok is integer, betrouwbaar, eerlijk. „Een van de eerste dingen die ik leerde was dat je op een goede ma nier met paarden om moet gaan. Met respect. Je moet het beest op een ge zonde manier verlossen." „Toen ik begon, werden paarden door paardenslagers soms in het geheim doorverkocht, omdat dat meer op bracht. Ik heb dat nooit gedaan en eige naren wisten me daardoor te vinden. Ze wilden zeker weten dat hun paard niet doorverkocht werd. Een paard kan er nog goed uitzien en toch allerlei gebreken hebben. Ik heb het een keer meegemaakt dat ik na de slacht het lin kervoorbeen naar de eigenaar moest terugbrengen. Een vreemde opdracht, maar uiteindelijk snapte ik waarom. Die man nam me mee naar de werk plaats, wrikte het hoefijzer los en daar onder kwam een kwartje vandaan.'Jij bent een eerlijke man', zei hij toen." Er volgt een heel verhaal hoe een paard geslacht wordt. De essentie: In het slachthuis wordt de viervoeter een pin in de hersenen geschoten. Het beest is hersendood, het hart klopt nog. Als de halsslagader is doorgesne den en het bloed wegstroomt, sterft het paard een zachte dood. De liefde van de eigenaar van het paard is soms groter dan de liefde voor de medemens, ervaart De Kok regelma tig. „Vroeger was een slager een slager. Nu ben je ook een luisterend oor. Het is iets van de laatste jaren. Ik heb heel wat huilende mensen in m'n armen ge had om ze te troosten. Het is zelfs wel eens gebeurd dat iemand voor de vrachtwagen ging liggen, omdat ze niet wilde dat het paard werd afge voerd." „In mijn beroep kom je alleen maar leed tegen. Da's soms moeilijk. Maar ik probeer het vaak om te draaien. Het is in bijna alle gevallen het beste voor het paard dat er een eind aan zijn leven wordt gemaakt. Als je het zo bekijkt, heb je er eerder vrede mee. Tegenwoor dig laten sommige mensen hun paard cremeren. Ik ken er die hebben de as in een um in de vorm van een paarden hoofd. Die staat in de box waar het paard vroeger stond. Er hangen ook fo to's en condoléancekaarten. De Kok komt als paardenslager door heel Zuid- en Midden-Nederland. Hij heeft overeenkomsten met de grootste verzekeraars en staat bekend om z'n speciale wagenpark. „Ik heb verschil lende trailers en vrachtwagens, spe ciaal ontworpen om paarden comforta bel te vervoeren. Ik word daarom ook gevraagd om zieke paarden naar de kli niek te brengen. Het betekent dat ik het dfer soms na een tijdje weer terug naar de eigenaar kan brengen. Nee, het geeft geen rotgevoel dat ik hem niet kan slachten. In tegendeel, ik vind het alleen maar prettig. Een goede paardenslager staat al tijd klaar. „Ik heb m'n telefoon altijd bij me, 24 uur per dag, ze ven dagen in de week. Ongeveer 65 procent van m'n werk is te plannen, voor de rest gaat het om noodslachtin gen. Ik zeg nooit nee. Als het te doen is, is het te doen. Maar ik denk als ik een. paard zie nooit dat ik hem zou kunnen slachten. Dat zijn heel geschei den werelden. Het gebeurt wel dat ik een paard zie waarvan ik denk dat het beter is hem in te laten slapen. Ik zie natuurlijk veel meer dan de gemiddel de paardenliefhebber." Een van de mooiste dingen als paar denslager maakte Martin de Kok mee toen hij een veulen kon redden uit de buik van de moeder. De banden van de buik van de merrie waren helemial kapot, waardoor de buik bijna over de grond sleepte. Dat was niet meer te doen. De Kok schoot een pin in de her senen van het paard, legde het op de rug en sneed de buik open. „Het veu len bleef leven want het kreeg nog steeds bloed. Het doen van de keizer snede was levensgevaarlijk, want er staat nog steeds spanning op de spie ren van zo'n paard. Je hebt kans dat je een trap krijgt en dan ben je ver van huis. Met een vlijmscherp mes heb ik de buik opengesneden en het veulen bevrijd, 't Was heel speciaal. Je doodt een paard, maar zorgt ook voor nieuw leven. Ik kom dat veulen van toen nog regelmatig tegen. Dat geeft een fijn ge voel." Martin de Kok Leeftijd: 46 Woonplaats: Nieuw- en Sint Joosland Beroep: paardenslager Getrouwd met Michelle Marteijn, één dochter, Sharon (12) Opleiding: twee jaar ambachtsschool con sumptief, daarna slagersvakschool (SVO) te Goes

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 56